Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenDe ban die van moslimzijde Solman Rushdies The Satanic verses treft, verspreidt zich allengs over meer werelddelen: India, Zuid-Afrika, Saoedi-Arabië en Egypte. Het Wereld Moslim Congres bereidt een aanklacht wegens blasfemie voor, waarvan het de bedoeling is om niet zozeer de schrijver als wel de uitgever te treffen. Er is sprake van een banvloek die álle uitgaven van Penguin en Viking treft in islamitische staten - met Penguins oprukkende marktaandeel en zelfs recente vestiging in India een ernstige bedreiging. Mogelijk wordt ook een andere schrijver getroffen door een boycot. Nobelprijswinnaar (1988) Naguib Mahfouz blijkt Rusdie te zijn voorgegaan in het gebruiken van heilige islamverhalen als materiaal voor een roman. In Mahfouz' The Children of Gebelawi worden zowel de God van het oude testament, die van het nieuwe, én Mohammed dood verklaard. Bij verschijning van het boek (1959) gingen vrome moslims de straat op om tegen Mahfouz' goddeloosheid te protesteren, maar toen vond hun roep om een boycot geen gehoor. De tijden zijn veranderd: nu wel?
Liever een man in dienst willen hebben: wie zei dat alle taboes waren opgeheven? Directeur Guus Schut van Athenaeum Boekhandel in Amsterdam gebruikte het argument tegen een kandidate voor een vacature in Athenaeums Haarlemse filiaal, die haar afwijzing omkleed zag met de reden ‘dat wij bij nadere overweging in ieder geval de voorkeur geven aan een mannelijke kandidaat om onze winkel niet te eenzijdig bemand te doen zijn’. Sollicitante boos. Directeur Schut is de eerste die haar daarin gelijk geeft: ‘Ik had die ongelukkige brief niet moeten schrijven, maar ik zocht naar een neutrale reden om haar af te wijzen.’ Niet dat de overweging niet geldig is, vindt Schut: ‘We letten inderdaad op de balans tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers, daar ben ik het wel mee eens. Grote kans dat we volgende keer pertinent naar een vrouw gaan zoeken, en ik sluit bovendien helemaal niet uit dat er in Haarlem toch een vrouw als de beste kandidaat gekozen wordt.’ Schut vreest geen gerechtelijke consequenties? ‘Als die er zijn, dan heb ik ze te dragen. Maar we hebben wel keurig met m/v geadverteerd, en alle sollicitaties met een open mind benaderd. Nogmaals, ik heb verschrikkelijke spijt van die brief. Het is ook zo moeilijk allemaal: als ik iemand afwijs omdat hij te oud is, maak ik me óók schuldig aan discriminatie.’
Met de verschillende periodieken die geheel aan Carmiggelt waren gewijd, gaat het niet zo goed meer als voorheen. Het laatste nummer van het Carmiggeltbulletin kondigde een onderduikperiode aan tot een nog steeds onzeker tijdstip. Van moordende concurrentie had Wim Koster, verantwoordelijk redacteur van het (volgens bedoeling) vier maal per jaar verschijnende ‘Nieuwsblad voor Carmiggeltvrienden’ Speciaal voor ons, dus geen last. Het is Wim Koster, die er wat de produktie van zijn blad geheel alleen voor stond, ‘in verband met nieuwe taken in mijn werkkring’ eenvoudigweg te zwaar geworden om langer in te kunnen staan voor regelmatige verschijning. Omdat het anderhalf jaar geleden is dat het vorige nummer verscheen, besloot Koster de fakkel over te dragen: hij werkt nog mee aan (jubileum)nummer vijfentwintig. ‘maar daarna moeten anderen het overnemen, want het is tenslotte een bindmiddel voor onze club. We hebben namelijk in onze vereniging geen bestuur, geen penningmeester, geen contributie en dat soort zaken, alleen maar een paar bijeenkomsten per jaar en het blad, waarvoor we de titel van de Carmiggeltbundels Speciaal voor u hebben geleend, begrijpt u wel?’ Koster rekruteerde zijn opvolgers ruimhartig onder Carmiggelt-vrienden die het verenigingsleven minder ernstig nemen: Frans de Jong, Pierre Roth en Ruud Broens. Voor de twee laatsten, opererend onder de naam De Literaire Loodgieters, was Koster in het verleden nogal eens doelwit van practical jokes als de oprichting van derde, vierde en zelfs vijfde Carmiggelt- genootschappen, bonden en centra. ‘Op clubs hebben we het inderdaad niet zo erg,’ geeft Roth als commentaar. Helemáál beterschap beloven kunnen Broens en Roth niet, ‘maar onze waardering voor Wim Koster is groot, en we vinden dat we moreel verplicht zijn om met dit nummer geen grappen uit te halen. Trouwens, Carmiggelts dood moet erin worden herdacht. Het is wel zo dat we ons ná nummer vijfentwintig niet gebonden voelen aan gemaakte afspraken. Plagen is toch leuk?’
Áls de geruchtmakende fusie NDU-Perscombinatie doorgaat, raakt Uitgeversmaatschappij Elsevier ironisch genoeg weer in de boeken: de Perscombinatie neemt voor achtendertig procent deel in uitgeverij Meulenhoff. Meulenhoffs financieel directeur Albert Voster is niet opgeschrikt van de rendementseisen die Elsevier in het dichtbije verleden deden besluiten om het uitgeven van boeken aan anderen over te laten. ‘Voor zover ik het kan overzien zijn er voor ons géén consequenties aan de fusie, we voelen er ook geen samenhang mee. Dat is het meest zuivere antwoord dat ik kan geven.’ |
|