Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenZelfs een Booker Prize garandeert niet dat een boek een verkoopsucces wordt, maar omdat Peter Carey's Oscar and Lucinda zo'n prachtig boek bleek, bracht uitgever Henk Figee, verantwoordelijk voor het Amber-fonds van De Boekerij, er toch een bod op uit. Tot zijn verbazing had hij onder de gevestigde Nederlandse uitgevers geen concurrenten, wat zich verklaren laat doordat De Arbeiderspers het ooit met Carey probeerde en na verramsjing geen nieuwe poging aandurfde. Maar een angstaanjagend hoog bod op de rechten - van £ 50.000 - bleek er wel degelijk te liggen. Figees anonieme mededinger kan geïdentificeerd worden als de ‘packager’ Compartners in Haarlem, producenten van boeken-in-opdracht, die als tussenpersoon voor de Hema optreedt. Figee was geschokt: ‘Als winkels in potten en pannen nu ook gaan bieden op onze krenten uit de pap, waar blijven we dan?’ Figee slaagde erin Carey's agente te overtuigen dat een ‘exclusieve uitgave’ van de Hema à f 17,90, allereerst ten koste zou gaan van de kwaliteit van de vertaling (‘daar móéten ze dan wel op bezuinigen, voor zo'n verkoopsprijs’) en verwierf de rechten alsnog. Dat na ECI nu ook de Hema zich op het actieve acquisitiepad heeft begeven wil verkoopdirecteur Bino van de Hema best toegeven: ‘Maar dat is niet nieuw. We hebben ook al een nieuw boek van Siegfried Lenz in ons fonds. Die heeft vorig jaar de Duitse Friedenspreis gekregen.’ Dat er een bod is uitgebracht op Carey klopt, volgens Bino: ‘Maar we hebben te horen gekregen dat we veel te weinig hebben geboden. Het was een tiende van het bedrag dat u noemt. Eh, iets meer misschien.’
Alom bezwoeren Hans Magnus Enzensberger en Peter Delius van de kleine literaire uitgeverij Greno dat hun onverwachte seller Die letzte Welt van Christoph Ransmayer in het buitenland níét voor zoveel mogelijk geld aan de grootindustrieën van het boekenvak zouden worden verpatst, maar dat slechts de literaire ‘Umwelt’ van het fonds van de uitgever zou tellen. Die verzekering leek bij de niet zo heel stevige liquiditeitspositie van Greno wel niet geheel geloofwaardig, maar toch moet onder de belangstellende Nederlandse uitgevers (Van Gennep. De Arbeiderspers, Amber, Combo-groep en Bert Bakker) een enkeling met kleine beurs doch vol hoop zijn ingegaan op het ongebruikelijke verzoek van Peter Delius om ‘geloofsbrieven’ te overleggen: een uitgebreid enquêteformulier met veel vragen over hoeveel moeite de betreffende uitgever had gedaan voor de verspreiding van hoogstaande vertalingen, liefst van Duitse literatuur. Na twee maanden beraad - de biedingen uit Amerika (Grove Press), Engeland (Chatto & Windus), Frankrijk (Flammarion) en Italië (Leonardo Editore) gingen kennelijk voor - liet Greno de beslissing over de Nederlandse vertaalrechten ondanks de toezeggingen toch afhangen van een veiling, die werd afgetroefd door uitgeverij Bert Bakker. Niet zozeer het hoge bod - dat naar berekening bij de 50.000 mark moet liggen - noch de toezegging van een ‘promotioneel budget’ van om en nabij de 20.000 gulden, deed Greno Bert Bakker uitverkiezen, kreeg een der teleurgestelden van Peter Delius te horen. De reden was ‘de professionele manier waarop Bert Bakker hier eerder Patrick Süskinds bestseller Das Parfum gebracht heeft’. Het parfum van de Zwitser Süskind is voor zover bekend de enige Duitstalige literaire titel uit het fonds van Bert Bakker.
Aan het Veen-Luitingh-Kosmos-Contact-concern wordt een nieuwe naam toegevoegd: de fusie tussen Kluwer en Wolters Noordhoff bracht uitgeverij Sijthoff binnen. ‘We studeren hard op de integratie van Sijthoff binnen het bedrijf. Sijthoff verhuist in elk geval van Amsterdam naar Utrecht, en voor het overgrote gedeelte van het personeel is plaats gevonden. Ook staat vast dat het imprint Sijthoff blijft behouden,’ zegt Veen-directeur Bert de Groot. Wat voor kleur dat ‘imprint’ gaat krijgen vereist studie: ‘Het probleem is dat Sijthoffs management-fonds naadloos aansluit bij dat van Veen, de non-fictie-uitgaven (vooral over de Tweede Wereldoorlog in samenwerking met het Riod) bij Kosmos, en de publieksboeken bij Luitingh.’ Een afzonderlijk imprint voor literaire bloemlezingen dan, wellicht? ‘Het punt is dat we ook al twee literaire uitgeverijen hebben, met elk hun specialisaties. Veen en Contact. We weten het gewoon nog niet.’
Deze week (15 december) wordt bij Sotheby's een verloren gewaand typoscript van George Orwell geveild. Het is de tekst van diens enige toneelstuk, een waar koningsdrama over de vlucht van Charles II naar Frankrijk na de onthoofding van zijn vader. Orwells King Charles II, geschreven voor een schoolopvoering, komt ter sprake in zijn tweede roman. A Clergyman's Daughter, maar het werkelijke bestaan ervan bleek kort geleden toen Geoffrey Stevens, een negenenzestigjarige aannemer in ruste, het terugvond in zijn papieren. Stevens had zesenvijftig jaar geleden les van Mr. Eric Blair. Vele jaren later herkende Stevens zijn oud-leraar als George Orwell. door een foto en een artikel uit een krant: ‘Ik vond altijd al dat er iets bijzonders met hem was. Ik weet niet waarom ik zijn toneelstuk bewaard heb, maar ik denk dat het was omdat ik hem zo aardig vond.’
Eind november werd het leengeld (zeven en een half miljoen gulden) verdeeld: zestig procent voor de auteurs; veertig procent voor hun uitgevers. Zoals er een ‘leenrecht-top-tien’ is van schrijvers - aangevoerd door A.C. Baantjer - is er ook een van uitgevers. De Boekerij staat nummer een, daarna volgen Unieboek, Kok, Gottmer, Het Spectrum, Kluitman, Sijthoff, Meulenhoff, Querido en Bruna & Zn. |
|