Gedicht
Het is grootnieten of kleinnieten
Al vliegen de padden je in het gezicht
Wat was kan worden opgefrist
Nog gaat adret ja fladdert als in ballet
Je jeugd zoals die was vederlicht voorbij
Schoon ietwat of geheel ontwricht
Donker wentelt het hart om zijn overlast
Draf en drek weegt op elk tijdsgewricht
In versleten licht gaat de late reidans
Afgemeten toch vermetel van graf tot graf
Het is grootnieten of kleinnieten
Als leeftocht niet te bederven waar
Zo is de onzin van de waarheid te genieten
Al hangt uit het jonge oor het oude haar
En regent het uit razernij en liefde
Uilskuikens op het verbrokkelde trottoir
Zo maakt de waanzin van de waarheid vrij
Alleen vuil uit de reistas valt het arkadische ei
Uit: Troost de hysterische robot. De Bezige Bij, 80 p., f 37,50