Ernst Jünger en ‘Der Friede’
In zijn bespreking van het Parijs dagboek 1943-44 van Ernst Jünger (Boekenbijlage, 18 februari) schrijft Mels de Jong dat Jüngers pamflet Der Friede ‘nog tijdens de oorlog in Amsterdam ondergronds (is) gedrukt’. Als deze informatie juist was, zou de uitgave wel vermeld staan in Dirk de Jongs bibliografie van de clandestiniteit, Het vrije boek in onvrije tijd. Dit is niet het geval.
In werkelijkheid is Der Friede. Ein wort an die Jugend Europas und an die Jugend der Welt enkele maanden na de bevrijding gedrukt in Leiden. Opdrachtgever was een aankomende student in de rechten, J.G. van Rossum du Chattel, als uitgever wordt vermeld ‘Die Argonauten’, een naam die verwijst naar een clandestien verschenen ‘Argonautendruck’ uit de bezettingstijd (Wolfgang Cordan, Besinnung auf Mallarmé).
Omdat het militair gezag zo kort na de oorlog moeilijk geacht kon worden toestemming te geven voor Duitstalig drukwerk, was die ook niet gevraagd. Er zat dus toch iets ondergronds aan deze tweede Argonautendruk. De inleiding, ondertekend met ‘R. van Rossum’, was geschreven door de Duitse dichter Wolfgang Frommel, die tijdens de oorlog ondergedoken had gezeten in Amsterdam en tot het eind van zijn leven, enkele jaren geleden, op zijn onderduikadres is blijven wonen.
Het was de eerste gedrukte uitgave van Der Friede. Wel circuleerden er tijdens de oorlog afschriften in Duitsland en de bezette gebieden. Ook zijn er, aan de andere kant van de frontlijn, afschriften van een Franse en een door Amerikaanse militairen vervaardigde Engelse vertaling gesignaleerd. Zie Castrum Peregrini, de tentoonstellingscatalogus van de gelijknamige Amsterdamse uitgeverij, Brussel 1979, pagina's 53 en 156.
Utrecht,
Hans van Straten