Loyaliteitsconflicten
Amerika's moeizame verhouding met het liberalisme
Loyalties A Son's Memoir door Carl Bernstein Uitgever Simon and Schuster, 262 p., f 68,90 Importeur Van Ditmar
Steven de Vogel
Het was een van de laatste dagen van oktober 1988, niet meer dan twee weken voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Michael Dukakis, de kandidaat van de Democratische Partij, had er meer dan een halfjaar tegen gevochten, maar als laatste wanhoopsoffensief om de dreigende nederlaag toch nog af te wenden, ging hij schoorvoetend akkoord. Hij zou zich tot het L-woord bekennen. De volgende dag vertelde hij het Amerikaanse volk dat hij inderdaad een ‘liberal’ genoemd mocht worden, dat de ‘liberals’ Amerika groot hadden gemaakt, dat Franklin Roosevelt tenslotte ook een ‘liberal’ was geweest. Hij schaamde zich ook niet langer eens lid te zijn geweest van de Aclu, de organisatie die erop toeziet dat de burgerlijke vrijheden van iedere Amerikaan, van reactionair tot communist, worden gerespecteerd.
Twee weken later won George Bush de verkiezingen met ruime meerderheid.
De Amerikanen hebben een bijna schizofrene relatie met de Vrijheid. Het ‘land of the free’ is weliswaar gegrondvest in de ideologie van het liberalisme (vermengd met een flinke hoeveelheid godsdienstigheid), maar er komen telkens momenten in de Amerikaanse geschiedenis waarop die liberale waarden in botsing komen met het landsbelang. Meteen het ogenblik waarop de Amerikaanse liberaal een ‘progressief’ wordt. Een lot dat hij deelt met de Amerikaanse socialist en communist.
‘De heersende mening dat het recht op een eerlijk proces niet langer geldt als de verdediging van de nationale veiligheid in het geding komt, is irrelevant. (...) We kunnen onze vrijheden niet verdedigen door ze eerst op te offeren.’ Dat schreef Henry W. Edgerton, rechter bij het Hof van Beroep in Washington, op 3 november 1949. Aanleiding was een beroepszaak die Dorothy Bailey had aangespannen tegen de Amerikaanse overheid. Ze verloor haar baan bij de US Employment Service op grond van ‘ontrouw aan de regering van de Verenigde Staten’. Rechter Edgerton vond het ontslag van Dorothy Bailey onrechtmatig. Maar hij stond alleen. Alle andere rechters kozen de kant van de regering.
Carl Bernstein
sigrid estrada
De trouweloosheid van Dorothy Bailey bestond uit een vakbondslidmaatschap en een kennissenkring met progressieve opvattingen. De wettelijke basis voor haar ontslag was het ‘Truman Loyalty Program’, vernoemd naar de toenmalige Amerikaanse president Harry Truman.
Dorothy Bailey is een van de vele slacht-
Vervolg op pagina 8