Partijlijnen
De beschrijving van Elaines plotselinge entree in een kleinburgerlijk milieu, rechtstreeks vanuit de wildernis, onderstreept hoe de rolverdeling tussen de seksen in belangrijke mate maatschappelijk wordt bepaald. Zo zijn er meer elementen in Cat's Eye die tot het gedachtengoed van het feminisme gerekend kunnen worden en Atwood heeft dan ook de roep een feministisch auteur te zijn. Maar in Cat's Eye gaat ze het feminisme voorbij, want zoals voor radicale bewegingen wel vaker geldt: ze zijn af en toe niet te vermijden om een noodzakelijke maatschappelijke verandering teweeg te brengen, maar je moet zo gauw mogelijk van hun dogmatisme zien af te komen, anders gebeuren er ongelukken. Wanneer Elaine als tamelijk succesvol schilderes wordt geïnterviewd door een journaliste die in haar werk overal het typisch vrouwelijke wil ontdekken, antwoordt ze op de vraag ‘velen noemen je een feministisch schilder’: ‘Ik haat partijlijnen, ik haat getto's.’ Even later: ‘“Dus het is geen zinvolle classificatie voor jou?” zegt zij. “Ik vind het leuk dat vrouwen mnijn werk waarderen. Waarom niet?” “Waarderen mannen je werk?” vraagt ze geslepen... “Welke mannen?” zeg ik. “Niet iedereen houdt van mijn werk. Dat is niet omdat ik een vrouw ben. Als ze niet van het werk van een man houden is het niet omdat hij een man is. Ze houden er gewoon niet van.” Ik begeef me op glad ijs, en dit maakt me woedend...’
Elaine weet best dat deze journaliste enigszins gelijk heeft, maar weigert dit toe te geven omdat ze anders wordt ingepast in een denkpatroon dat het hare niet is.
De overeenkomst tussen schrijfster Margaret Atwood en schilderes Elaine Risley is hier te duidelijk om toevallig te zijn. Cat's Eye is naast veel meer ook Atwoods positiebepaling tegenover het feminisme en het beeld dat ze ervan schildert is weinig flatteus: ‘Bekentenissen zijn populair, niet over je fouten, maar over je lijden, door mannen. Pijn is belangrijk, maar alleen een bepaald soort pijn: de pijn van vrouwen, maar niet de pijn van mannen.’
■