Het profiel van de altruïst
Een onderzoek naar de ‘rechtschapenen onder de volken’
De altruïstische persoonlijkheid door Samuel en Pearl Oliner Vertaling Frans en Joyce Bruning Uitgever Balans, 304 p., f 39,50
Karel Soudijn
In Israël is in 1953 Yad Vasjem opgericht, een organisatie die niet alleen de slachtoffers van de holocaust wil herdenken, maar die ook eer wil bewijzen aan mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de steun aan Joden hun leven op het spel hebben gezet. Yad Vasjem deelt eretitels uit: wie om humanitaire redenen, zonder dat daar een beloning tegenover stond, tijdens de oorlog joden hielp, kan de officiële titel ‘Rechtschapene onder de volkeren’ krijgen. De commissie die deze titel verleent, hanteert bij de toekenning ervan strenge criteria.
Voor Samuel en Pearl Oliner vormen de ‘Rechtschapenen onder de volkeren’ het schoolvoorbeeld van altruïsme: hier treft men mensen aan die zich, zonder daar zelf beter van te willen worden, voor anderen hebben willen inzetten. In 1982 begonnen de Oliners onderzoek te doen naar de kenmerken van deze altruïsten. In dat jaar had Yad Vasjem aan ongeveer 5500 mensen de eretitel toegekend (inmiddels zijn het er 6000). De Oliners lieten gesprekken voeren met vierhonderdzes ‘Rechtschapenen’ uit verschillende landen. Niet alleen deze officieel erkende altruïsten werden ondervraagd. Er werd ook contact gezocht met een aantal mensen die in diverse opzichten vergelijkbaar waren (even oud, zelfde sociale achtergrond en opleiding), maar die juist níét in aanmerking kwamen voor de eretitel: uit de enorme grote groep van ‘niet-helpers’ selecteerden Samuel en Pearl Oliner honderdzesentwintig mensen voor een gesprek. Verder werden honderdvijftig joden geïnterviewd die tijdens de oorlog hulp van de erkende altruïsten ondervonden. De meeste informanten zijn afkomstig uit Polen, Frankrijk, Nederland en Duitsland; enkelen kwamen uit Italië, Noorwegen, Denemarken, België en de Oekraïne.
De vragen die de onderzoekers wilden beantwoorden, klinken heel eenvoudig. De Oliners willen weten of hulpverlening aan joden tijdens de oorlog een kwestie was van externe omstandigheden of van karakter. Verder willen ze weten wat dan wel de omstandigehden waren die hulpverlening bevorderden en welke persoonskenmerken iemand tot altruïst maken.
Wie zich op deze vragen blindstaart, wordt door dit boek teleurgesteld: de antwoorden zijn niet duidelijk. De omstandigheden wisselen zeer sterk; de altruïsten vertonen onderling, in hun persoonlijkheid, een grote variatie. Samuel en Pearl Oliner geven hier en daar wat statistische trends aan: de hulpverleners kregen bij voorbeeld in hun jeugd minder vaak straf dan de ‘niet-helpers’. Toch kunnen de onderzoekers geen scherpe grenzen trekken tussen omstandigheden die hulpverlening bevorderen of juist tegengaan, of tussen karakters die iemand hetzij als altruïst hetzij als toeschouwer bestempelen.
In dit boekje staan vrij veel percentages (van antwoorden op vragen) vermeld, maar de interpretatie daarvan is dubieus. De informanten werd gevraagd naar hun gedragingen en motieven van enkele decennia daarvoor: het tijdsverloop kan voor allerlei vertekeningen hebben gezorgd. Mensen laten zich vaak niet door duidelijke motieven leiden; wél kunnen ze na verloop van jaren een verhaal over hun eigen motieven vertellen. Maar of dit verhaal klopt, is een heel andere kwestie.
Alle hulpverleners uit dit boek hebben indertijd met gevaar voor eigen leven gehandeld. De jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog nam in diverse landen echter zeer verschillende vormen aan (de auteurs geven daar in dit boek ruimschoots aandacht aan). Dit maakt het zoeken naar omstandigheden die altruïsme bevorderen extra gecompliceerd.
De statistische gegevens in dit boek over altruïsme bieden geen duidelijk beeld. De auteurs hebben in hun beschouwing echter ook citaten uit interviews opgenomen. De herinnering aan eigen motieven kan onbetrouwbaar zijn; misschien is ook de herinnering aan gebeurtenissen uit de oorlog in een aantal opzichten vertekend. Toch zijn de verhalen van de betrokkenen misschien het belangrijkste wat dit boek te bieden heeft: ze tonen, hoe primitief ook, mogelijkheden die mensen hadden om zich actief teweer te stellen tegen een enorme overmacht.