Waterdragers
De andere kant van het ‘patriarchaat’ is de wereldwijd nog steeds vrij deplorabele leefsituatie van de meeste vrouwen. De cijfers (gedwongen uithuwelijking, genitale verminking, sterfte door abortus en in de statistieken onzichtbare vrouwenarbeid) zijn aan krantelezers bekend. Negentig procent van alle vluchtelingen is trouwens vrouw, maar dit martelaarschap is weinig glorieus en wie het aankaart is een feministische zeur, ondervond Robin Morgan in haar publicistische werk.
Maar hoe is het te verklaren dat er vrouwen zijn die alles opgaven om zo'n akelige demon lover te volgen in zijn morbide plannen? Op de bekende uitzonderingen na (Patricia Hearst, Khaled, Bernardine Dohrn) zijn de meeste terroristes niet meer dan waterdragers. Als naïeve meisjes geloofden zij in de theorie van de ruwe bolster, blanke pit, en trouwden zij mannen die hen slechts als dekmantel gebruikten. Interessanter zijn de vrouwen die alles op alles zetten om een echte terrorist te worden, zoals Ulrike Meinhof. Morgan verklaart dat uit de diepgewortelde hunkering van vrouwen om koste wat het kost geaccepteerd te worden door de man van wie ze houden. Cherchez l'homme is het motief. Omwille van zijn goedkeuring ontkennen ze zichzelf, offeren ze zich op voor zijn Zaak, nemen ze zijn denkwijze over en excuseren ze zijn misstappen. Doet Morgan hun geen onrecht aan als ze stelt dat deze vrouwen slechts een van mannelijke terroristen afgeleide status hebben? Misschien, maar het argument van het alles doen om bij de ‘boys’ te horen klinkt me bekend in de oren, vooral als je voor ogen houdt dat een vrouwenleven voor avontuurlijke, sterke vrouwen allesbehalve aantrekkelijk is. In een maatschappij waar ze minder maatschappelijke kansen hebben, is het niet vreemd dat vrouwen hun sekse willen overstijgen.
Ook Morgan zelf was een van die revolutionary right-on broads, die ijverig zijn en hun mond houden, in een vertwijfelde poging om in de felbegeerde positie van symbolisch vrouwelijk zwaargewicht te komen, wat inhield dat je net zo gewelddadig werd als l'homme fatale. Die druk om je te conformeren is in militante groepen al even hoog als in de CIA, het Witte Huis en het Pentagon, zoals uit verklaringen van voormalige medewerkers over het ‘harigeborstsyndroom’ blijkt. In die andere mannengemeenschap is agressieve onverzettelijkheid de hoogste deugd, geldt overleggen met de Verenigde Naties als soft en is de spreektoon afgemeten en feitelijk. Morele nuances worden afgedaan als ‘wollig’. Het taalgebruik inzake militaire onderwerpen is zelfs ronduit fallisch. In het Air Force Magazine trof Morgan frases aan als ‘soft targets’ (voor ongewapende burgers), ‘thrust ratios’, ‘hardened silos’, ‘erector launchers’ en ‘deep earth penetrators’. Schrijvers als Doris Lessing, Henri Malraux, Norman Mailer en John le Carré hebben de seksuele component van (staats)terrorisme beter begrepen dan de officiële onderzoekers van het verschijnsel.
Vrouwen hebben, als ‘soft targets’, het meest geleden onder het politieke geweld, terwijl mannen er zich opmerkelijk genoeg veel vaker bij hebben neergelegd. Morgan spreekt in dit verband van een vrouwelijke onderstroom van rebellie, waarvan ze vele historische voorbeelden geeft (variërend van de haremopstanden tot het Chinese vrouwenverzet en de hervormingsbewegingen voor afschaffing van de slavernij, voor het algemeen kiesrecht en de wereldvrede). Morgans betoog over de mannelijke geweldsdrang beweegt onbedoeld in de richting van een ijzeren komplottheorie als ze beschrijft hoe vredelievende activiteiten van vrouwen in geschiedenisboeken en de pers worden afgeschilderd. Dat de milieubeweging voor een groot deel is gebaseerd op de theorieën van de bioloog Ellen Swallow, schepper van de ecologie als wetenschappelijke discipline, was mij niet bekend omdat het nooit wordt vermeld. Vrouwen op de Zuidzee-eilanden die actie voeren tegen de Franse atoomproeven - moeders en zuigelingen krijgen het eerst te maken met genetische deformaties - halen de kranten zelden, vergeleken met de mannen van Greenpeace. De welfare rights-beweging in de Verenigde Staten is een initiatief van vrouwen, maar pas sinds mannen er de leiding hebben genomen - volgens Morgan vonden ze de bijstandsmoeders niet agressief genoeg - wordt dit issue serieus genomen door de media.