Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van Eeden‘Het was de bedoeling om met een boek Vijfentwintig onder dertig te komen, maar dat wordt nu Vijfentwintig onder vijfendertig, want het bleek niet mogelijk om genoeg goede schrijvers bijeen te sprokkelen die qua leeftijd in aanmerking kwamen’. Dit zegt Joost Zwagerman over een bundel met verhalen van vijfentwintig jonge schrijvers, die komend voorjaar bij uitgeverij Bert Bakker moet gaat verschijnen, onder redactie van hemzelf en zijn mede-redacteuren van De Held, Jessica Durlacher en Peter Elbertse. Het idee is om naar Amerikaans model veel diversiteit samen te brengen, en een soort overzicht in vogelvluchtperspectief te geven van het hedendaagse proza. Hoewel de bundel uit zal komen op het moment dat De Held vijf jaar bestaat, is er geen sprake van ‘een thuiswedstrijd van de redactie’, verzekert Zwagerman: ‘We hangen nog niet aan de grote klok wie er allemaal meedoen, maar ik kan wel zeggen dat we bij de samenstelling absoluut geen programma hebben gehanteerd. Het enige dat telde was ons eigen leesplezier. We noemen het boek dan ook beslist geen “bloemlezing”, want na alle heibel met Maximaal zou dat woord bij jonge auteurs werken als een rode lap op een stier.’
Minister Brinkman liet zich er door zijn demissonaire status niet van weerhouden een lange en zeer politieke redevoering af te steken bij de officiële opening van Poetry International. In de blessuretijd van het kabinet bleef hij langdurig stilstaan bij zaken als Het Milieu en, natuurlijk, Europa 1992. Direct nadat de staatsman het podium had verlaten, beende presentator Wim de Bie naar de microfoon, om zonder inleiding het gedicht ‘De grootste vijanden van deze tijd zijn:’ uit Lucebert's bundel... en morgen de hele wereld voor te lezen. Een van de hierin als ‘grootste vijanden van deze tijd’ bestempelde mensensoorten bestaat uit ‘kerels die dichters honoreren die ze nooit hebben aangehoord of gelezen’. ‘Ik vond het nodig om na al die frasen weer duidelijk naar de poëzie om te schakelen’, licht De Bie toe, ‘en natuurlijk heb ik het gedicht voor juist deze gelegenheid uitgezocht. Brinkman kan het op zichzelf betrekken, ja.’ Op het Ministerie van WVC, een van de grote subsidiënten van Poetry, kan voorlichter Han Mulder wel lachen om De Bie's poëtische kritiek: ‘Dit is natuurlijk dé manier om een minister van Cultuur te raken! Overigens vind ik, en ik spreek dan ook namens de minister, dat het vooral zo moet blijven dat beleidsmakers zelf niet teveel lezen. Daar krijg je maar branche-vervaging en rolconflicten van.’ Anders dan medewerker Jeroen Pauw in een gewraakt interview met Margreet Dolman wilde doen geloven, maakt de Wereldomroep niet alleen programma's voor ‘uitgeweken oorlogsmisdadigers en belastingontduikers’. In de afgelopen twee jaar heeft Gerrit Bussink een project opgezet, dat wegens groot succes wordt uitgebreid. Bussink had twaalf korte prozafragmenten uit de Nederlandse literatuur geselecteerd, die met steun van de Stichting voor Vertalingen in het Engels werden vertaald. Het Amerikaanse echtpaar Ray Gallon en Marjorie van Halteren zorgde er vervolgens voor dat deze door Amerikaanse acteurs in het New Yorkse Apple Corps Theatre ten gehore werden gebracht. Het ging om verhalen van Bob den Uyl, Maarten 't Hart, Levi Weemoedt, Hermine de Graaf, Henk Bernlef, F.L. Bastet, Nicolaas Matsier, Vonne van der Meer, Gerrit Krol, Maarten Biesheuvel, en twee keer Jules Deelder, de enige die zijn eigen teksten ‘performde’. Voor deze lees-avonden was het enthousiasme zo groot, dat de Wereldomroep de op band opgenomen verhalen nu uit gaat breiden met auteurs-informatie. De zo tot stand gekomen twaalf Engelstalige radio-programma's van elk een half uur zullen gratis worden gedistribueerd naar ongeveer honderd Amerikaanse radiostations en belangstellende zendgemachtigden in andere landen. Tijdens de recente American Booksellers Association-beurs in Washington kocht de Canadese uitgever Guernica Press de rechten van deze ‘anthologie van de Nederlandse literatuur’, met de bedoeling die samen met een Amerikaanse collega in boekvorm uit te gaan brengen als handleiding bij de radio-serie. De Wereldomroep overlegt bovendien met een platenmaatschappij om de hele reeks op te laten nemen op een zestal langspeelplaten of drie CD's. Het geheel kreeg de naam Bittersweet Pieces, volgens Bussink ‘een even uitstekende als onvertaalbare typering van de Nederlandse mentaliteit’.
Omdat er maar een beperkt aantal bestsellerschrijvers is, lopen de bedragen die daarvoor betaald worden steeds hoger op. Een resultaat daarvan is, dat in vooral de Verenigde Staten in toenemende mate gezocht wordt naar omzetgaranderende debutanten. Wat weer als gevolg heeft dat er ook in de gelederen van de mindere goden een snelle inflatie aan de gang is. Dit blijkt het meest bij de voorschotten die betaald worden op royalties. Agenten van maar enigszins succesvolle auteurs drijven de prijs op tot bedragen die tot honderd procent hoger liggen dan afgelopen jaar. Onderhandelen gebeurt met het mes op tafel, en auteurs wisselen soms per boek van uitgever. Deze ontwikkeling heeft zijn weerslag op het Europese continent. Verschillende Nederlandse uitgevers kregen recentelijk te maken met exorbitante eisen voor auteurs die ze al langere tijd in hun fonds hebben. Uitgeverij De Prom kon nog net de vraagprijs opbrengen voor de derde roman van Louise Erdrich: Sporen, de vertaling van Tracks, dat in de Verenigde Staten een oplage van honderdduizend exemplaren haalde. Harper & Row, de Amerikaanse uitgever die ook de ontdekker is van de schrijver Michael Gorbatsjov, heeft voor Erdrichs boek een voorschot betaald van 1,2 miljoen dollar, en berekent die kosten door. ‘Als dit zo doorgaat, zal ik bij haar volgende boek moeten afhaken’, waarschuwt Prom-uitgever Wim Hazeu. Vergelijkbare problemen heeft Joost Bloemsma, uitgever van Het Spectrum. Voor een nieuw boek van John Jakes, schrijver van het voor televisie verfilmde Noord en Zuid, moet ineens een absurd hoog bedrag op tafel komen. Bloemsma noemt het ‘verdomd moeilijk’ om zo'n voorschot terug te verdienen: ‘Men gaat geheel voorbij aan het feit dat wij Jakes' achtdelige romancyclus De kinderen van de vrijheid uitgeven. Op deze manier wordt het investeren in een auteur totaal witzloos.’ Ook uitgeverij Luitingh kampt met dergelijke problemen. Naar verluidt heeft Stephen King in de Verenigde Staten veertig miljoen dollar bedongen voor de verzamelde rechten van zijn vier volgende romans. In Engeland is vijf miljoen dollar gevraagd, in Duitsland drie miljoen, en in Nederland schijnt ruim een miljoen dollar te moeten worden betaald. Directeur Bert de Groot wil dit bevestigen noch ontkennen, maar is ‘uitermate zorgelijk’ over de situatie. Gaande de onderhandelingen heeft hij collega's gebeld om ze te vragen niet over zijn bod heen te bieden. Luitingh heeft twintig boeken van King in haar fonds. Een ook in ons land escalerende prijzenslag kan voor alle partijen op den duur slechts nadelig zijn, stelt De Groot klagelijk: ‘De Nederlandse uitgevers zullen zo verstandig moeten zijn om de handen ineen te slaan, anders zijn de gevolgen op onze kleine markt niet meer te overzien.’
Er komt toch weer een Barbarber-aflevering! In het vroege voorjaar van 1990 komt bij de dan jubilerende uitgeverij Querido een door de voormalige Barbarber-redacteuren G. Brands, J. Bernlef en K. Schippers samengestelde, 250 bladzijden dikke bloemlezing uit van alles wat tussen 1958 en 1971 in dit vermaarde letterkundige periodiek is verschenen. Het ‘tijdschrift voor teksten’, zoals de ondertitel luidde, zal voor de gelegenheid worden uitgevoerd in album-formaat, op de manier van Opperlandse taal- en letterkunde, en zal vanzelfsprekend veel illustraties bevatten. De samenstellers voelden niet voor een chronologische rangschikking en kozen daarom voor een thematische vorm, waarin oude, maar ook een flink aantal nieuwgeschreven bijdragen alfabetisch gerangschikt worden. De redactie heeft de afgelopen tweeënhalf jaar alle 87 verschenen nummers doorgewerkt en een kritische selectie gemaakt. In 1964 en 1968 maakte de Barbarber-redactie ook al een keuze uit de totdantoe verschenen nummers. Een door Kees Fens in 1976 samengestelde bloemlezing onder de titel Er stapt een man in een auto. Het neo-realisme in Nederlandse teksten is maar korte tijd leverbaar geweest. Volgens Henk Bernlef kan het Barbarber-alfabet gezien worden als het 88ste nummer van het tijdschrift, en is er met erg veel plezier aan gewerkt: ‘We hebben vooral ontzettend gelachen. Het was weer net als vroeger.’ |
|