Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenOp 12 mei wordt Bertus Aafjes vijfenzeventig jaar, en dat is reden genoeg voor een aantal festiviteiten. Uitgeverij Meulenhoff is bezig met de voorbereidingen van een Verzamelde gedichten-uitgave van de man die met Een voetreis naar Rome een van de meest gelezen Nederlandse bundels van deze eeuw schreef. Bij uitgeverij De Prom verschijnt op 1 mei De dichter van de sarcofaag en andere opstellen, een bundeling van essays over onder anderen Bloem, Roland Holst en Achterberg, die Aafjes rond 1940 in diverse tijdschriften publiceerde. Op diezelfde dag zendt de KRO een door De Prom-uitgever Wim Hazeu gemaakte biografische televisiedocumentaire over Aafjes uit. Zijn de te verschijnen boeken belangrijk, Hazeus film is op zijn minst opmerkelijk. Aafjes woont namelijk zeer teruggetrokken in het Limburgse Swolgen, en heeft een absolute aversie van publiciteit, en met name van televisie. In interviews moet hij steevast reageren op het feit dat hij na de oorlog het belang van de Vijftigers niet heeft onderkend, en zich zelfs op nogal onfrisse wijze tegen hen heeft afgezet. Hoewel Aafjes hierover naderhand herhaaldelijk zijn spijt heeft betuigd, lijkt hij toch de literatuurgeschiedenis in te gaan als degene die een bepalende wending in de Nederlandse poëzie heeft gemist, het schrikbeeld van iedere criticus. Wim Hazeu, die eerder al in een VN-Kleurenbijlage over Aafjes schreef, is ‘trots en blij’ dat hij hem heeft kunnen overhalen tot medewerking aan het gefilmde portret: ‘Na jarenlang zeuren is het nu dan toch gelukt en zal ik deze man aan den volke kunnen tonen. Een essayist en dichter van zijn statuur is gewoonweg te goed om zomaar te kunnen worden vergeten.’
‘In zijn boek lukt hem iets buitengewoons; namelijk vanuit een volwassenen-standpunt een liefdevolle röntgenblik op de kindertijd te werpen.’ Dit schrijft Wolfdietrich Schnurre in het Duitse blad Die Zeit over Nathan Sid van Adriaan van Dis. Zijn recensie verscheen ter gelegenheid van de Luchs 31-bekroning die Van Dis deze maand ten deel viel. Sinds 1986 selecteert een door Die Zeit en Radio Bremen ingestelde jury uit het overweldigende aanbod maandelijks één boek, dat vervolgens ruimschoots aandacht krijgt. Adjunct-directeur Maarten Asscher van Meulenhoff, de uitgever van Adriaan van Dis: ‘Adriaans boek is in Duitsland verschenen bij Elster Verlag, een kleine uitgever zonder veel publicitaire middelen, dus deze prijs heeft hij geheel op eigen kracht en op puur kwalitatieve gronden verworven. Dit zal een enorme stimulans zijn om de aandacht voor zijn boeken in het buitenland nog verder te vergroten.’ Over buitenlandse aandacht mag Van Dis overigens toch al niet klagen: de Zweedse vertaling van Barbaar in China ontvangt momenteel enthousiaste recensies, en hetzelfde boek verschijnt, evenals overigens Terug naar Kongo van Lieve Joris, dit najaar in een reisboekenserie van de Franse uitgever Actes Sud. Elk van deze buitenlandse uitgevers heeft bovendien al laten weten meer dan geïnteresseerd te zijn in Van Dis' overige werk. Afgelopen jaar publiceerden ze al een boek over de ingebakken culturele vooroordelen binnen het Sinterklaasfeest, onder de titel Al is hij zo zwart als roet, en nu gaan ze serieus proberen zich als zelfstandige uitgeverij te vestigen. Stichting Vormings- en Trainingscentrum Warray, nauw verbonden met de Landelijke Vereniging van Surinamers in Nederland, opent op 21 april officieel de zelfstandige Migrantenuitgeverij Warray. Gesteund door een scriptiecentrale wil de uitgeverij inventariseren wat er in de Surinaamse en andere migrantengemeenschappen aan interessant en publikabel onderzoek wordt verricht. Aan de hand van die gegevens, en met het ‘tijdschrift voor wetenschap en cultuur’ Sarnami Akademi als kweekvijver voor talent, verschijnen dit jaar onder andere een biografie van de Surinaamse PvdA-politicus Johan Chandoe, en een studie over groepswonen voor Surinaamse bejaarden. Warray-voorzitter Dew Baboeran, ook voorzitter van de LVSN en als publicist bekend onder de naam Sandew Hira, ziet een tweeledige functie voor de uitgeverij: ‘Momenteel werken we vooral met vrijwilligers, die door professionele mensen begeleid worden. Voor het eind van het volgende jaar willen we Warray echter kostendekkend hebben, en op die manier zelf arbeidsplaatsen voor onze medewerkers creëren. Op het gebied van de teksten willen we mensen die daartoe in staat zijn, maar zelf niet op het idee zouden komen om een boek te schrijven, stimuleren en begeleiden. Het netwerk begint nu al te functioneren, maar verdere verzelfstandiging is nog nodig, nu het subsidietijdperk op zijn eind loopt.’ Warray gaat zich in eerste instantie op non-fictie richten en heeft al een aanvraag ingediend om als officiële uitgever geregistreerd te kunnen worden. De eerste zorg is voorlopig het werven van auteurs uit ook andere gemeenschappen dan de Surinaamse, omdat, volgens Baboeran, ‘Warray niet automatisch als een bijwagen van de LVSN gezien mag worden’.
Naast de ECI-prijs en de AKO-prijs komt er nóg een prestigieuze nieuwe literaire bekroning: de Dordt-prijs. Arbeiderspers-hoofdredacteur Martin Ros liep al enige tijd rond met een idee voor een in te stellen biografie-prijs. Hij bleek samen te kunnen werken met de Gemeente Dordrecht die vergelijkbare plannen koesterde, en bovendien nog dacht aan een opdrachtenbeleid. De stad van Vader Cats, Buddingh' en K.L. Poll werd op dit laatste gebied echter rechts ingehaald door het Prins Bernhardfonds, dat kort geleden drie ton beschikbaar stelde als werkbeurs voor een tiental biografen. De Dordtse bedoeling was om de nieuwe prijs officieel aan te kondigen op een door de plaatselijke literaire Stichting Perspectief georganiseerd Biografieën-symposium, op 20 mei van dit jaar. Door enig geharrewar binnen de raadscommissie Kunsten is het echter nog maar de vraag of het voor de prijs - van minimaal tienduizend gulden - benodigde geld wel gefourneerd kan worden, en kwam zelfs het symposium op de tocht te staan. De medewerkenden aan de Perspectief-dag waren al afgebeld, toen de gemeente Dordrecht alsnog afkwam met het benodigde bedrag. Het resultaat hiervan is dat het symposium verschoven is naar september. Roel Leentvaar, ex-voorzitter van de Dordtse gemeentecommissie Letteren en initiatiefnemer van de Dordt-prijs, is eigenlijk verheugd over het uitstel: ‘Op 20 mei hadden we de prijs in ieder geval nog niet rond gehad, omdat de zaak nu wordt opgehouden door de gemeente. We geven de moed echter niet op, en hopen in het najaar onze concrete plannen te kunnen ontvouwen.’ De plannen voorzien voorlopig in de vorming van een ‘Dordtse academie’, een college van vijf of zeven lieden die, op de wijze van de Académie Goncourt, jaarlijks in dezelfde samenstelling beslissen over de toekenning van de prijs. Martin Ros wil nog niet kwijt wie er in deze jury zullen plaatsnemen: ‘We zijn nog met enkele kandidaten aan het overleggen, maar ik kan wel verklappen dat het gaat om een schitterend gezelschap van kerngezonde, volstrekt onvooringenomen figuren, van wie we weten dat ze altijd rondlopen met twee tassen vol boeken. Van die halve garen als ikzelf dus, en die moet je ook hebben, ja.’ |
|