Vertaald
‘Verschillende personen in dit boek zijn onherkenbaar gemaakt voor het geval er weer moeilijker tijden mochten aanbreken,’ tekende Colin Thubron aan bij zijn China-reisverslag Achter de muur. Louise Fresco noemde in haar bespreking van Behind the Wall (Boekenbijlage 12 december 1987) Thubrons ongemakkelijke en achterdochtige gevoelens ten aanzien van China's verbijsterende wrede verleden: ‘Soms lijken de mensen die Thubron spreekt ook zelf verbijsterd over hun eigen verleden: toen de autoriteiten hen hadden opgeroepen tot geweld, was er geen enkele innerlijke rem meer - een patroon dat zich voortdurend heeft herhaald in de Chinese geschiedenis, a recurring cycle of constraint broken by sudden ungovernable savagery. Ook nu nog klinkt in de gesprekken een angst door voor chaos, voor te veel vrijheid waardoor alles weer uit de hand zou lopen.’
Weinig China-reizigers gingen zo goed voorbereid van huis als Colin Thubron: ‘Hij leerde Mandarijns spreken en verdiepte zich uitvoerig. Onderweg kiest hij opzettelijk de meest eenvoudige en vaak smerige herbergen, reist in de overvolle vierdeklas treinwagons en eet af en toe het onbeschrijflijke voedsel dat langs de straat wordt verkocht. Hij is erop uit om zich volledig onder te dompelen in de Chinese samenleving. Hij is een en al oor en oog, een en al vraag, altijd geduldig in de hoop om een glimp op te vangen van wat de Chinezen beweegt. Hij blijft voortdurend nieuwsgierig, altijd open-minded en is nooit verveeld. Dankzij de feitelijke gegevens en korte exposés die de auteur regelmatig door het boek vlecht, is het een bijzonder leerzaam boek. (...) Behind the Wall is prachtige reisliteratuur, en meer dan dat, het is literaire non-fictie van een ongeevenaarde soort.’ De Nederlandse vertaling (van P.H. Ottenhof en Tinke Davids) verscheen bij uitgeverij De Arbeiderspers (414 p., f 45,-).