Afstandelijke mijmeringen
Deel 2 van Ernst Jüngers Dagboeken
Parijs dagboek 1943-1944 door Ernst Jünger Vertaling Tinke Davids Uitgever De Arbeiderspers, Privé-domein, 286 p., f 49,50.
Mels de Jong
Het eerste Parijse dagboek van Ernst Jünger dat in de serie Privé-domein van De Arbeiderspers verscheen besloeg de jaren 1941 tot 1943 en het deed verwachtingsvol uitzien naar het vervolg waarin de oorlog voor zover het Parijs betrof zijn voorlopige einde zou krijgen. Vooral nieuwsgierig was ik natuurlijk naar Jüngers commentaar bij de preluderende paukeslagen van invasie en de aanslag op Hitler. Dit vervolg is er nu en het stofomslag laat al meteen een interessante metamorfose zien: het militaire uniform heeft plaats gemaakt voor burgerkleding. Een keuze van de uitgever, welzeker, maar men kan haar zonder veel bezwaar toch ook duiden als teken van Jüngers ongenoegen om de uiterlijke verschijningsvorm te tonen van een bewind dat hem met een steeds groeiende weerzin vervult. ‘Ik merk hoe ver ik al buiten de nationale staat sta,’ zegt hij ergens, en: ‘De mensen vechten tegenwoordig onder de oude vaandels om een nieuwe wereld; ze wanen zich nog steeds op het punt vanwaar zij zijn vertrokken.’ Bij dit laatste gaan zijn gedachten ongetwijfeld terug naar de late jaren twintig toen hij aan de zijde van Niekisch streed voor een idealistisch ‘nationaal-bolsjewisme’. Er waren meer stromingen, maar een gemeenschappelijk element viel over het algemeen wel aan te wijzen: de weerstand tegen het vredesverdrag van Versailles. Dat de ‘School van München, de oppervlakkigste en goedkoopste’, de strijd toen in zijn voordeel heeft weten te beslechten is in de daarop volgende jaren niet onopgemerkt gebleven. De gemeenschappelijke anti-Versaillesstemming zal er wel de oorzaak van zijn geweest dat Jünger zich niet onmiddellijk heeft gedistantieerd van het bewind-Hitler. Daarvoor was een kristalnacht nodig, die hem eindelijk deed inzien dat de onderwereld aan de macht was gekomen.
Het betekende niet dat daarmee ook zijn gevoelens van een persoonlijke verantwoordelijkheid voor wat er in Duitsland gebeurde werden weggenomen, maar wel dat de nationalistische basis langzamerhand aan zijn oude idealen ontviel. Het blijkt al uit het feit dat een groot deel van de periode die dit dagboek bestrijkt wordt besteed aan het schrijven van een oproep aan de jongeren van Europa die straks, als de oorlog voorbij is, verder zullen moeten met de hun nagelaten materiële en morele puinhoop. Het pamflet dat de titel Der Friede krijgt zal nog tijdens de oorlog in Amsterdam ondergronds worden gedrukt. Op 6 augustus 1943 schrijft Jünger: ‘Vanochtend verder gewerkt aan de oproep, aan het derde hoofdstuk, waarin ik uiteen wil zetten dat het koren waarvan deze oorlog vrucht zal dragen, het offer is. Naast dat van de soldaten, de arbeiders, de onschuldig lijdenden, mag ik niet het offer vergeten van hen die bloeddorstig en zinloos zijn afgeslacht. Vooral op hen zal, als vroeger op kinderen die in brugpijlers werden ingemetseld, de opbouw van de nieuwe wereld rusten.’ Het klinkt wat Germaans-barbaars maar de bedoeling zal ongetwijfeld oprecht geweest zijn.
Ernst Jünger
Jünger had het geluk in Parijs te vertoeven te midden van mensen met wie hij vrijuit kon praten over zijn ideeën en over de situatie in Duitsland. Terwijl Keitel in Berlijn steeds meer achterdocht ging koesteren jegens hem, wist hij zich in de Franse hoofdstad beschermd door de militaire opperbevelhebber Von Stülpnagel en door zijn vriend, de ‘goede’ generaal Speidel. Naarmate de situatie voor Duitsland verslechtert nemen de gesprekken over vredesvoorstellen toe, waarbij men beseft dat de beste kansen liggen voordat de geallieerden hun verwachte invasie zullen hebben uitgevoerd. Bovendien moet dan eerst met Hitler worden afgerekend want deze zal ongetwijfeld doof blijken voor elk vredesinitiatief. Maar de invasie komt en korte tijd later pas de aanslag op Hitler. Het mislukken van het laatste torpedeert vervolgens alle plannen en leidt tot zuiveringsacties waar ook Von Stülpnagel het slachtoffer van wordt. Bij het bericht van de aanslag liet hij de voltallige SS en de mensen van de Sicherheitsdienst in Parijs alvast maar arresteren om ze daarna weer even snel te moeten vrijlaten. Hij wordt naar Duitsland geroepen, doet onderweg een mislukte zelfmoordpoging en wordt later in zijn cel vermoord. Jünger noteert dat de zelfmoordpoging moet hebben plaatsgevonden ‘omstreeks de tijd waarvoor hij mij had uitgenodigd te komen eten en wat te filosoferen. Dat hij midden in de verwarring de afspraak nog liet afzeggen had me ontroerd; dat is iets dat zijn wezen karakteriseert.’ (Mr. von Stülpnagel regrets he's unable to lunch today.)