Kapitein in eigen badkuip
Columns van Martin van Amerongen
Een kleine dondersteen door Martin van Amerongen Uitgever De Arbeiderspers, 218 p., f 29,90
Diny Schouten
Sómmige columnisten drijven het ‘plaisir de se voir imprimé(e)’ wel ver. Tenminste, Martin van Amerongen vertelt in een van de (55) afleveringen van zijn zaterdagse rubriek in NRC Handelsblad die hij bundelde tot Een kleine dondersteen, dat hij rekent op opname in de jongste druk van het Guinness Book of Records. De prestatie die hij beloond wil zien is dat hij zijn verslag van een door linkse journalisten gepleegde coup binnen de PvdA-gelederen van de afdeling Transvaal-Oosterpark tien keer in druk zag verschijnen. De auteur blikt noch bloost bij de beschrijving van de ‘merkwaardige rondgang door de media’ die zijn ‘Transvaalse notities’ (men vermoedt in de helft der gevallen: door eigen toedoen) maakten. Wat in oorsprong een reportage was in Vrij Nederland, kwam als ‘sociale geschiedschrijving’ terecht in een jubileumuitgave, een brochure, een congresmap, twee bloemlezingen (inclusief voorpublikatie in De Groene Amsterdammer); werd verwerkt tot televisiedocumentaire, promoveerde vervolgens - wellicht in een wat rustige week, wellicht door drukke werkzaamheden elders - tot column in NRC Handelsblad, en vond een voorlopige rustplaats in Een kleine dondersteen.
De trouwe lezer van Van Amerongens zaterdagse rubriek op de opiniepagina van NRC Handelsblad is niet helemáál ondersteboven van dit sterke staaltje van double usage. Eerlijk gezegd vermoedde die lezer dat zoiets wel eens passeren kon wanneer Van Amerongen zijn wekelijkse causerie zonder merkbare aanleiding besteedde aan nadere studie van de karakters van Judas Iskariot, Wolfgang Amadeus Mozart, William Shakespeare, Heinrich Heine, Jeanne d'Arc, Vader Abraham of Karl Kraus. De schrijver gaat enige nadruk op zijn leven als drukbezet man nooit uit de weg. Laten we het er dus op houden dat de treffende gelijkenis van sommige passages uit een beschouwing als die over W.H.M. van den Hout, alias Willem W. Waterman, alias Willy van der Heide, alias Silvia Sillevis, met die uit een eerder, elders verschenen bijdrage over dezelfde ‘alcoholhoudende brulaap’ van dezelfde hand, niet op toeval berust. Het is trouwens te zien aan een kleine retouche: het dertienjarig zoontje van de auteur, dat in beide schetsjes sprekend ten tonele wordt gevoerd, is in de versie van tien jaar later leeftijdloos, maar oogt, als kenner van de Bob Evers-serie altijd nog zeer jong. Maar komaan, wat er óók over te zeggen valt, is dat Van Amerongen over de flair beschikt die eenmaal veroverde feiten goed doet beleggen. Wel lijkt mij het aantal ingezonden brieven dat zijn slordigheden terechtwijst, afgezet tegen de reacties die men zo aantreft op collega NRC-columnisten, in verhouding onrustbarend hoog, al helemaal omdat het gaat om iemand wiens specialiteit het is om waar dat te pas komt op archiefonderzoek uit te gaan. Met soms aardig resultaat, zoals in twee stukken over prof. F.C. Gerretson - de dichter Geerten Gossaert - die als CHU-senator de stem der christelijk-historischen uitdroeg middels de hoofdartikelen van De Telegraaf.
Martin van Amerongen
bert nienhuis