Zaklopen
Het leven van pater Joe is exemplarisch voor de geestelijke verlamming die Joyce, aan wie Powers duidelijk verwant is, zag als het wezen van zijn geboortestad Dublin. Wheat That Springeth Green volgt Joes loopbaan vanaf zijn prilste jeugd, wat niet wil zeggen dat we van zijn besluit om geestelijke te worden zo veel meer begrijpen dan dat van pater Urban die vierenvijftig is aan het begin van Morte d'Urban. Joe was een sportieve jongen, op weg om een ster te worden in het hardlopen, en hij verloor zijn onschuld nogal drastisch in een simultane stoeipartij met twee meisjes, maar wat verklaart zoiets? Uit een vroege wedloop bewaart Joe het treffende beeld van het leven als een wedstrijd in het zaklopen. Overigens blijft de beschrijving van Joes jonge jaren zo summier en fragmentarisch dat het mooie beeld eerder aan het heden ontleend lijkt, de maanden vóór de officiële opening van de nieuwe pastorie, dan aan zijn vroege bestaan (al gaat er bij zijn inwijding tot priester ook het een en ander grondig verkeerd.)
Meer nog dan Morte d'Urban is Wheat That Springeth Green een reeks verhalen die door dezelfde personages bijeen worden gehouden (twee hoofdstukken komen als afzonderlijke verhalen voor in Look How The Fish Live). De tijd waarin pater Joe actief betrokken moet zijn geweest bij de aanbouw van de pastorie speelt vrijwel geen rol, ook niet in Joes herinnering, terwijl daarin juist een zekere verklaring had kunnen liggen voor zijn melancholie: je kunt je zo goed voorstellen dat Joe, die ooit ten onrechte had gemeend dat een leven van contemplatie voor hem was weggelegd, een poos geluk had gekend in het doelgerichte bestaan.
De dagen tussen de voltooiing van de pastorie en de inwijding ervan door de aartsbisschop vormen het zwaartepunt van de roman. Van de sportieve Joe Hackett van vroeger is een alcoholische vetzak overgebleven, een gedesillusioneerde die zich even gruwelijk ergert aan zijn vlotte jonge hulppriester en diens makkers als aan zijn vrijwel seniele zaterdaghulp pater Felix die een paar prachtige preken bijdraagt aan het boek. ‘Be a winner’ was het ironische motto van Morte d'Urban waarin pater Urban, vooral naar wereldse begrippen, inderdaad vaak aan de winnende hand is. Joe is, naar zijn eigen maatstaven gemeten, een verliezer in hart en nieren. Wat de kerk van hem vindt blijft uiteraard onbekend.
Joe heeft altijd geprobeerd binnen de kerk een zekere waardigheid te handhaven. Uit afkeer van gebedel vanaf de kansel heeft hij een ‘financieel systeem’ ontworpen waarbij hij de parochianen een jaarlijks bedrag ineens laat betalen. De resultaten van het systeem voldoen niet aan de vrekkige eisen van de kerk, zodat Joe ten slotte 's avonds barre bedeltochten moet ondernemen. De inwijding van de pastorie die voor Joe een triomf had moeten zijn wordt zijn tragikomische ondergang. De aartsbisschop negeert eenvoudig Joes scrupuleuze verzoek de afgrijselijke cheerleaders, een groep lawaaiende plaatselijke winkeliers, te weren bij het feest. Zo breekt het hoge kerkelijke gezag zonder het minste argument zelf de weerstand tegen de commercie. En Joe, die voor de lezer, en voor de schrijver waarschijnlijk, een tijdlang de hoop vertegenwoordigt op een gloedvol moreel protest, gaat van mistroostigheid door de knieën. Hij geeft toestemming tot de groepsfoto waarop hij zich te zanten met de herriemakers vertoont, en met de aartsbisschop die zich zo op de grote dag nog een schijn van milde democratie weet te verwerven.
Deze laatste, feestelijke vernedering vindt, zoals alles, plaats tegen de achtergrond van de Great Badger, het groteske afgodsbeeld van the discount house with a heart dat de kleinere bedrijven stelselmatig en humaan opslokt. Wanneer Joe aan het einde van het boek naar de bisschop gaat om hem de waarheid te zeggen, wordt het resultaat van het gesprek niet vermeld, en wie Powers' werk enigszins kent kan gemakkelijk raden wat dat betekent. De lezer weet dat Joe vrijwel alleen is komen te staan in zijn geloof dat de scheiding van Church and Dreck een zaak is van leven of dood.