Gedicht
Loods nagel
Voor de dichter N. Rándos
Als Nagel Harbor, Noorse zeeloods in Colombo,
‘recht zo die gaat’ had opgedragen aan de brug
van 't schip dat naar de verre, vreemde havens heenvoer,
betrad hij somber peinzend weer zijn kleine boot.
Over zijn borst gekruist zijn beide forse armen,
lurkende aan een oude aardewerken pijp
en in zichzelve pratend in een taal van 't Noorden
voer hij zodra het schip uit zicht was weer terug.
Toen Nagel Harbor, kapitein ter grote vrachtvaart,
de ganse aardbol had bereisd, was op een dag
hij moe en bleef als zeeloods in Colombo hangen.
Maar altijd bleef hij denken aan zijn verre land,
de sagenrijke eilanden van de Lofoten.
Tot op een dag hij in zijn kleine loodsboot stierf,
na 't uitgeleide van de Steamer Tank ‘Fjord Folden’
die onder stoom uit zicht verdween naar de Lofoten...
Uit: Maraboe en andere gedichten. Uit het Grieks vertaald door Hero Hokwerda. Tweetalige uitgave. Het Griekse Eiland. 115 p., f 19,50.