Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van Eeden‘Verboden door pausen en dictators, puriteinen en boekenhaters’, luidt de ondertitel van Verboden boeken, een eigen uitgave van De Bijenkorf ter gelegenheid van de boekenweek. Toen het grootwinkelbedrijf op het lumineuze idee van dit boek kwam, zal niemand zich hebben afgevraagd tot welke van deze vier categorieën De Bijenkorf zelf diende te worden gerekend. Inmiddels is die vraag echter uiterst actueel geworden. Want welke roman sluit de rij van honderd uit ‘kortzichtigheid, domheid of gewoon slechtheid’ verboden boeken? Tja, het kan niet missen: Salman Rushdies The Satanic Verses. En wie heeft de verkoop van datzelfde boek in de eigen filialen verboden? Precies. Heeft De Bijenkorf hiermee niet het morele recht verloren haar boekenverkoop te stimuleren aan de hand van een boek over praktijken die ze zelf ook toepast? Persvoorlichter Lex Tailleur van de Koninklijke Bijenkorf Beheer houdt het op een kortaf ‘nee’. Een nadere verklaring wenst hij niet te geven. Dan zou er immers sprake zijn van omgekeerde bewijslast. Maar staat deze gang van zaken niet haaks op het imago van kwaliteit dat De Bijenkorf zo zorgvuldig koestert? Tailleur: ‘Dat heeft er niets mee te maken. Bovendien hoor ik over de vermeende kwaliteit van dat boek wisselende geluiden. Ik heb het boek zelf overigens niet gelezen. Net zo min als u, neem ik aan. O, u wel? Nou, in elk geval willen wij ons publiek, dat misschien helemaal niet voor boeken naar onze filialen is gekomen, niet blootstellen aan de risico's die de verkoop van The Satanic Verses wellicht met zich meebrengt. Ten slotte zijn boeken maar een klein onderdeel van ons verkoopsegment. U moet weten: wij verkopen wel 350.000 verschillende artikelen.’ Welingelichte bronnen weten overigens te melden dat The Satanic Verses bij De Bijenkorf ‘op discrete wijze’ wel degelijk te koop is. Het KBB-bestuur zou met zijn boycot slechts het personeel gerust willen stellen.
Nog heel even over The Satanic Verses. De afgelopen weken wist vrijwel elke Nederlandse krant te melden dat dit boek was bekroond als Whitbread Book of the Year, na de Booker Prize de meest gereputeerde prijs die het Verenigd Koninkrijk op boekengebied te bieden heeft. GDP-columnist en ‘eerste-herinneringen-expert’ Nico Scheepmaker baseerde op dit gegeven zelfs een ingenieuze psychoanalytische interpretatie van Salman Rushdies eerste herinnering. Helaas: het is niet waar. Whitbread Book of the Year is de roman The Comforts of Madness, het debuut van de psychiatrisch verpleger Paul Sayer. Het boek steeg deze week van de negende naar de tweede plaats op de Sunday Times boekentop-tien. Een eerste plaats zit er echter voorlopig niet in. Overbodig te vragen welk boek die plaats bezet.
De uitgave van de verzamelde brieven van Gustave Flaubert in de Bibliothèque de la Pléiade verloopt hopeloos traag. Gallimard, de uitgever van de vermaarde literaire dundrukreeks, voert moeizame en langdurige onderhandelingen met vele verzamelaars die enkele tot tientallen Flaubert-brieven in hun bezit hebben. Niet geheel ten onrechte vrezen deze collectioneurs dat hun vaak duur verworven bezit sterk in waarde zal dalen, als er een complete editie van Flauberts correspondentie verkrijgbaar is. Letterkundige documenten dreigen zo steeds meer beleggingsobjecten te worden, en handschriften van grote schrijvers zijn haast niet meer te betalen voor musea en bibliotheken. Alleen al daarom was de vreugde groot in de Franse Bibliothèque Nationale, toen de een-ennegentigjarige kunsthandelaar Bernard Poisonnier het handschriftenkabinet van deze vermaarde bibliotheek onlangs een oude leren tas schonk. De tas bevatte namelijk honderden manuscripten van Guillaume Apollinaire, door Poisonnier geërfd van Jacqueline, de weduwe van de avant-gardedichter. Op een openbare veiling zouden deze vergeelde vellen ongetwijfeld vele miljoenen francs opbrengen, maar Poisonnier wilde liever dat ze publiek domein werden.
Jan Hanlo. Brieven 1931-1961 zal ‘ondanks een forse subsidie van het Rijk ook bij uitverkoop van de gehele oplage nog altijd verliesgevend zijn’, laat uitgeverij Van Oorschot niet na te vermelden op de uitnodiging voor de op 3 maart in Maastricht te houden presentatie van deze tweedelige editie. Voor een zakenman is dit nauwelijks een bevredigende situatie, geeft uitgever Wouter van Oorschot desgevraagd toe: ‘Met verlies uitgeven komt wel vaker voor, zeker bij weliswaar belangrijke, maar nog niet tot een groot publiek doorgedrongen auteurs als Jan Hanlo. Om uit de kosten te komen, zou ik een oplage van hooguit duizend exemplaren à f 275, - moeten verzorgen, en de echte Hanlo-freaks zouden die nog kopen ook. Dan heeft echter slechts een handjevol mensen wat aan die brieven.’ Van Oorschot maakt daarom een naar zijn zeggen ‘onverantwoord grote oplage’ van 4500 stuks. Aangezien van de Verzamelde gedichten van Hanlo in ruim dertig jaar nog geen vijfduizend exemplaren werden verkocht, zal deze 1500 pagina's tellende uitgave de eerste tien jaar nog wel leverbaar zijn. Geert van Oorschot had het brievenboek indertijd aan Hanlo toegezegd, vertelt Wouter van Oorschot op verontschuldigende toon: ‘Mijn vader was een impulsieve man, die Hanlo's brieven prachtig vond. Kijk, ik geef die brieven met plezier uit, maar ik ben zelf pas in een later stadium bij de editie betrokken geraakt. Het is oorspronkelijk wel Geerts plan.’
Vestdijk-liefhebbers kunnen alvast weer een boekenplank vrijmaken. Na het Verzameld proza, de Verzamelde gedichten, en de nu bijna complete Muziekessays, zullen nu namelijk de Verzamelde essays en kritieken verschijnen. Voor deze uitgave is al een comité samengesteld met als leden Mieke Vestdijk-Van der Hoeven, Tom van Deel, Sjoerd van Faassen, Rudie van der Paardt, en als stuwende kracht Dick van Vliet, de directeur van het bureau Basisvoorziening Tekstedities van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen. De bedoeling is dat de essay-editie met eenzelfde grondigheid wordt aangepakt als die van de Verzamelde gedichten, en een substantieel subsidieverzoek is daarvoor bij het ministerie van WVC in studie. De opzet bevindt zich nog in de planfase, vertelt Mieke Vestdijk: ‘Ik heb goede hoop op de uitvoering. We kunnen voorde hele serie wel vijf of zes jaar uittrekken, denk ik. We hebben echter geen haast, en als je het doet, moet je het goed doen.’ De verwachting is dat Vestdijks essays ‘minimaal twaalf banden’ in beslag zullen nemen, aldus Vic van de Reijt, uitgever van Nijgh & Van Ditmar, bij wie de editie zal verschijnen: ‘Vestdijk was een belangrijk en produktief essayist, die scherp doorhad wat belangrijk was. Hij vestigde bijvoorbeeld al vroeg de aandacht op Sartre, Reve en Hermans. Het uitgeven van die essays is een logische stap in de richting van een volledige Vestdijk-standaardeditie. Mijn ambitie is om ook nog eens zijn brieven te brengen, maar die liggen erg verspreid. Met Vestdijk kunnen we nog wel tot het jaar 2000 vooruit, denk ik.’ |
|