Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenHet gaat niet goed met Unieboek. Dat is de kern van een reeks hardnekkige geruchten, die al geruime tijd de ronde doen over de uitgeverij die een tiental imprints herbergt, waaronder Agathon, Van Dishoek, Fibula, De Haan en Het Wereldvenster. Er wordt gesproken over op handen zijnde ontslagen ten gevolge van reorganisatieplannen. De moeilijke situatie waarin Unieboek zich bevindt zou onder andere zijn oorzaak vinden in een discutabel aankoopbeleid, waarbij veel te hoge bedragen werden betaald voor de acquisitie van bepaalde titels. Als voorbeeld wordt Het eerste saluutschot van de inmiddels overleden historica Barbara Tuchmann genoemd. Directeur René Malherbe ontkent dat het slecht gaat met Unieboek, maar geeft toe dat er inderdaad voorstellen zijn gedaan om de efficiency binnen het veelpotige uitgeversconcern te verbeteren. Van ontslagen is volgens hem geen sprake. ‘Wel is het mogelijk dat een aantal mensen een andere functie krijgt,’ aldus Malherbe. ‘Het is de bedoeling dat wij toegaan naar een beperkt aantal wervend redacteuren, zodat er niet meer vijftien, twintig mensen van ons op de Frankfurter Buchmesse rondlopen, maar vier à vijf.’ Op die manier hoopt Malherbe te voorkomen dat de diverse, elkaar enigszins overlappende fondsen die Unieboek rijk is, rechten kopen van boeken die in eikaars vaarwater zitten, zoals nu wel gebeurt. Malherbe verwacht deze week de reacties van de verschillende fondsredacteuren te ontvangen. Op basis daarvan zal worden besloten of er inderdaad reorganisaties zullen plaatsvinden, en zo ja welke.
Het is allang gemeengoed dat uitgevers achterin boeken reclame maken voor andere werken van dezelfde auteur, of andere boeken die bij dezelfde uitgeverij zijn verschenen. Vooral bij Engelse en Amerikaanse paperbackimprints is men als de dood voor blanco pagina's achterin een boek, maar ook de Nederlandse literaire uitgevers passen deze advertentievorm steeds vaker toe. In de Verenigde Staten is men inmiddels rijp voor een agressievere advertentie-formule. Uitgeverij Whittle Communications heeft negen goed verkopende auteurs zo ver gekregen contracten te tekenen voor het schrijven van een kort non-fictieboek van ongeveer honderd pagina's, dat in gebonden editie zal verschijnen. Door het gehele boek zullen advertenties van één bepaald bedrijf worden geplaatst. Dit bedrijf kan het boek vervolgens cadeau doen aan zijn relaties. Daarna kan het ook aan de boekhandel worden aangeboden, en eventueel worden herdrukt als paperback. Volgens de International Herald Tribune behoren tot de negen auteurs onder anderen de econoom John Kenneth Galbraith, Robert Waterman die samen met Thomas J. Peters het befaamde managers-handboek In Search of Excellence schreef, oud-staatssecretaris onder Carter Richard Holbrooke en de romanschrijver James Atlas. Whittle Communications is vooral bekend als tijdschriftenuitgeverij. De nieuwe, met advertenties doorspekte boekenreeks beschouwt men aldaar dan ook als een categorie publikaties die het midden houdt tussen een tijdschrift en een boek.
De nieuwste truc om de verkoop van een boek te bevorderen: breng er verschillende edities tegelijk van uit. Met een beetje geluk koopt de ware liefhebber ze allemaal. In Nederland had uitgeverij Querido de primeur door Het leven in een dag van A.F.Th. van der Heijden met vijf verschillende omslagen te publiceren. Inhoudelijk waren de boeken echter identiek. De Servokroaat Milorad Pavič gaat in Het Chazaars woordenboek een stap verder. Dit boek was twee jaar geleden de hype van de Frankfurter Buchmesse en verschijnt dezer dagen in Nederlandse vertaling bij Bert Bakker. Tot de vele eigenaardigheden van deze ‘roman in woordenboekvorm’ (om maar een ontoereikende omschrijving te geven) behoort het feit dat het zowel in een mannelijke als een vrouwelijke editie verschijnt. Beide versies zijn nagenoeg gelijk, doch verschillen in één cruciale paragraaf. ‘Aan u de keuze,’ aldus de auteur. Hoopt hij hiermee stiekem op een verdubbeling van de oplage? Pavič geeft op de laatste bladzijden een nobeler verklaring. Hij zegt zich te realiseren dat een schrijver zijn lezers tot vele uren eenzaamheid dwingt, en suggereert dat lezers en lezeressen van zijn boek zich naar een plaatselijke ontmoetingsruimte begeven, ten einde aldaar hun respectievelijke mannelijke en vrouwelijke editie met elkaar te vergelijken. Daarna zullen zij het boek niet meer nodig hebben, en wat dan volgt ‘is waardevoller dan het lezen van welk boek ook’.
‘Het heeft iets ontzettend komisch om die man op dezelfde manier te benaderen als mijn andere favorieten, Richard Wagner en Heinrich Heine. Wat niet wil zeggen dat dit geen serieus boek zou worden, natuurlijk, want ik schrijf alleen maar heel serieuze boeken.’ Martin van Amerongen, hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer, heeft nog slechts een informatief gesprek gehad met de hoofdredactie van De Arbeiderspers, maar overweegt ernstig de biografie te gaan schrijven van Ruud Gullit. De uitgeverij heeft Van Amerongen gevraagd de populaire voetballer te portretteren op een manier die ‘de mens Gullit’ centraal stelt. Volgens Van Amerongen is dat ‘een avontuurlijke gedachte’: ‘Het zal gaan om de sociale en sociologische invloed die Gullit, met zijn principe van nuchter en gezond verstand, op de Nederlandse samenleving heeft. Ik denk dat het feit dat je nu gekleurde meisjes om blanke halzen ziet hangen, en andersom, in belangrijke mate aan hem te danken is.’ De wil is er, maar het is vooralsnog de vraag of de Gullit-biografie er op korte termijn zal komen, want Van Amerongens agenda is overvol: ‘Ik durf niet te beloven dat ik dit kan inpassen, want ik moet nog met alle voorbereidingen beginnen. Het eerste knipsel moet ik zelfs nog uitknippen.’
Jan de Hartog is op 22 april van dit jaar vijfenzeventig jaar oud geworden, en dat is een gebeurtenis die niet onopgemerkt voorbij gaat. De Avro gaat in het najaar de serie Hollands Glorie, naar De Hartogs bekendste boek, herhalen. Bovendien komt er een documentaire over de auteur. Aanvankelijk zou die gemaakt worden door de BRT, al dan niet in samenwerking met de Avro. Omdat de Vlaamse omroep echter niet met de produktiemaatschappij Cinevisie tot overeenstemming kon komen over de vorm van de film, gingen de plannen niet door. Cinevisie werkt namelijk nauw samen met Jan de Hartogs uitgever Wim Hazeu, wiens uitgewerkte ideeën over het project niet overeen kwamen met die van de BRT. De NOS was er toen snel bij om afspraken te maken met De Hartog en Hazeu. Het resultaat hiervan is dat eind oktober een door documentarist Cees van Langeraad gemaakt portret van Jan de Hartog zal kunnen worden uitgezonden. NOS-programmacoördinator Henk Suèr toont zich verheugd over de ontwikkelingen: ‘Een man als Jan de Hartog is een dankbaar onderwerp voor de televisie, die mag je gewoon niet laten lopen. Hij is zo markant als het maar kan, vertelt helder, en er zijn plenty film- en televisiefragmenten om zijn verhaal te illustreren.’ Is de NOS in deze zaak slagvaardiger geweest dan de andere gegadigden? ‘Zo mooi had ik het zelf nog niet uitgelegd, maar eigenlijk is dat wel het geval, ja.’
Binnen enkele dagen na de verschijning in maart van dit jaar werd Guus Vleugels selectie uit de Nederlandse naoorlogse cabaretliedteksten Zij kon het lonken niet laten uit de handel genomen. Tekstschrijfster Martie Verdenius was het niet eens met de keuze van haar anti-mannenlied ‘Wie willen het onderste uit de kan...’ en liet beslag leggen op de bloemlezing. Een verzoek om toestemming tot gebruikmaking van de tekst bleek haar niet tijdig te hebben bereikt, en zij weigerde die alsnog, hoewel het boek al in de winkel lag. Twee maanden na de inzet van het conflict hebben Verdenius en uitgeverij Bert Bakker overeenstemming bereikt, zo meldt een opgeluchte Bert Bakker, directeur van zijn bedrijf: ‘We hebben het kunnen schikken, en mevrouw Verdenius heeft zich bereid verklaard om tegen een vergoeding in te stemmen met de opname van haar liedje.’ De uitgeverij en Vleugel moesten verder akkoord gaan met de bijsluiting van een inlegvelletje in het boek, waarop een tekst staat die Martie Verdenius wel gebloemleesd wil zien. In plaats van het anti-mannenlied blijkt dat het ‘Versje voor vrouwen’ te zijn. |
|