Brieven
Frans Pointl
Verbaasd las ik de geringschattende toon waarop Diny Schouten het debuut van Frans Pointl besprak (Boekenbijlage, 10-6-'89). Hij zou een zondagsschrijver zijn. Gelukkig heb ik het boek De kip die over de soep vloog allang gelezen, erop attent gemaakt door een erudiete boekverkoper. Ik vind het boek meer dan de moeite waard om te lezen. Schouten haalt een gedeelte van een zin aan: ‘mijn neurotische cipier’; er staat echter: ‘mijn neurotische en zwijgzame cipier’. Zij gebruikt het woord ‘Kriegsbeschädigte’ om Pointl te kenschetsen. Is het haar niet opgevallen dat de auteur elk germanisme gemeden heeft als de pest? Hij noemt zichzelf ergens een ‘loner’, het Engels voor ‘Einzelgänger’ wat meer gebruikelijk is. Blij zal hij niet zijn met het woord ‘Kriegsbeschädigte’. Het is bovendien nog fout ook, het betekent oorlogsinvalide. ‘Kriegsgeschädigt’ heet wat Schouten bedoeld heeft: door de oorlog geteisterd. Dan hoort er ook nog een ‘r’ achter voor de mannelijke vorm. ‘En natuurlijk,’ schrijft zij, ‘zijn initiatiescènes altijd grappig en altijd prijs’. (Ik las het woord ‘initiatiescènes’ voor het eerst.) Ook deze formulering getuigt van haar geringschatting voor wat zij een zondagsschrijver noemt. Afgaande op Diny Schoutens recensie zou ik het boek niet snel gaan lezen. Men leze liever het commentaar van Adriaan Morriën op de achterflap en haaste zich naar de boekhandel.
Amsterdam,
A.V. Tamminga