Creative Picture Massage
De catalogus opent met een vroeg-negentiende-eeuwse daguerreotypie - een uitzicht over Whitehall vanaf hoek Trafalgar Square - die in detail wordt beschreven. The thick detail of London life is in een vergroting nog scherp waarneembaar, met uithangborden en ouderwets straatmeubilair. Deze foto werd in 1839 gemaakt door ene monsieur de St. Croix die uit Parijs overkwam om de nieuwe uitvinding te demonstreren. Ter vergelijking is een recente foto geplaatst van een uitzicht op Manhattan. Deze foto werd in 1984 gepubliceerd in de New York Times Magazine, naast een met behulp van de computer ‘verbeterde’ versie, ‘The most elegant demonstration of photographic compositing by computer yet devised’. De twee Manhattans verhouden zich tot elkaar als het Spel van de zeven vergissingen, alleen zijn het er hier tien: het Vrijheidsbeeld is verplaatst naar een open ruimte rechts van het Gebouw van de Verenigde Naties; links bij het begin van East 42nd Street is een verkleinde Eiffeltoren neergezet. Het Empire State Building is een paar blokken opgeschoven, en bovendien een paar verdiepingen gegroeid. In dezelfde straat heeft de computer een verkeeropstopping bewerkstelligd, door het verkeer van het origineel te verveelvoudigen.
De montage is - althans op de reproduktie - volkomen onzichtbaar. In het verlengde van dit staaltje techniek oppert Haworth-Booth de opwindende mogelijkheid van het recasten van lang dode filmsterren in nieuwe films. Hij noemt dat creative picture massage, met een waarschijnlijk onder de boys al ingeburgerde term.
Ook op de tentoonstelling - en verder in de catalogus - valt heel wat van dit soort massage te bestuderen, deels afkomstig uit eigen collectie, deels uit dure galeries zoals Pace/Mcgill, Robert Miller, Holly Solomon, Barbara Gladstone en Zabriskie en een aantal privé-collecties. (De laatste twee bronnen wijzen erop dat er ook met ‘vrije’ fotografie inmiddels goed geld te verdienen valt.) Afgezien van bekende namen is er een onbekrompen keus aan technieken vertegenwoordigd, van rechttoe-rechtaan fotografie, videobeelden, fotokopieën, dubbele belichtingen, gerasterde foto's, krantefoto's, platinadrukken, kalotypieën, fotogravures tot en met computerbeelden. Vaak vormen zulke technieken het voertuig voor zware catastrofetheorieën, maar het is niet alleen modieus geweld wat de klok slaat. In de categorie portretten is er de mooie serie The Brown Sisters van Nicholas Nixon. Van 1975 tot nu toe fotografeerde Nixon zijn vrouw en haar drie zusters in zeer sprekende portretten: vier gezichten die een beetje op elkaar lijken, en waarin de onderlinge gelijkenis met de jaren enigszins wisselt. Een prachtig studieobject voor iedereen die het portret wil onderzoeken. Adem-benemend zijn de foto's die Sebastião Salgado in 1987 maakte van de Serra Pelada-goudmijn in Brazilië. Honderdduizenden mannen met zakken vol klei op de rug beklimmen in lange rijen de wanden van wat ooit een berg was en nu in een goudmijn is veranderd. De foto's doen denken aan de hel van Dante of het laatste oordeel: scènes waarvan je niet wist dat ze nog in deze vorm bestonden.
Richard Avedon, uit ‘In the American West’, 1979
victoria and albert museum
Sebastião Salgado, Serra Pelada, Brazilië, 1987
magnum photos
Wezenloze praatjes kunnen soms een rookgordijnen vormen voor iets dat zonder dat wel degelijk de moeite waard is. Een ontdekking wat mij betreft was de installatie The Oval Court van Helen Chadwick, uit de collectie van het Victoria and Albert Museum. Volgens de in de catalogus geciteerde tekst van Marina Warner gaat het hier om een ‘post-lapsarian Paradise where woman is visible alone among humankind et cetera, et cetera, kortom niet erg uitnodigend.
Wat hiervan ook waar moge zijn met betrekking tot Chadwicks eigen motieven om deze ovalen hof te bouwen, uit deze en soortgelijke installaties krijg je sterk de indruk dat er iets terugkeert in de kunst dat lang weg is geweest, in het idee dat de schoonheid haar gezicht had verbrand: je zou inderdaad kunnen zeggen, iets paradijselijks. Weliswaar moet er nog steeds ‘meer’ mee aan de hand zijn wil zo'n voorstelling serieus worden genomen, maar het mag. Wulpse krullerigheid, verrassende perspectieven, sierlijke zuilen en naakte dansende lichaamsvormen, versierd met vissen, vogels, veren en vruchten, alles waar het menselijk hart naar dorst. Chadwick heeft kans gezien om niet alleen haar eigen ledematen maar ook hele lammeren en konijnen op de kopieermachine te leggen. Uit de zo gevormde fragmenten heeft ze haar voorstellingen op een groot plateau bij elkaar gepuzzeld. Wat het verder ook betekent, het idee en het resultaat zijn mooi. Alleen de verdere aankleding (gouden bollen, papieren ‘zuiltjes’ van ranken tegen de muur) hebben iets goedkoops etalage-achtigs en uitleggerigs, maar dat zal wel verdwijnen als deze manier van kunst maken zich een vastere positie heeft veroverd.
Een hoogtepunt op de tentoonstelling en in de catalogus tenslotte zijn de boeken. Nooit was het fotoboek zo kunstig en kostbaar als nu. Avedons In the American West is een kunstwerk op zichzelf, en de Atget-serie van John Szarkowski, en praktisch alle fotoboeken die het Newyorkse Museum of Modern Art de laatste tien jaar heeft gepubliceerd zijn ware verzamelobjecten.
Alweer is niet alle aandacht naar het grote en dure gegaan: ook de prachtige Franse serie Photo-Poche van goedkope, uitstekende gedrukte fotoboekjes (nu al meer dan vijfendertig titels) wordt onder de aandacht gebracht. De Franse overheid is sowieso een benijdenswaardige initiatiefnemer op het gebied van de toegankelijke fotografie. In de televisieserie Une minute pour une image maakte Agnes Varda 365 films. Elk filmpje besteedde een minuut lang aandacht aan één foto: de best denkbare toepassing van het sterspotje.
Zoals gezegd: alles wat je wilt weten staat er in, compleet met details omtrent het drukprocédé. Er is duidelijk veel zoekwerk verricht, en bij elkaar heeft het geleid tot een tentoonstelling die de moeite van een bezoek waard is, en een catalogus waar je jaren later nog iets aan hebt.
■
De tentoonstelling Photography Now in het Victoria and Albert Museum loopt tot en met 30 april