Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van Eeden‘Een relletje binnen een rel,’ constateert Nieuwe Revu-journalist Henk Ruigrok over de onaangenaamheden rond het boek dat Pieter Storms en hij naar aanleiding van hun geruchtmakende corruptiereportage gaan publiceren. Onder de titel Zaken zijn zaken. Undercover in ondernemend Nederland verschijnt dit boek namelijk al half februari bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar en daarover is Richard van den Brink, uitgever van Het Wereldvenster, zeer boos. Tot op de dag waarop het eerste artikel geplaatst werd, meende Van den Brink namelijk dat hijzelf het uiteindelijke boek zou uitgeven. Hij baseerde die verwachting op mondelinge toezeggingen van Nieuwe Revu-hoofdredacteur Derk Sauer, iemand van wie Van den Brink ‘nog steeds een tweedehands auto zou kopen,’ omdat ze oude vrienden zijn. ‘Wat Derk me nu flikt, is echter pure oplichting. Al een half jaar geleden heb ik het eerste gesprek met hem gehad over een mogelijke publikatie van het toen nog geheime project. Hij heeft me al die tijd aan het lijntje gehouden en zijn beloften regelmatig hernieuwd. Pas toen het stuk al in de Revu stond, kreeg ik een faxje van hem, met het bericht dat die journalisten zelf al een afspraak hadden gemaakt met Nijgh & Van Ditmar. Alsof hij dat dan niet al lang wist!’ Derk Sauer ontkent desgevraagd dat er sprake is geweest van enigerlei toezegging. ‘Ik heb Richard alleen gezegd dat ik zou kijken of het mogelijk was dat hij het boek zou krijgen, maar de jongens zijn natuurlijk vrij in de keuze van hun uitgever. Dat ze voor Nijgh & Van Ditmar hebben gekozen, hoorde ik pas vrij laat en toen had ik wel wat anders aan mijn hoofd.’ Ruigrok en Storms melden dat Sauer al eind december op de hoogte was van hun beslissing. In een eventueel kort geding maakt Het Wereldvenster in dezen overigens geen schijn van kans. Het duo vermijdt namelijk allerlei auteursrechtelijke haken en ogen door hun boek buiten de verantwoording van de Nieuwe Revu te houden en alle contracten op naam te zetten van Pieter Storms, die free-lancer is. Nijgh & Van Ditmar-uitgever Vic van de Reijt blijft laconiek onder de opschudding: ‘Ik wist niets van een eerder contact tussen Nieuwe Revu en Het Wereldvenster, maar dat lijkt me een zaak tussen Van den Brink en Sauer. Het is vrij normaal dat auteurs een rondje langs de uitgevers maken, en daarom moet je alert zijn. Kijk: ík zat daar tweede kerstdag, dus Van den Brink kan alleen zichzelf verwijten maken.’
Opvallende mededeling, enige tijd geleden in het orgaan van de schrijversvakbond VvL (Vereniging van Letterkundigen): of vertalers(-sters) die van plan waren in zee te gaan met uitgeverij An Dekker eerst contact op wilden nemen met de VvL. Bestuurslid Arie van den Berg: ‘Het is de eerste keer dat wij zoiets doen, maar wij zijn dan ook geconfronteerd met een hele reeks serieuze klachten van zowel leden als niet-leden. Dekker is op zijn zachtst gezegd zeer moeizaam van betalen. Vertaalsters die zes maanden aan een vertaling hebben gewerkt en vervolgens geen geld ontvangen, mensen die ten einde raad maar op de stoep zijn gaan zitten met de mededeling dat ze pas weg zouden gaan als ze hun honorarium kregen. Dat soort onverkwikkelijkheden. In totaal ging het om vijf vertalers en een auteur. Het gaat ons er echt niet om An Dekker kapot te maken, maar als belangenvereniging voor schrijvers en vertalers hebben wij naar aanleiding van deze gebeurtenissen besloten dat een waarschuwing op zijn plaats was.’ Van den Berg heeft sterke aanwijzingen dat de uitgeverij in liquiditeitsproblemen verkeert. ‘Al met al lijkt het het bekende verhaal van de enthousiaste goedbedoelende kleine uitgeverij, die het helaas financieel niet redt. Vertalers die toch voor An Dekker willen gaan werken krijgen van de VvL het dringende advies een officieel contract en een flink voorschot te eisen, alvorens ze aan hun vertaalarbeid beginnen.’ Uitgeefster An Dekker was niet voor commentaar bereikbaar. Twee maanden nadat hij door de Utrechter B. in zijn Parijse appartement met een bijl werd belaagd, maakt W.F. Hermans nog altijd een aangeslagen indruk. ‘Het gaat een beetje beter,’ verklaart hij op matte toon, tijdens een telefoongesprek vanuit Parijs, ‘maar ik heb nog veel pijn in mijn rechterarm, waardoor ik moeilijk kan schrijven en tikken. Maar enfin, ik doe mijn best.’ Bijzondere voorzorgsmaatregelen heeft de auteur sinds de schokkende gebeurtenissen niet getroffen. ‘Wat moet je doen? Je kunt toch niet dag en nacht een politieagent voor de deur hebben?’ Van de geplande lezing in het kader van de reeks ‘Het literaire zelfportret’ in het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg zal voorlopig niets komen, want Hermans heeft op het moment niet de minste behoefte naar Nederland af te reizen. Ook Hermans' belager keert voorlopig niet terug naar Nederland. ‘B. heeft hier in Frankrijk een delict gepleegd, dus zal hij hier worden berecht,’ aldus de Nederlandse consul in Parijs, de heer von Mühlen. ‘Momenteel vindt er een gerechtelijk vooronderzoek plaats, waarna een proces zal volgen. Uitlevering aan Nederland is niet aan de orde.’
‘Weinig smaakvol,’ zo noemde het Engelse zondagsblad The Observer de hausse van in het geniep geplande biografieën van Terry Waite. Na verschillende malen als speciale afgezant van de bisschop van Canterbury in Libanon te hebben bemiddeld ten behoeve van westerse gijzelaars, werd Waite twee jaar geleden zelf gevangengenomen. Sindsdien is niets meer van hem vernomen, maar de uitgeverswereld zat niet stil. Verschillende auteurs, wier identiteit zorgvuldig geheim werd gehouden, werkten naarstig aan voorlopige biografieën. Een aantal daarvan is inmiddels voltooid... op het laatste hoofdstuk na. De Londense uitgeverij Bloomsbury heeft inmiddels, in haar voorjaarscatalogus, de aanstaande verschijning van een Waite-boek aangekondigd. Publiciteitsmedewerkster Caroline Michell wil echter niet meer kwijt dan de werktitel: Terry Waite. Why was he kidnapped? Auteur, publikatiedatum, inhoud - ze zijn allemaal nog geheim. ‘Dat houdt inderdaad verband met de onzekere afloop van deze ontvoeringszaak,’ geeft Michell toe. De vergelijking met de ontvoering van G.J. Heijn dringt zich op. Ook over deze affaire werden diverse boeken voorbereid. Toen de dramatische afloop bekend werd, zag men af van publikatie. Zover zal het bij Bloomsbury niet komen, verzekert Michell. ‘De ontvoering van Terry Waite is meer dan een ordinaire afpersingszaak; het maakt deel uit van de politieke situatie in het Midden-Oosten. Ons Waite-boek appelleert echt niet alleen aan human interest.’
Literaire Grote Letter-boeken, gericht op de categorie oudere en slechtziende lezers, vormden tot voor kort een betrekkelijke zeldzaamheid. Uitgeverij Querido bracht De uilebril van Annie M.G. Schmidt in ‘grote druk’, en Aldert Walrecht publiceerde de Grote Poëzie Bloemlezing, maar het bleef bij incidentele uitgaven. Met het in produktie nemen van een reeks ‘grootletterboeken’ lijkt uitgeverij De Mouter, uit het Brabantse Dommelen daarom een gat in de markt te hebben gevonden. De Mouter treedt naar buiten als een fonds met ‘actuele titels waarvan de meeste reeds bij een breed publiek bekend zijn’. Het voorzichtige ‘de meeste’ staat hier niet voor niets. Tegelijk met bekende boeken van Simone de Beauvoir, Sera Anstadt, Multatuli, Godfried Bomans en Simon Carmiggelt kondigt de uitgever in een persbericht namelijk ook aan: Ik heb geen naam van Dagmar Hilarova, en Dagen van nabestaan van Joke F. van Rossum. Wellicht raken laatstgenoemde schrijfsters nu eerder bekend bij slechtzienden dan bij ‘een breed publiek’, onder wie óók uitgever Sandkuyl van De Mouter: ‘Ik ken ze zelf ook niet, hoor.’
Engeland en Amerika zijn aan het ontdekken wat wij al lang wisten, namelijk dat je een boek niet per se eerst in gebonden editie op de markt hoeft te brengen, om pas een jaar later met de paperbackeditie te komen. Dat kan ook meteen. De Verenigde Staten beten het spits af met de fraaie Vintage Contemporaries-reeks en later met de paperback originals van The Atlantic Monthly Press. Nu is ook Engeland ‘om’. Begin maart verschijnen de eerste drie Penguin originals. De nogal bijzonder ogende reeks is een idee van Penguin-redacteur Tim Binding, die tevens de man is achter de onlangs begonnen True crime-serie. ‘Ik heb het bijna vierkante formaat van de boeken afgekeken van de Amerikaanse uitgeverij Algonquin Books,’ geeft Binding toe. ‘Vervolgens heeft de ontwerper besloten geen titel op de voorkant van het boek af te drukken, zodat de omslagillustratie perfect tot haar recht komt. De titel staat nu op het achterplat en op de rug van het boek.’ Vooral jonge, onbekende auteurs zullen in de Original-reeks verschijnen. De eerste drie: Patrick McGrath, Philip Ridley, Tim Cahill. De reeks, die in uitvoering ietwat aan compact discs doet denken, is gericht op een jong, trendgevoelig publiek. Tegen Bindings wens in is voor de Originals dan ook inmiddels de bijnaam ‘Yuppie Books’ gevallen. |
|