Internationalisatie
Dit gaat dus op voor Cambodja, waar de geografische locatie bepaald niet ontbreekt. Finkielkraut probeert evenwel aan te tonen dat dit voor Barbie wel degelijk het geval is. Zijn rol in de deportatie van joden en verzetslieden heeft zich niet beperkt tot het Franse grondgebied, betoogt hij. Ten onrechte natuurlijk. Barbies rol inzake speciaal dit misdrijf beperkte zich wel degelijk tot het Franse grondgebied, ook al kan hij aansprakelijk worden geacht voor de gevolgen die de deportaties hadden. De voorwaarden die het proces-Barbie hadden kunnen internationaliseren ontbraken inderdaad. Maar toen de half-Vietnamese verdediger van Barbie, J. Vergès, zich in de laatste dagen van het proces onverwacht voorzag van een Algerijnse en van een Zaïrese advocaat, was de verdediging, vindt Finkielkraut, in ieder geval toch geïnternationaliseerd. Maar de strijdwijze van de drie - de aanklagers schuldig verklaren aan dezelfde, in koloniaal verband, begane misdaden als de aangeklaagde en hen daarmee het recht tot veroordeling ontzeggen - veroordeelt hij volstrekt en op goede gronden.
Ik ben op Finkielkrauts argumentatie ingegaan omdat zij mij karakteristiek lijkt voor zijn betoogtrant. Natuurlijk stelt hij een belangrijk probleem aan de orde als hij het ontbreken van een internationaal strafrecht aanwijst als oorzaak ervan dat het proces tegen Barbie plaatsvond in Frankrijk. Maar hij is niet de eerste die dat doet, we wisten het al en het is voorlopig niet anders. Een gloedvol, juridisch onderbouwd, betoog voor bijvoorbeeld de totstandkoming van een Europees strafrecht na 1992, dat misschien een begin daarvan zou kunnen zijn, blijft jammer genoeg achterwege. Het had zijn uitputtende uiteenzetting perspectief en actuele betekenis kunnen geven. Hier, en ook op andere plaatsen, lijkt hij eerder heel kleine spijkertjes op laag troebel water te zoeken.
Klaus Barbie
abc
Waar het hem om te doen is, wat hij zichtbaar wil maken, is de kloof tussen de historische en de werkelijke gebeurtenis - hij begint zijn boek met een werkelijk schitterend citaat van Péguy. Het proces-Dreyfus van bijna een eeuw geleden, betoogt Finkielkraut, was actueel maar werd tegelijk geschiedenis; het proces-Barbie was geschiedenis maar werd tegelijk actueel. Immers, in de gedachtengang van Finkielkraut, maakte dat wat al geschiedenis was de historici (mét Barbie wachtend op het vonnis) tot diens tijdgenoten. Hier moet wezenlijk bezwaar tegen Finkielkrauts uitgangspunt worden gemaakt. Hoe nu? Zijn wij, levenden, dan niet allen tijdgenoten van Barbie? Is zijn geschiedenis dan niet de onze, actueel omdat hij leeft en wij leven? En dan: wij zíjn niet geschiedenis, wij máken geschiedenis, passief en actief, onverschillig en betrokken, bewust en onbewust. Zelf ben ik drie en een half jaar jonger dan Barbie, ik had met hem op school kunnen zitten, zoals ik door hem gearresteerd had kunnen worden, mishandeld en gedeporteerd. Gelukkige uitzonderingen als ik en de paar overlevende slachtoffers zijn Barbies tijdgenoten.
Is dat niet actueel? Nee, zegt Finkielkraut: ‘Men heeft wat vlug van dit proces gezegd dat het een grote geschiedenisles voor de jonge generatie zou zijn: de prijs van het proces is integendeel geheel gelegen in de tot uitdrukking en tot uitvoering gebrachte wil van de justitie om de misdaden der nazi's - voor de laatste maal, misschien - van de drempel der historie weg te trekken.’ Ik hoop dat de lezer van dit artikel even verbaasd is als ik toen ik deze laatste alinea van het eerste hoofdstuk van Finkielkrauts essay las. Zelf ben ik als tijdgenoot en betrokkene naar Lyon gegaan en heb in dit blad verslag gedaan van het proces tegen Barbie. Nog eenmaal wilde ik trachten inzicht te krijgen in mensen als Barbie, in folteraars, dubbelspionnen, verraders, machtswellustigen, bloeddorstigen en hun slachtoffers, in hun rechters ook, in de maatschappij van toen en die van nu, in mijn en Barbies tijd. Maar ik ben met stomheid geslagen, verbijsterd; ik heb nog steeds niets van Barbie begrepen. In de heimelijke hoop de raadsels toch nog op te lossen door rangschikking en beschrijving van de feiten, door analyse en verklaring, heb ik zijn levensverhaal geschreven. Opnieuw vergeefs. Te begrijpen is er niets, slechts te concluderen. De conclusie van mijn onderzoek was dat hij, Barbie, hoe treurig het ook is, een van ons is.