‘Geen echte socialist - maar hij bezat mededogen’
Alistair Hornes officiële biografie van Harold Macmillan
Macmillan 1894-1956 Volume I of the Official Biography Uitgever Macmillan, 537 p., f 70, - Importeur Nilsson & Lamm
Hugo Arlman
De naam ‘Harold Macmillan’ wekt associaties op met een vertrouwd en ogenschijnlijk veilig verleden, roept beelden op van een rijzige man met stiff upper lip, volle snor en slcchtzittende pakken, op persfoto's met Eisenhower, de Gaulle, Chroesjtsjov, Kennedy en herinneringen aan de tijd van you never had it so good. Voor mensen met een geheugen dat dieper reikt, misschien nog aangevuld met vage noties over ‘Suez’, de ‘Profumo-affaire’ of de weigering van de Gaulle Groot-Brittannië toe te laten tot de EEG.
De foto's uit de laatste jaren voor zijn dood in 1986 toonden slechts een broze, licht voorovergebogen, bejaarde man met melancholisch ogende, naar beneden hangende wenkbrauwen, die - inmiddels in de negentig en Earl of Stockton - in het House of Lords het hardvochtige beleid van de regering-Thatcher hekelde.
Alistair Hornes eerste deel van de officiële (door Macmillan zelf geëntameerde) biografie stopt op 10 januari 1957, de dag dat hij de leiding van de zittende Conservatieve regering van Anthony Eden overnam. Horne schetst de voorgeschiedenis: achtergrond, familie, huwelijk, verwondingen in de Eerste Wereldoorlog, begin van zijn politieke loopbaan, de Tweede Wereldoorlog, de weg naar Downing Street.
De aantrekkingskracht van dergelijke biografieën ligt voor een belangrijk deel in het cliché van ‘de man achter de politicus’. Publieke figuren hebben om allerlei redenen de begrijpelijke neiging zich te presenteren - of steeds meer te láten presenteren - als rationele, bedachtzame, goedgeïnformeerde lieden die zonder gehinderd te worden door afleidende emoties, doelgericht en weloverwogen beslissingen nemen ‘in het landsbelang’. Ze hebben er zelf niet alleen baat bij de zaken zo voor te stellen, het vervult ook een functie ten opzichte van de samenleving waarover ze waken. ‘Government is a bit of a confidence trick, if people start to lose confidence, you land in a lot of trouble,’ laat een van de weinige romanschrijvers die de politiek tot onderwerp maakte, C.P. Snow, in A Coat of Varnish iemand zeggen.
Het contrast tussen ‘de hogere politiek’ en de basale werkelijkheid van het gewone leven maakt veel biografieën, autobiografieën of dagboeken tot fascinerende lectuur. Harold Nicolson was in 1919 als Brits diplomaat een van de auctores intellectuales van het Verdrag van Versailles, terwijl hij tegelijkertijd vanuit het Majestic Hotel in Parijs, bevangen door jaloezie en gekwetstheid, de hartstochtelijke verhouding tussen zijn vrouw, Vita Sackville-West, en Violet Trefusis probeerde te torpederen; John Kennedy kon - ongetwijfeld juist tijdens de Cuba-crisis - niet zonder de consumptie van enkele dames per dag, zo vernamen we pas later; Neerlands veel geroemde chef van de inlichtingendienst in de oorlog, J.M. Somer, schreef zelf dat, tussen de beraadslagingen met koningin en minister-president door, ‘bij de gedachte aan blondkopje de ochtendpap hem in de keel stokte’.
Met Churchill, Casablanca 1943