Ja, vroeger...
In het door Van Nelle ter gelegenheid van de jaarwisseling 1988/89 uitgegeven boek Chocolade in de kunst wordt met enig recht triomfantelijk gememoreerd dat Droste, Van Nelle en Venz vaak gebruik hebben gemaakt van kunstenaars om verpakkingen en affiches te maken. Cassandre was de ontwerper van het Droste-mannetje en stileerde de Droste-verpleegster; Fiep Westendorp tekende de door Venz uitgegeven Ibbeltje-platen. De oude afbeeldingen van deze ontwerpen zijn aardig om te zien, maar dat is wel dodelijk voor de huidige verpakkingen van bijvoorbeeld de pakken Venz-hagelslag: die verpakkingen richten zich op de kinderen en gaan er dan van uit dat kinderen speciaal houden van dom getekende uitbundige soortgenoten. Aan deze verpakkingen is niets artistieks, en men heeft bij Venz daarmee definitief gebroken met het idee dat het interessant kan zijn om kunstenaars zulke verpakkingen te laten maken. Het boek geeft een korte geschiedenis van de cacaoboon en houdt zich vooral bezig met de uitstraling van de verschillende cacaoprodukten via de reclame en kunst. Henk Egbers wijdt een speciaal hoofdstukje aan het Droste-effect; als een rechtgeaard tekstschrijver-in-opdracht schroomt hij niet om het principe van de oneindigheid van de afbeelding op de Droste-blikken in verband te brengen met het drinken van chocolade ‘tot in alle eeuwigheid’. Erg veel kunstenaars hebben zich niet door chocolade laten inspireren: in het boek staan afbeeldingen van Marcel Duchamp, Claes Oldenburg en nog enkele anderen van wie het niet duidelijk is wat ze precies met chocolade te maken hebben. Het interessantste aan het boek is dat het laat zien dat het verleden, als het gaat om verpakkingen en reclame, een glorietijd was. Wie weet komt die tijd nog eens terug nu Van Nelle, Venz, Droste en Douwe Egberts één familie geworden zijn.
JS