De revolutie in boeken (1)
In zo goed als iedere etalage van de Franse boekhandel pronkt op dit moment het nieuwe naslagwerk over de Franse revolutie dat eind vorig jaar onder redactie van François Furet en Mona Ozouf verscheen. Het heet Dictionnaire critique de la Révolution Française en werd gepubliceerd door Flammarion. Het is een boek dat je met enige huiver oppakt, niet alleen omdat het ettelijke kilo's (1122 pagina's) weegt en onbetaalbaar lijkt (f 171, -) maar ook omdat het oogt als de waarheid. Dat de auteurs die in hun voorwoord relativeren, heeft geen betekenis. Wie een boek als dit aanschaft, verwacht dat hij voor enkele jaren onder de pannen is. Tot op grote hoogte - en eerlijkheidshalve: tot mijn verbazing - komt dat nog redelijk uit ook. Deze dictionnaire is opgedeeld in vijf hoofdstukken waarbinnen de volgorde strikt alfabetisch is. Die hoofdstukken gaan respectievelijk over de gebeurtenissen, betrokkenen (‘acteurs’), instituties, ideeën en interpretatoren. Daarvan is alleen het eerste hoofdstuk in mijn ogen onbruikbaar. De uitgevers hadden daar veel beter de traditionele chronologie in plaats van het alfabet kunnen aanhouden. Nu begint het hoofdstuk met de Campagne d'Italie en vervolgt met Chouannerie en Coups d'état. Onder die noemers zoekt geen mens feiten op. Maar wat hier een nadeel is, werkt in de vier volgende hoofdstukken zeer goed. Een biografietje van Babeuf, een kleine verhandeling over de Sansculotten, een essay over de Code civil en de Revolutionaire Vergadering, over natie, vrijheid en verlichting, en - in het laatste deel - over de belangrijkste historici en contemporaire commentatoren. Ieder item beslaat minstens een pagina of vier, soms wel twaalf, is ondertekend en voorzien van een bibliografie. De toon is nergens zeurderig, de visie veelal modem. Een revolutionair naslagwerk.
CvdH