De duistere zijde van de Verlichting
Robert Darntons studie van het mesmerisme
Mesmerisme en het einde van de verlichting in Frankrijk door Robert Darnton Uitgever Bert Bakker, 213 p., f 34,90
Willem Otterspeer
Mesmer mag weer.
De wereld zal niet vergaan vóór volgend jaar zomer, zoveel is zeker. Dan vindt een internationaal congres van hypnotherapeuten plaats en daartoe werd reeds het affiche ontworpen, roze-paars, met centraal het borstbeeld van Franz Anton Mesmer. Na een lange ontwikkeling waarin de hypnose als hulpmiddel in de psychosomatische geneeskunde zich moest ontworstelen aan de geur van kwakzalverij die rond Mesmer en zijn volgelingen is blijven hangen, lijkt nu de cirkel rond: Mesmer mag weer. Bedenkelijk of niet?
Een vraag opwerpen hoeft niet altijd hem beantwoorden zijn. Deze mag in ieder geval wat mij betreft blijven hangen in de lucht bij het fluïdum dat de grote voorganger van de hypnotherapie bedacht had ter verklaring van zoveel psychisch leed. De geschiedenis van het verschijnsel is me veel boeiender en juist op dat punt worden we nu zo prettig bediend.
In de eerste plaats door de vertaling van Darntons Mesmerisme en het einde van de Verlichting in Frankrijk. Robert Darnton, een historicus, hoogleraar aan Princeton University, werd onder vakgenoten bekend door zijn grote boek over de Encyclopédie (1979). Dat boek ging niet zomaar over die Encyclopedie maar over de derde druk ervan, zeg maar de ‘volksoplaag’ van achteneenhalf duizend exemplaren. Het werd daarmee een studie in de verspreiding van de Verlichting en dat is het thema van eigenlijk al Darntons boeken, ook van bij voorbeeld De grote kattenslachting (1984) waarmee hij tevens het grote publiek bereikte. Het nu vertaalde boekje over het mesmerisme was zijn eerste boek, een visitekaartje, maar wel een met een gouden rand.
Franz Anton Mesmer (1734-1815), geboren in Duitsland, opgeleid in Wenen, was een vreemde vogel, nadrukkelijk geïnteresseerd in zenuwziekten (wat er toch rondwaart in dat Wenen). Kind van een tijd waarin wetenschap en pseudowetenschap kinderen van een nieuwsgierige moeder waren en waarin de belangstelling voor elektriciteit en magnetisme hele volksstammen op de been bracht, zocht Mesmer de oplossing voor het geestelijk lijden van de mens bij de magneet. Eerst deed hij vooral proeven met een echte stalen magneet, later werd het magnetisme meer metaforisch opgevat, als een subtiel, onbeweegbaar fluïdum, een etherische stof vergelijkbaar met elektriciteit en de zwaartekracht. Dat fluïdum was in permanente beweging, en dat moest, ook in het menselijk lichaam. Als er in die stroming een stremming optrad of als het fluïdum onevenredig was verdeeld, werd een mens ziek. Mesmer probeerde dus eerst met een magneet, later vooral door bepaalde strijkbewegingen of louter door zijn aanwezigheid, de stroom weer op gang te brengen. Dit ging gepaard met een verhoging van de warmte, prikkeling, zelfs pijn, ja de patiënt kon in complete convulsies geraken, maar die heetten heilzaam.
Nu had Mesmer in Wenen niet zo'n succes met zijn methode - een behandeling van een blinde pianiste liep bij voorbeeld geheel uit de hand - maar in Parijs had hij meer geluk. Zoveel zelfs dat hij een soort groepsbehandeling moest ontwerpen. Daartoe bedacht hij zijn magnetische baquet, een houten tobbe gevuld met flessen gemagnetiseerd water, die zou fungeren als een accumulator van magnetische kracht. De patiënten moesten dan rond die bak gaan zitten en kregen via touwtjes deel aan die kracht. De populariteit van Mesmer boette zelfs niet in toen een commissie van geleerden, onder wie Lavoisier en Guillotin, kwam vertellen dat het hier om kwakzalverij ging.
Dit is het aangrijpingspunt van Darnton. Want zoals de officiële wetenschap Mesmer buiten de poort had gezet, zo had de officiële Verlichting een groot aantal frustraten en broodschrijvers opgeleverd, mensen als Bergasse en Brissot die hun gebrek aan succes omzetten in verregaande radicalisering. En zíj legden verband tussen de mystieke opvattingen van Mesmer en die van Rousseau. Was niet de hele maatschappij ziek, afgedwaald van de harmonieuze oersamenleving tot een moreel decadentisme. Was hier geen plaats voor een politieke schokbehandeling, voor heilzame convulsies? Het is het briljante van het boekje van Darnton dat hij deze onheilspellende vermenging van medicatie en metafoor blootlegt en zo, via het mesmerisme, een weg aangeeft waarlangs de Verlichting, geperverteerd of niet, de volksverbeelding bereikte en de revolutie voorbereidde.
Groepsbehandeling met een ‘baquet’