Zelfvoldaan
De kijk van de gewone man op de geschiedenis is in aanleg schrander en illusieloos, maar vervalt vaak - zoals bij de grondlegger van de Amerikaanse humor Mark Twain - in simplistische bekrompenheid die eerder zelfvoldaan is dan satirisch. Ongeloof in alles is immers even gemakkelijk als het tegendeel, en het is zeker te gemakkelijk om universele ironieën te suggereren door publieke en persoonlijke gebeurtenissen tegenover elkaar te stellen, zoals in de zin (de alinea, eigenlijk): ‘De Hollanders veroverden Sumatra in het jaar voor Titus trouwde en stierf.’ Nou en? Dat moet je mij niet vragen, zoals Heller zou zeggen.
Aristoteles' kijk op Rembrandt is vuurwerk dat niet afgaat, doordat Heller van Aristoteles geen boeiende kunstcriticus weet te maken: ‘De Griek had nooit kunnen dromen dat zulke wonderen als er nu op het doek plaatsvonden, verricht konden worden, of dat een persoon die in alle andere opzichten zo fantasieloos en banaal was, zulke ontroerende schoonheid kon voortbrengen’; in Rembrandts ‘betoverende Jacob zegent de zonen van Jozef (...) vloeien een sterke compositie en een delicaat, feilloos koloriet samen tot een geheel dat een volmaakte, onuitsprekelijk serene stemming uitademt’. Als Heller zich niet te buiten gaat aan dit soort plechtstatigheid à la Reader's Digest, is hij de provocerende beeldenstormer - die helaas even banaal blijft: ‘Er bestaan landschappen van zijn hand die ongelooflijk saai zijn en door sommigen prachtig worden gevonden.’ Hij is beter als hij ingaat op de absurde economie van de kunstmarkt, al vervalt hij ook daar tot commentaar van het naïeve niveau: ‘Rembrandt kon zich geen Rembrandt permitteren.’
Picture This biedt de nodige momenten van voldoening, dank zij de vaardigheid waarmee de auteur zijn verschillende thema's verbindt (kunst, oorlog, geld, et cetera) en historische parallellen trekt - tussen de Griekse en Hollandse imperialistische ambities, tussen de militaire avonturen van Pericles en die van hedendaagse Amerikaanse presidenten. Maar te veel van het boek bestaat uit parafrasen van Thucydides (de Peloponnesische oorlog) of van Plato (de dood van Socrates), gelardeerd met commentaar op het niveau van:
De ene partij zei dat de andere de agressor was. Beide partijen hadden gelijk.
Diplomatiek overleg haalde niets uit.
Diplomatiek overleg haalt nooit wat uit.
De boodschap - het boek is een en al boodschap - is dat het leven absurd is, bij uitstek op het gebied van oorlog en economie, en dat de mensheid rampzalig hebzuchtig, redeloos, wreed en onverbeterlijk is.
Hellers project - om een vrolijk pessimisme te verheffen tot het niveau van universele ironie - slaagt maar gedeeltelijk. Tot op zekere hoogte wordt het ontkracht door de onbedoelde ironie dat veel van wat hij brengt als subtiele scepsis meer weg heeft van gemakzuchtige naïviteit.
■