Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
No time to wave goodbye door Ben Wicks Uitgever Bloomsbury, 228 p., f 61,65 Importeur Nilsson & LammBenjo MasoEnkele uren na de inval van Hitlers troepen in Polen en nog voordat Engeland Duitsland de oorlog verklaard had, werd een grootscheeps evacuatieplan in werking gezet, waarbij ruim achthonderdduizend Britse schoolkinderen, begeleid door hun onderwijzers, uit de grote steden naar het platteland werden overgebracht. De voorbereidingen voor deze massale exodus waren al in de jaren twintig begonnen. Het doel was om het verlies aan mensenlevens bij vijandelijke bombardementen zoveel mogelijk te beperken. Evacuatie was vrijwillig, maar opvang niet. In de gebieden die als ‘veilig’ waren aangemerkt, was iedereen die over voldoende extra ruimte beschikte verplicht een of meer evacués op te nemen. Dat maakte de kinderen niet erg populair, vooral ook omdat zij voor het merendeel uit de arme volkswijken afkomstig waren en vaak weinig idee van hygiëne hadden. Bovendien leidde de plotselinge overgang naar een nieuwe omgeving tot een epidemie van bedwateren. Toch gold de evacuatie over het algemeen als een succes. ‘Een Londense arbeidersvrouw die het opvanggebied bezoekt, kan zich alleen maar verheugen als zij de gezonde en gelukkige kinderen ziet die haar met nieuwe energie omringen,’ werd in 1940 gerapporteerd. Tot het verschijnen van Wicks' No Time To Say Goodbye. dat gebaseerd is op gesprekken en brieven van meer dan achtduizend evacués, is dit fleurige beeld nooit werkelijk aangetast. Serieus onderzoek naar de effecten van de evacuatie is er niet verricht, noch tijdens de oorlog, noch daarna. Bovendien hebben de kinderen van toen zich zelden over hun ervaringen uitgelaten. Uit het boek van Wicks blijkt waarom. Net als voor zoveel anderen, zijn de oorlogsjaren voor de meeste evacués zo traumatisch geweest, dat zij er niet eerder over hadden kunnen spreken. ‘Ons boek werd de divan waarop zij nooit hadden durven liggen.’ Dit geldt zelfs voor de kinderen die achteraf met dankbare gevoelens aan hun verblijf op het platteland terugdenken. Zo noemt Wicks, zelf ook een oud-evacué, zijn eigen oorlogsjaren ‘verrijkend’. Toch heeft het ook voor hem dertig jaar geduurd voordat hij er met zijn vrouw en kinderen over kon spreken. | |
Morele testWicks had het geluk dat hij uiteindelijk in een pleeggezin terechtkwam waar hij goed behandeld werd. Maar dat gold zeker niet voor iedereen. Volgens Milan Kundera ligt de werkelijke morele test voor de mensheid in de manier waarop zij degenen behandelen die aan hun genade zijn overgeleverd. Uit de talrijke schrijnende verhalen die in Wicks' boek staan afgedrukt, blijkt dat ook ‘de fantastische mensen op een fantastisch eiland’, zoals Churchill de Engelsen in de oorlog noemde, daarin gefaald hebben. Vele kinderen werden geslagen, mishandeld, dagenlang in donkere kasten opgesloten of seksueel misbruikt. Joodse evacués die bij christelijke gezinnen werden ingekwartierd, kregen voortdurend te horen dat zij Jezus hadden gekruisigd. Sommige kinderen werden ondergebracht in gezinnen die hoopten iets over te houden van de acht shilling die de regering wekelijks per kind uitbetaalde. Zij kregen dan soms zo weinig te eten dat zij de vuilnisbakken of de varkenstroggen moesten afzoeken om niet van honger dood te gaan. Andere pleegouders pakten het zakgeld af van de kinderen die bij hen ondergebracht waren, of verkochten hun kleren. Sommige evacués die Wicks geïnterviewd heeft, leggen een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid voor al deze ellende bij de autoriteiten. En met recht. Want een van de meest frappante aspecten van Wicks' verhaal is de kortzichtigheid van de ambtenaren die de plannen voor de evacuatie opgesteld hebben. Het is duidelijk dat zij uitsluitend oog hadden voor de logistieke aspecten ervan. Het vervoer naar de plaats van bestemming was perfect geregeld, maar vanaf dat moment werden de kinderen aan hun lot overgelaten. Uiteraard waren allerlei pyschologische inzichten die nu gemeengoed zijn, in de jaren dertig en veertig nog slechts bij een kleine groep specialisten bekend, maar dat is onvoldoende excuus. De autoriteiten hadden namelijk niet alleen geen enkel oog voor de mogelijke psychische gevolgen die de evacuatie voor de kinderen kon hebben, maar bekommerden zich zelfs niet eens om de vraag hoe er geschikte pleeggezinnen voor de evacués konden worden gevonden. Zo werden de kinderen na aankomst uitgestald als koopwaar om de toekomstige pleegouders gelegenheid te geven om een keus te maken. In alle brieven die Wicks ontvangen heeft, wordt dit moment vermeld, ‘alsof het in de geest van de schrijver gebrandmerkt is’. Het meest traumatisch was het voor de kinderen die als laatsten overbleven. De notabelen - wie had hun het recht op de eerste keus willen betwisten? - legden beslag op de kleine Shirley Temples met blonde pijpekrullen; boeren kozen jongens die stevig genoeg waren om als goedkope arbeidskrachten te fungeren. Maar de onaantrekkelijke, zieke en gekleurde kinderen moesten soms urenlang van huis naar huis gesleept worden. | |
OnverschilligheidBen Wicks schrijft dat hij het idee voor zijn boek kreeg nadat hij tijdens een televisie-interview bij een vraag over zijn oorlogsjaren in huilen was uitgebarsten. De emotionele betrok- Vervolg op pagina 20 |
|