Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
VN Vrij Nederland
| |
Anthony PaulRomanschrijvers hebben goede redenen om geen autobiografieën te schrijven. Voor de lezer is een autobiografie een uitnodiging om zich eerder te richten op de persoon van de schrijver dan op diens werk, voor de auteur is het een verkwisting van kapitaal, een vorm van interen. Bovendien vergt het ruwe materiaal dat zo verkwist wordt doorgaans creatieve kookkunst om het smakelijk te maken: schrijvers leiden in het algemeen geen al te boeiend leven, tenzij ze Hemingway of Malraux heten. En opeens komen er twee van de gevestigde Amerikaanse romanschrijvers, van dezelfde lichting (Roth is geboren in 1933, Updike in 1932), die allebei een schotel opdienen met hun hoofd erop. Waarom? Updike's reden (zijn excuus, zou je haast denken) voor zijn ontspannen oefening in zelfbespiegeling is eenvoudig: hij had gehoord dat iemand zijn biografie wilde schrijven en ‘dat idee leek me zo weerzinwekkend dat het me aanzette om deze elementen van een autobiografie zelf maar op te schrijven’. Roth komt met een dramatischer, zelfs lichtelijk theatrale verklaring. En hij is ons inderdaad een verklaring schuldig: uit al zijn werk spreekt wat hij zelf heeft genoemd ‘een voortdurende preoccupatie met de verhouding tussen de geschreven en de ongeschreven wereld’; ook al buit hij in zijn romans schaamteloos de feiten uit zijn eigen leven uit, Roth heeft er altijd op gehamerd dat hij niet zijn verzonnen plaatsvervangers is: niet Tarnopol, niet Portnoy, niet Zuckerman - hij is een humoristisch satiricus, geen schrijver van bekentenissen. En in 1981 zei hij tegen een interviewer: ‘Wat mijn autobiografie betreft, u hebt geen flauw idee hoe vervelend die zou zijn. Mijn autobiografie zou vrijwel geheel bestaan uit hoofdstukken over mij alleen in een kamer terwijl ik naar een typemachine zit te kijken. Vergeleken bij de saaiheid van mijn autobiografie zou Becketts L'innommable als Dickens lezen.’ En daar komt hij dan nu met zijn autobiografie. Hij laat die voorafgaan door een brief aan Nathan Zuckerman, waarin hij de retorische vraag stelt waarom hij (Roth) zijn gangbare werkwijze nu omdraait door achter zijn verdichting naar de bron van de ervaring terug te gaan. Omdat hij, zegt hij, doodmoe was van de inspanning om zichzelf in romanvorm te gieten, om zijn eigen leven om te zetten in het geladener en amusanter leven van Zuckerman; en in 1987 kreeg hij een zenuwinzinking: ‘Een diepe depressie die me op het randje van de emotionele en geestelijke ineenstorting bracht’; terwijl hij herstelde van die inzinking, richtte hij zijn aandacht op de feiten van zijn leven - ‘om mijn levenskracht terug te krijgen, om me in mezelf te veranderen, ging ik de ervaring onveranderd weergeven’. The Facts is niet zo vervelend als hij in 1981 verwachtte. Deels komt dat doordat hij - net als wij allemaal, alleen bewuster - een denkbeeldig personage heeft geschapen genaamd ‘Philip Roth’; deels ook doordat zijn leven niet geheel en al saai is geweest, en hij zich heeft geconcentreerd op de interessante stukken. Na een veilige, beschermde jeugd in een warm joods gezin en een dito gemeenschap, had Roth al vroeg succes, en tegelijk zijn eerste ervaring met tegenstand. Op zijn zesentwintigste werd hij tot zijn verbazing luidkeels beschuldigd van antisemitisme. Na een van de kwetsende confrontaties met het publiek zei de geschokte auteur: ‘Ik schrijf nooit meer over joden,’ maar al gauw besefte hij natuurlijk dat hij nog maar amper was begonnen en dat ‘mijn vernedering (...) de grootste meevaller was die me had kunnen overkomen. Ik was gebrandmerkt.’ De arme Salman Rushdie, die The Facts onlangs recenseerde, zag een parallel tussen zijn eigen ervaring en die van Roth. Maar er is natuurlijk een groot verschil: wat Roth overkwam was eigenlijk niet meer dan een nuttig succès de scandale, dat hij een paar jaar later nieuw leven inblies met het uitdagende en succesvolle Portnoy's Complaint. Rushdies vereenzelviging met Roths situatie Vervolg op pagina 4 |
|