Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenSponsoring van de literatuur is in dit Brinkmaneske tijdperk ‘bespreekbaar’ geworden. De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans heeft daarom al werk gemaakt van sponsoracquisitie. Omdat in zijn romans veel bier van het merk Jupiler wordt gedronken, heeft hij de betreffende brouwerij voorgesteld om zijn literaire reclameactiviteiten te honoreren. Om geen precedent te scheppen weigerde de Jupiler-directie, na ampel overleg. Maes Pils zag echter wel wat in de door Brusselmans voorgestelde regeling, en steunt financieel het zo juist in première gegane toneelstuk De Canadese muur, dat Brusselmans schreef samen met Tom Lanoye. In ruil daarvoor wordt het biermerk enkele malen genoemd. De Gentse computerfirma HPC leverde de schrijver onlangs een tekstverwerker, op voorwaarde dat Brusselmans het bedrijf regelmatig vermeldt in zijn column De Geschiedenis van de Wereldliteratuur, die hij voor het dagblad De Morgen schrijft. De lezers van die rubriek zien dan ook regelmatig formuleringen als ‘mijn fabuleuze, niet te evenaren Elite-apparaat, gevoed met het onnavolgbaare Wordperfect-programma, en geleverd (in de persoon van de zeer aantrekkelijke. geile etc. Christine) door de firma HPC, Kortrijksepoortstraat 47, 9000 Gent’. Wanneer Brusselmans deze columns voorleest bij het VPRO-radioprogramma De Vlaamse connectie, wordt de betreffende firma- of merknaam steeds vervangen door een censuurpiep. In Nederland zijn de regels voor sluikreclame nu eenmaal wat strenger. Brusselmans, die zijn romanpersonages ook regelmatig boeken van zijn eigen uitgever Bert Bakker laat lezen en aanprijzen, vindt dat een schrijver op deze manier nuttig gebruik kan maken van zijn publicitaire mogelijkheden: ‘En waarom niet, eigenlijk? Als onze auto binnenkort versleten is, zal ik ook eens bij Toyota aankloppen, misschien lukt het om een nieuw model los te praten. Over mijn computerleverancier zal ik de komende tijd overigens wat minder gaan schrijven, want die maakt maar geen haast met de reparatie van mijn printer. En voor wat hoort wat, vind ik.’ Nadat al eerder Cees Nooteboom, J. Bernlef en Harry Mulisch in het Engels werden vertaald, kan de geïnteresseerde Britse lezer nu ook kennisnemen van de literaire kwaliteiten van Marga Minco. Haar novelle De glazen brug verscheen onlangs in Engeland als The Glass Bridge. Uitgever is Peter Owen, die de reputatie heeft een ongelikte beer te zijn, maar niettemin grootheden als de Japanse schrijver Shusaku Endo in zijn fonds heeft. The Glass Bridge kreeg in The Times Literary Supplement een niet onwelwillende bespreking, al werd ook melding gemaakt van een zekere vlakheid en een gebrek aan diepgang. Het blad meent tevens te weten dat De glazen brug in ons land een best-seller was. Dat nu is een kwestie van interpretatie. De glazen brug ging weliswaar in 474.000 exemplaren over de toonbank, maar daarvan behoorden er slechts vijfduizend tot een door uitgeverij Bert Bakker opgelegde handelseditie. De eerdere oplage van 469.000 exemplaren werd gratis aan boekenkopers uitgereikt, waardoor een kwalificatie als best-giver meer op zijn plaats lijkt. De glazen brug was het Boekenweekgeschenk van 1986.
Daan Cartens zal als eindredacteur van het letterkundige tijdschrift Bzzlletin per 1 september worden opgevolgd door Koos Hageraats. Cartens werd in januari eindredacteur van het maandblad Quote, en is nog verantwoordelijk voor de tot en met deze zomer verschijnende nummers van Bzzlletin, waarvan hij overigens wel redacteur blijft. Hageraats, ook recensent van het weekblad De Tijd, geeft zijn baan als leraar Nederlands eraan. Naast de eindredactie van Bzzlletin zal hij ook de verantwoording krijgen over het literaire fonds van uitgeverij Bzztôh. Uitgever Phil Muysson, tevens hoofdredacteur van Bzzlletin, zegt ‘zeer tevreden’ te zijn met het toetreden van Hageraats: ‘Uit de sollicitatieprocedure kwam hij met voorsprong als de meest geschikte kandidaat naar voren, en we hebben hoge verwachtingen van hem. Voorlopig zit hij in een overgangsregeling en kan hij hier maar één dag per week zijn, maar Koos is nu al bezig met de Bzzlletin-nummers van het volgende seizoen. Het enige nadeel van zijn aanstelling is voor ons dat De Tijd nu waarschijnlijk geen Bzztôh-boeken meer zal recenseren.’
Ondanks zijn grote waardering voor het Rotterdamse poëziefestival, zal de Ierse dichter Seamus Heaney dit jaar ontbreken op Poetry International. Heaney was reeds driemaal eerder te gast in Rotterdam, waar hij een grote populariteit geniet. Geen wonder, niet alleen wordt hij algemeen beschouwd als een der grootste levende dichters, maar hij is tevens een begenadigd voordrachtskunstenaar en bovendien verrassend gemakkelijk benaderbaar. Seamus Heaney blijkt bang te zijn om tot het meubilair van Poetry International te gaan behoren: ‘Sommige dichters kom je letterlijk op elk poeziefestival tegen. Dat lijkt mij gevaarlijk. Als je aanwezigheid een vanzelfsprekenheid wordt, devalueert dat je waarde. En dat geldt echt niet alleen voor dichters van het tweede garnituur. Zo'n Joseph Brodsky moet volgens mij ook oppassen.’ Heaney betreurt het dat hij Poetry-organisator Martin Mooij moet teleurstellen. ‘Martin nodigde mij immers ook al uit toen ik in Nederland nog volslagen onbekend was. Maar ik heb behoefte aan een adempauze. Het zal er in de toekomst vast nog wel eens van komen dat ik in Rotterdam optreed.’
Negentiende-eeuwse toestanden in de Britse uitgeverswereld. Ten minste, dat suggereert een column van de Engelse auteur Tom de Haan (25) in de Sunday Times. Tom blijkt een vrouw die haar ware naam geheim wil houden en een mannelijk pseudoniem aannam, omdat haar roman A Mirror for Princes door geen enkele uitgever werd geaccepteerd. Reden: de mannelijke hoofdpersoon van het boek overtuigde niet. Dus stuurde ‘Tom’ een vriend op pad met haar manuscript, dat uiteindelijk door de gerenommeerde Londense uitgever Jonathan Cape werd gepubliceerd en door Doris Lessing ‘het debuut van een groot schrijver’ werd genoemd. Komt deze gang van zaken ons bekend voor? In de vorige eeuw maakten de gezusters Brontë en Mary Ann Evans furore onder de mannelijke peudoniemen Ellis, Curror en Acton Bell, en George Eliot, omdat zij zich onder hun echte namen kansloos achtten in de door mannen gedomineerde literaire wereld. Voor De Haan is de openbaring van haar sekse een soort wraakneming: ‘Zou wraak zo heerlijk zijn als de wereld rechtvaardig was?’ De voorjaarscatalogus van Cape leert dat ook De Haans nieuwe roman, het binnenkort te verschijnen The Child of Good Fortune, een mannelijke hoofdpersoon heeft. |
|