Wim Hottentot
Eén zinnetje staat er als een in memoriam op de verder lege eerste pagina van Aids and Its Metaphors: ‘Toen ik onlangs Ziekte als metafoor herlas, dacht ik:’ Op de volgende pagina's staan dan de acht korte hoofdstukken van dit essay over aids en zijn metaforen. Sontag geeft door die eerste bladzij duidelijk te kennen dat we haar nieuwe studie als een vervolg dienen te beschouwen op het in 1977 verschenen en geruchtmakende Illness as Metaphor. Dat werk, laat ze nu veel explicieter dan toen weten, had een didactisch doel. Het beoogde ‘onnodig lijden te verlichten’ door ‘de verbeelding gerust te stellen, (...) niet door betekenis toe te kennen, maar door iets (namelijk ziekte - WH) van betekenis te ontdoen’.
‘Van betekenis ontdoen.’ Dat herinnert onmiddellijk aan Sontags bekende essay Against Interpretation (1964), waarin ze de interpretatie bestempelde als ‘de wraak van het intellect op de kunst’, het temmen van het kunstwerk, en eindigde met de inmiddels beroemd geworden woorden: ‘In plaats van een hermeneutiek hebben we een erotiek van de kunst nodig.’ Daarmee pleitte ze - in de L'art pour l'art-traditie van symbolisme en estheticisme, al stond dát er niet bij - voor een directe, invoelende kunstervaring zonder bemiddeling van een interpretator of interpretatie, voor ‘het herwinnen van onze zintuigen... to see more, to hear more, to feel more’ (een oproep die in Nederland onlangs door Maaike Meijer in De lust tot lezen hartstochtelijk herhaald is).
‘Van betekenis ontdoen.’ Ziekte als metafoor wordt door Sontag nu een ‘polemiek tegen ziektemetaforen’ genoemd, die door de retorische overtuigingskracht van hun beeldentaal vaak verhinderen dat mensen tijdig medische behandeling zoeken of extra moeite doen om een betere behandeling te krijgen en die misbruikt (kunnen) worden om maatschappelijke onzekerheden en angsten uit te buiten. ‘The metaphors and myths, I was convinced, kill.’ Werden in het eerdere boek de metaforen en mythen rond (vooral) kanker en tbc opgespoord, onderzocht en verworpen, in Aids and It's Metaphors gaat het om een fenomeen dat in 1977 nog niet bekend was - al bestond het waarschijnlijk wél - maar dat naar zijn aard van vooralsnog ongeneselijk syndroom aanleiding geeft to vergelijkbare mythes en metaforen. Sontag herhaalt zich dan ook vrij vaak, soms bijna letterlijk, vooral in de middenhoofdstukken.
Het eerste hoofdstuk begint met Aristoteles' definitie van metafoor (‘het toekennen van een oneigenlijke benaming’) en blijft in klassieke sferen door even later de Latijnse dichter Lucretius (99-55 v. Chr.) te citeren die de eerste zou zijn geweest die in verzet kwam tegen het denken in metaforen als het om ziekte en gezondheid gaat. Hij maakt bezwaar tegen de aan de muziek ontleende term ‘harmonie’ met betrekking tot de relatie lichaam en ziel. Lucretius verwijst ‘harmonie’ terug naar waar zij vandaan komt. Het is een woord ‘dat van de Helicon (de Muzenberg - WH) hoog aan de musici af is gezonden/of dat zijzelve wie weet waarvandaan gehaald hebben en later/aangewend op een begrip dat toen nog geen naam had. Geef dat nu/weder terug en laten ze 't, wat het ook zijn mag, behouden.’/
Susan Sontag
Ik citeer hier niet uit pedanterie, maar omdat Sontag haar studie niet alleen begint, maar ook afsluit met een litanie tegen de in de geschriften over aids veelgebruikte militaire metafoor: ‘We hebben hier níét met een invasie te maken. Het lichaam is géén slagveld. De zieken zijn géén onvermijdelijke verliezen en ook niet de vijand. Wij - de medische wereld, de samenleving - hebben níét het recht om met alle mogelijke middelen terug te vechten... Over die militaire metafoor zou ik met een variant op Lucretius willen zeggen: laten de oorlogmakers hem behouden.’ Laatste woorden van het boek!