Andy Warhol, een verdwaalde maanman tussen de partysmiles
The Warhol Diaries of het fascinerende van prietpraat
Mariëtte Haveman
Zoek de goede adressen en spread yourself thin - dit moet de raad zijn geweest waarmee Julia Warhola haar zoon in 1949 uitzwaaide, staande in de deuropening in Pittsburgh terwijl Andy zijn eerste schreden zette op het pad van mijnwerkerszoon tot multimiljonair.
Wat Andy Warhol aan harde pegels waard was bleek pas goed bij de veiling van zijn bezittingen na zijn dood in april 1988: opbrengst 25.333.368 dollar. Er zijn wel meer beroemdheden met relikwiewaarde, maar meestal beperkt die zich tot voorwerpen die iets tot hun roem hebben bijgedragen: de vulpen van Hemingway, de sokken waarin Marco van Basten de tweede goal tegen de Westduitsers maakte, om maar wat te noemen. Bij Warhol was alles wat hij bij zijn leven in huis had gehaald bij zijn dood het honderdvoudige waard. Het zal voor het eerst zijn geweest dat Sotheby's zo'n krankzinnige verzameling spullen onder de hamer mocht brengen, en zulke hoge bedragen opstreek voor plastic wachtkamerstoelen, rieten mandjes en kermishorloges met het prijsje er nog aan. Ik heb het gezien en ik geloofde mijn ogen niet. Het criterium was niet eens dat Warhol die spullen nooit had gebruikt; het was genoeg dat hij ze had laten inpakken en vervoeren naar zijn adres op Lexington Avenue. De bijbehorende veilingcatalogi zijn postume Warholiaanse kunstwerken op zich in de manier waarop ze de hele bedoening transformeerden tot verfijnde kostbaarheden en interessante curiosa.
THE WARHOL DIARIES
Redactie Pat Hackett
Uitgever: Simon & Schuster, 807 p., f 49,20
Importeur Van Ditmar
WARHOL
A personal photographic memoir door Makos
Uitgever Virgin, 127 p., f 23,10
Importeur Van Ditmar
‘The gang of four at Studio 54’: Liza Minelli, Andy Warhol, Bianca Jagger, Halston (1978)
Het was Warhols ultieme bekroning als twintigste-eeuwse koning Midas, maar in tegenstelling tot de koning uit het verhaal lijkt het er niet op dat Warhol onder zijn betovering leed. Hij vond het heerlijk, dat blijkt uit alles. Terwijl iedereen zich steeds meer met hem ging bemoeien - intellectuelen die hem afkeurden, museumdirecteuren die hem diepzinnig wilden laten zijn, beroemdheden die via hem nog beroemder hoopten te worden - ging hij zijn onverstoorbare gang, met zijn tape-recorder onder de ene en zijn polaroidcamera onder de andere arm, steeds rijker en beroemder wordend. Met wat? Tja, dat is de vraag.
Of Warhol het zo heeft gepland is moeilijk te zeggen, maar zijn gave voor succes heeft hij van het begin af gehad. Eerst als reclametekenaar, tot hij ontdekte dat er een manier was om met dezelfde soepblikken en colaflessen veel rijker en beroemder te worden. Voorwaarde was, ze los te maken van de commercie, dat wil zeggen van het idee dat er iets mee werd verkocht. Hij maakte wat kunst, die het op kon nemen tegen andere pop art, en snel erg duur werd. Hij kwam in contact met opper-kunstpaus Henry Geldzahler die hem (althans zo beschrijft Warhol het zelf in Popism) de suggestie aan de hand deed van de Disaster series, meervoudige gezeefdrukte panelen, samengesteld uit telkens dezelfde foto van een ongeluk, overdekt met een roze of groene steunkleur. Hij voerde hetzelfde procédé uit met de gezichten van Jackie, Marilyn, andere beroemdheden. Andy Warhols kunstfabriek was een soort inventaris van alles wat telt in de moderne wereld, en waar iedereen maar geen genoeg van kan krijgen. Dit recept heeft hij tot het laatst toe gehandhaafd, waarbij de kunst de financiële drager was van al zijn andere ondernemingen: films, het tijdschrift Interview, en boeken zoals Popism, The Philosophy of Andy Warhol, en Andy Warhol's Diaries, alle drie geschreven in samenwerking met zijn secretaresse Pat Hackett. Zijn roemruchte fotoboek, Andy Warhol's Exposures, maakte hij in samenwerking met zijn lakei Bob Colacello. Zijn collectie spullen en tapes liet hij beheren door een andere onderdaan, Fred Hughes. Eén van Warhols geheimen was dat hij wist uit welke kranen hij moest tappen, iets waar hij trouwens nooit geheimzinnig over heeft gedaan. De truc was, te zorgen dat de onderdanen zich vrijwillig aanmeldden. Het maakte allemaal deel uit van zijn actieplan, als je het zo kunt noemen. Al zijn publikaties, inclusief het 807 pagina's
lange The Diaries hebben het karakter van een perscommuniqué, en in al die publikaties doet hij precies uit de doeken van wie hij welk idee had, wie wat uitvoerde en op welke vuistregels de hele onderneming berustte.
Achtereenvolgens kwam dat ongeveer hierop neer:
‘Als je beschouwd wilde worden als een serieuze kunstenaar, moest je niets te maken hebben met commerciële kunst.’
‘Het ziet ernaar uit dat de meeste mensen graag steeds weer hetzelfde zien, zolang de details maar verschillen.’
‘Alles is wat je je voorneemt ervan te denken.’
‘Een ding dat ik altijd graag heb gedaan is horen wat mensen van elkaar denken.’
Het lijkt allemaal te eenvoudig om waar te kunnen zijn, en daarin schuilt een ander geheim van zijn loopbaan. Het is tot daaraan toe om te zeggen dat succes in onze maatschappij berust op een aantal eenvoudige principes, maar het is nog iets anders om dat inzicht in praktijk te brengen, laat staan om het te adverteren als kunst. Dat vergt een soort koelbloedigheid en misschien ook intelligentie die voor de meesten van ons niet is weggelegd. Het vergt ook talent, want Warhols grote gezeefdrukte panelen hebben nog steeds een effect dat niet helemaal verklaard kan worden uit een simpele truc.