Geletterd?
Kent u uw Boon? Welke dichter heeft het moeilijk bij het bekijken van jonge sla? Wiens wieg (een Nobelprijswinnaar die er geboren werd in 1899) stond in Oak Park, Illinois? Door wie wordt Frollo van de torens van de Notre-Dame gegooid? Wie schreef Journal d'un curé de campagne? En The Diary of a Nobody? En Het dagboek van een gek? Ik spreek uit ervaring dat je met het stéllen van zulke vragen geletterder kunt lijken dan wanneer ze je worden voorgelegd - kwartjeskennisvragen haal je uit de Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur en voor beroemde versregels kun je terecht bij Komrijs Duizend en enige gedichten uit de negentiende en twintigste eeuw. Paul Jacobs, Vlaams quizmaster en reeds auteur van uiteenlopende ‘blufboeken’ (Het grote blufboek; Kwisboek voor volwassenen; Winnen bij scrabble) verzon honderden vragen ‘waarmee u uw eigen parate kennis en die van anderen over boeken en schrijvers op speelse wijze kunt testen.’ Speels? Literair quizboek (In den Toren, f 17,90) is pure pesterij, want Jacobs is niet gauw tevreden. ‘De eerste regel kennen van een bekend gedicht is mooi,’ schrijft hij bij de opgave van versregels als Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren en Ambrosia, wat vloeit mij aan?, maar wie tevreden spinnend bij zich zelf het antwoord aanwezig weet, wacht een kleine teleurstelling: ‘Mooier is het, minstens de eerste strofe te kennen. Kunt u dat?’ treitert Jacobs. Het Literair quizboek noopt aldus tot huiswerk: alsnog de verzamelde werken lezen van Trollope, Dickens, Tolstoj, G.K. Chesterton, James Joyce, Oek de Jong en Anne de Vries (‘Kent u vijf schrijvers die De Vries
heten?’) is wel het minste, overwegen om naar het avondgymnasium te gaan (‘Hoe heetten de verwijfde inwoners van een stad in Lucanië, aan de Golf van Tarente?’) is een side-effect en de volledige Mei uit het hoofd wordt onontkoombaar - maar dat was u toch al van plan.
DS