Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenIn België heeft de jaarlijkse Boekenweek, begin november, een drukbezocht onderdeel: de Antwerpse Boekenbeurs. Deze beurs is de Vlaamse boekhandelaren al jaren een doorn in het oog. Tot voor kort was het namelijk zo, dat slechts de erkende uitgevers er hun fonds konden slijten aan de met busladingen aangevoerde scholieren en dagjesmensen. De zo gemaakte, aanzienlijke omzet ging geheel voorbij aan de beroeps-boekverkopers. Sinds afgelopen jaar zijn daarom ook de boekhandels vertegenwoordigd, als gevolg waarvan de beurs zelfs een vierde hal nodig zal gaan hebben. Binnen de Promotie-commissie van de Vereniging tot Bevordering van het Vlaamse Boekwezen is nu echter onenigheid gerezen over de manier waarop boeken op de beurs aan de man gebracht mogen worden. Commissielid Frans Schotte, directeur van de keten Standaard-boekhandels, wil de boekenweek aangrijpen om een aantal speciale aanbiedingen te verkopen. Paul Luyten, afgevaardigde van de afzonderlijke, literaire boekhandels, is daar echter fel tegen. Omdat in Vlaanderen wettelijk gezien geen vaste boekenprijs geldt, zijn boekhandelaren slechts gebonden aan prijs-afspraken binnen de Vereniging. Luyten is bang dat het principe van de vaste prijs een ingreep als deze niet zal overleven, en commissie-voorzitter Jacques Raedschelders deelt die angst: ‘Het gevaar zit erin dat, als je die mensen een vinger geeft, ze er het volgend jaar met je hele arm vandoor gaan’. Schotte is het daar niet mee eens: ‘Wanneer de boekhandel wordt uitgenodigd deel te nemen, hoort daar het hele assortiment bij, inclusief de ramsj. Anders is de beurs alleen maar een alibi voor degenen die de rest van het jaar onder de prijs duiken om te laten zien hoe goedkoop ze wel zijn.’ Als compromis is besloten dat Standaard exclusieve uitgaven mag aanbieden, indien aan andere boekhandels de mogelijkheid wordt geboden die boeken onder gelijke voorwaarden te verkopen. Zelfs over dit idee is nog geen werkelijke overeenstemming bereikt, en half juni vergadert de commissie opnieuw. Het Belgische boekenvak wacht gespannen op de dingen die komen gaan. Hoe hoog het spel om de vaste prijs er gespeeld kan worden, bleek afgelopen jaar, toen het voltallige bestuur van de Vlaamse Boekverkopers Bond werd weggestemd: vier van de zes bestuursleden behoorden tot de Service-groep, een winkelketen die stelselmatig stuntte met aanbiedingen.
Binnenkort komt uitgeverij De Prom met een herdruk van Octave Mirbeau's Dagboek van een kamermeisje. Het betreft hier een aanvankelijk bij uitgeverij De Arbeiderspers verschenen vertaling van Martin Ros, waarvan de rechten nu zijn overgenomen door De Prom. Als het aan Prom-uitgever Wim Hazeu ligt, wordt dit het begin van een heuse Martin Ros Bibliotheek bij zijn uitgeverij. Het tweede en derde deel in deze reeks zouden dan Ros' andere Mirbeau-vertalingen moeten worden, De tuin der foltering en De badkuur van een zenuwlijder. Ook van deze boeken heeft Hazeu inmiddels de rechten vergaard, terwijl tevens afspraken zijn gemaakt met de ECI, die Mirbeau in haar catalogus zal opnemen. De rest van de Bibliotheek moet gaan bestaan uit boeken die met elkaar gemeen hebben dat Ros er een bijzondere voorkeur voor heeft. Ros zelf trekt de vergelijking met de werkwijze van de Duitse uitgeverij Greno. ‘Daar heeft men een reeks die wordt samengesteld door Hans Magnus Enzensberger, eveneens puur op basis van de persoonlijke smaak van deze man. Als men bij De Prom een dergelijke boekenreeks wil groeperen rond mijn persoontje vind ik dat natuurlijk zeer eervol.’ Aan Wim Hazeu de vraag of het niet merkwaardig is je te profileren met behulp van de hoofdredacteur van een andere uitgeverij, namelijk De Arbeiderspers. Hazeu: ‘Nee, want er is hier eerder sprake van een aanvulling dan dat het om concurrentie gaat. Bovendien heb ik mijn Achterberg-biografie bij De Arbeiderspers uitgegeven, en de ene dienst is de andere waard.’ Hazeu en Ros beraden zich nog op de omvang en inhoud van de Bibliotheek, maar vast staat dat minimaal twee titels per jaar zullen verschijnen.
Terwijl in Nederland de Islamitische protesten (voorlopig?) zijn uitgewoed, legt vertaalster Marijke Emeis de laatste hand aan de vertaling van The Satanic Verses. Aanvankelijk was Emeis van plan gedurende het slotstadium van haar opdracht een bezoek te brengen aan auteur Salman Rushdie teneinde een aantal problematische passages door te nemen. Nu dit onmogelijk is geworden, is de hulp ingeroepen van Theo Damsteegt, indoloog aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. ‘Op het gehele boek is mijn arbeid nogal gering’, relativeert Damsteegt zijn bijdrage: ‘Mijn assistentie betreft voornamelijk de passages waar Rushdie oorspronkelijke Hindi-termen in de Engelse tekst heeft gehandhaafd.’ Ondanks alle commotie zal Marijke Emeis haar vertaling - waarvan vorige week een deel in dit blad werd voorgepubliceerd - op het afgesproken tijdstip voltooien. De redactie van het reeds ingeleverde deel heeft bij uitgeverij Veen inmiddels de volle aandacht, ‘want dit wordt natuurlijk een vertaling waar iedereen bovenop springt.’ De uitgeverij heeft er bewust voor gekozen de produktie van het boek niet te versnellen. De duivelsverzen verschijnt hartje zomer, ‘als een voornaam deel van de potentiële protesteerders op familiebezoek is in het land van herkomst’, zo hoopt men bij Veen.
Eind mei ontving een groot aantal journalisten een brief van uitgeverij Bert Bakker, waarin werd aangeboden om interviews te arrangeren met schrijvers die niet naar Nederland konden worden gehaald: ‘Als u belangstelling hebt voor een of meer van onze auteurs en deze zomer toevallig in de buurt van zijn woonplaats zou zijn, zullen wij graag een afspraak voor u maken. In bepaalde zaken kunnen wij behalve bemiddelen, ook voor een financiële bijdrage zorgen.’ Bijgevoegd was een lijst met fondsauteurs van over de hele wereld, van Zuid-Afrika en Rusland tot de Verenigde Staten en Zweden. Nu is een interview goede en, zeker in vergelijking met de hoogte van advertentie-prijzen in dag- en weekbladen, goedkope publiciteit. Probeert de uitgeverij op deze manier promotionele munt te slaan uit het stimuleren van de reislust bij de schrijvende pers? Uitgever Mai Spijkers ziet het meer als ‘het aandragen van een ideetje’, zodat journalisten ‘een interview kunnen combineren met hun vakantie’: ‘Je moet het niet teveel zien als het betalen van publiciteit in een krant, dat is in ieder geval niet de achterliggende bedoeling. Natuurlijk proberen we zoveel mogelijk free publicity te verwerven, maar ik ga echt geen vliegtuig-tickets betalen. Als een krant een van onze auteurs groot wil brengen, is er echter wel iets te regelen. Ja, er hebben al diverse mensen gebeld om meer informatie.’
Vrijwel gelijktijdig verschenen recentelijk twee boeken die qua thematiek enige overeenkomst lijken te vertonen: Handleiding tot overspel van Carol Clewlow, bij uitgeverij Veen, en Gina Berriault's De maîtresse en andere verhalen, bij Nijgh & Van Ditmar. De aandacht wordt des te meer naar de overeenkomsten tussen deze uitgaven getrokken, omdat de omslagen ervan allebei zijn uitgevoerd met (een gedeelte van) het schilderij Adam en Eva, van de kunstenares Tamara de Lempicka. Hoewel de betrokken uitgeverijen vóór verschijnen op de hoogte waren van elkaars plannen, hebben ze toch vastgehouden aan de op dat moment al gekozen uitvoering van de beide boeken, vertelt Veen-redactrice Eva Cossee: ‘In samenhang met Clewlow's roman drong zich dat schilderij gewoon bij me op, het hoorde erbij. Later merkte ik dat we niet de enigen waren in die keuze, maar toen stond mijn besluit al vast.’ Uitgever Vic van de Reijt van Nijgh & Van Ditmar was aanvankelijk zelfs van plan om het gehele oeuvre van Berriault, vijf hoeken, met een serie Tamara de Lempicka-omslagen uit te gaan brengen. Van dat idee is hij nu af, temeer omdat bleek dat uitgeverij Meulenhoff al eens een reeks herdrukken van Anna Blaman liet vormgeven met werk van dezelfde kunstenares: ‘Ach, er gaat wel eens een omslag de mist in. Om dit soort moeilijkheden te voorkomen, nemen we de volgende keer weer een volledig onbekende schilderes van Nederlandse bodem. Die worden bij dezen uitgenodigd.’ |
|