Schandelijk adres
Wat is er in deze brieven nu allemaal aan de hand? De Oranjegezinde advocaat Willem Bilderdijk kwam in 1795 in moeilijkheden. Stadhouder Willem V was naar Engeland gevlucht en de patriotten namen, nog voor de Franse troepen goed en wel in Nederland gearriveerd waren, het bestuur in handen. Er werd een voorlopig bewind aangesteld en dit eiste van alle advocaten een eed van trouw en erkenning van de patriotse beginselen. Dit laatst weigerde Bilderdijk en hij schreef een scherpzinnig rekest om de belofte niet af te hoeven leggen. De bewindvoerders meenden een voorbeeld te moeten stellen naar aanleiding van het ‘schandelijk adres’ vol ‘geleerde wartaal’ waaruit een ‘ingekankerde verkleefdheid aan het vernietigd stelzel van list en geweld’ zou blijken, en Bilderdijk kreeg het bevel binnen vierentwintig uren Den Haag, en binnen acht dagen Holland te verlaten. In Den Haag liet hij zijn vrouw, Catharina Rebecca, met twee kinderen achter, een dochtertje van tien en een zoontje van vier jaar. Wat Catharina Rebecca niet wist, was dat hij ook een fiks aantal onbetaalde rekeningen achterliet, waar zij nu op aangesproken werd, maar inkomen was er voor haar niet. Bilderdijk vluchtte via Duitsland naar Engeland. Zijn omstandigheden lijken minder smartelijk dan die van zijn vrouw, maar ook hij zat zonder enig comfort, zonder boeken of studiemateriaal, beroofd van inkomsten en positie. Voor het eerst in zijn leven moest hij een honorarium bedingen bij zijn uitgever voor literaire arbeid. Daarenboven was hij een politieke banneling en werden brieven aan en van hem zwaar gecensureerd. Veel post verdween, ook ai namen de correspondenten de moeite in het Latijn of in een geheimschrift te schrijven, niet te ondertekenen en niets rechtstreeks aan Bilderdijk te adresseren.
De brieven die er tijdens deze ballingschap uitgewisseld worden tussen de echtelieden zijn bijna gênant. De vrouw wordt al een halfuur na zijn vertrek geconfronteerd met het financieel wanbeleid van haar man en moet beledigingen van schuldeisers verdragen. Ze verwijt hem dat hij altijd de grote heer gespeeld heeft. Bilderdijk op zijn beurt verwijt zijn vrouw dat zij zijn immense liefde altijd even koel, ja zelfs frigide beantwoord heeft. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de vrouw de verbanning wel een goede oplossing vond voor een huwelijk dat voor haar geen inhoud meer had. ‘Komt gy weder en u schulden zyn niet afgedaan wat dan?’ schreef ze, ‘den ouden boel! en een leven als 't onze op de oude wys is een hel op de waereld,’ en: ‘Hoor man de zaken moeten gered ons oude leven walgt mij’. Bilderdijk echter probeerde nog steeds haar naar zijn hand te zetten en geloofde in een opbloei als ze weer bij elkaar zouden zijn. ‘Mijn hart is oneindig verkleeft aan 't gene waar mede 't zich eenmaal geïdentificeert heeft, en onoplosbaar verkleeft’, schreef hij aan zijn zwager en schoonzuster met wie hij deze zaken heel intiem besprak in de brieven die ze uitwisselden. De grootste moeilijkheden moesten echter nog komen.
Bilderdijk getekend door H.W. Schweikhardt, de vader van zijn Londense geliefde
Catharina Schweikhardt, gravure naar een aquarel van Bilderdijk
Silhouet van Bilderdijks eerste vrouw, Catharina Bilderdijk-Woesthoven
In Londen wordt Bilderdijk waanzinnig verliefd op een leerlinge van hem, dochter van een Nederlandse kunstschilder die zich in Engeland gevestigd had. Om deze jonge Catharina Wilhelmina Schweickhardt gaat de liefdesgeschiedenis zich afspelen. Bilderdijk komt onder een onmogelijke spanning te staan. Slapeloze nachten vol jammer en kwelling tracht hij te verkorten door de brandende behoefte van zijn hart en kokend gestel te koelen met ijdele kussen op het silhouet van zijn eerste vrouw, schrijft hij aan zijn schoonzus. Hij voelt zich verbonden met zijn Nederlandse vrouw, die hij nog steeds aan zijn zijde wenst met de kinderen. Daarnaast heeft hij een onstuitbaar verlangen naar de jonge Wilhelmina. Dit meisje kan geen weerstand bieden aan het onophoudelijk bombardement van liefdesbetuigingen. Haar eer en geweten zeggen dat deze verhouding onmogelijk is, maar de bewonderde leermeester weet haar ervan te overtuigen dat hun liefde niet zondig is. De moeder verbiedt het meisje om nog langer met de perfide oudere verleider om te gaan.
Bilderdijk voelt zich vernederd en is wanhopig. Zijn brieven getuigen van een excessieve melancholie. Ten tweede male is de banneling uitgewezen, maar hij weet via een neef contact met Wilhelmina te houden en blijft beweren dat hun liefde boven de wereldse moraal staat. Bilderdijk slaagt erin om zijn passie binnen zijn eigen christelijk geloof te verantwoorden voor zichzelf en zijn geliefde. De zielsverwantschap moet door God gewild zijn en de beproevingen worden hen speciaal opgelegd om te kunnen zien of dit paar deze hogere liefde waard is. Otn de eer van de wereld bekommert Bilderdijk zich niet, het gaat alleen om hun eigen geweten en God. Zo maakt hij het meisje murw en tenslotte doet ze mee aan een list. Bilderdijks neef, die ook in Engeland was en als postillon d'amour diende voor heimelijke brieven, trouwt, mogelijk op Bilderdijks aandringen, met de jongere zuster van Wilhelmina, en deze gaat mee met de jonggehuwden naar Duitsland. De bedoeling is dat Bilderdijk zich later ook naar Duitsland zal verschepen, om zich - daar met haar te verenigen en dan de hemelse verrukkingen van de liefde te genieten.
De brievenuitgave houdt op vóór de hereniging van Wilhelmina en Willem Bilderdijk. De smartelijke tijd die de jonge vrouw daarna te wachten staat, waarin ze meestal gescheiden is van Bilderdijk, en eerloos, ongehuwd het een na het andere kind zou baren, komt hier nog niet aan de orde. De nu gepubliceerde brieven zijn het verslag van de strijd tussen een starre christelijke leer en een grootse levensopvatting, tussen hartstocht en liefde, tussen trouw aan het verleden en hunkering naar een nieuw levensbegin.