Barthes
Uiteindelijk werd haar schrijverschap haar identiteit. Een meer kwetsbare positie kan men zich nauwelijks voorstellen, want onmiddellijk doemt de vraag op hoe een schrijver zich op moet stellen tegenover de buitenwereld. Een vraag die haar vanaf het begin intens heeft beziggehouden. In Gordimers eigen woorden: ‘Responsibility is what awaits outside the Eden of creativity.’ Aan de verantwoordelijkheid van de schrijver is dan ook een groot deel van haar essays gewijd, het meest expliciet in The Essential Gesture (uit 1984), waarnaar, niet onverwacht, de bundel is genoemd. Daarin stelt ze Barthes' uitspraak dat het werk van een schrijver zijn (haar) meest essentiële daad is ter discussie. Immers, er wordt van een schrijver veel meer verlangd: een expliciete politieke opstelling. Een eis die vooral gesteld wordt door buitenstaanders, critici, of in ieder geval mensen die niet zoals Gordimer in een verscheurde samenleving leven, en die hun leven en hun vrijheid niet riskeren. Met bitterheid constateert ze dat het haar soms kwalijk is genomen door dergelijke mensen dat ze nog steeds in Zuid-Afrika leeft, en niet verbannen of opgesloten is, alsof haar opstelling in haar boeken dus niet uitgesproken genoeg geweest is. Een eis die bij voorbeeld niet aan Amerikaanse auteurs wordt gesteld. (‘Kunt u zich voorstellen dat een dergelijke zelfgenoegzame inquisitie gericht zou worden tegen iemand als John Updike omdat hij het trauma van Amerika's Vietnam-oorlog niet tot een thema van zijn werk heeft gemaakt?’) Aan de hand van een overzicht van schrijvers met uiteenlopende politieke achtergronden laat Gordimer zien dat politiek activisme niet geleid heeft tot grotere creativiteit, zoals in het geval van Chinua Achebe of Wole Soyinka. Haar interpretatie van een schrijvers verantwoordelijkheid verschilt van die van bij voorbeeld Breyten Breytenbach, die de noodzaak zag om ‘more than a writer’ te zijn, en niet
‘only a writer’. Nadine Gordimer heeft ervoor gekozen om het laatste te zijn, maar zoals altijd is zij ook vol twijfel over deze opstelling.
Ergens anders zegt ze over dit innerlijke conflict: ‘Toch blijf ik een schrijver, niet een publieke spreker: niets dat ik hier zeg zal zo waar zijn als mijn fictie.’ Het is een uitspraak die dateert uit de periode dat ze July's People schreef, een roman waarin haar bewustzijn van de tragische en onvermijdelijke veranderingen die Zuid-Afrika te wachten staan, misschien het meest pregnant naar voren komen. Tegelijkertijd laat dat werk zien dat fictie de mogelijkheid biedt om sociale veranderingen te onderzoeken op een veel indringender en verreikender wijze dan een strikte beperking tot de feiten toestaat. De bundel The Essential Gesture onderstreept de waarheid van haar literaire werk nog eens te meer. Wie zijn twijfels en angst zo kan analyseren en zo prachtig kan verbeelden, in fictie en non-fictie, hoeft zich wat mij betreft niet verscheurd te voelen door het dilemma van het schrijverschap. Slechts een schrijver te zijn, of meer dan een schrijver te zijn - de vraag is uitsluitend hoe iemand als Nadine Gordimer een schrijver kan blijven in deze tijd van gespannen wachten op het aanbreken van een nieuw tijdperk in Zuid-Afrika.
■