Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny Schouten‘Je kunt van Shakespeare en Proust toch ook niet zeggen dat ze niet de waarheid schreven?’ Journaliste Jantiene van Aschs vindt de vraag naar het waarheidsgehalte van de New Journalism die zij bedrijft héél ingewikkeld om te beantwoorden. Van Aschs claimt de voetsporen te hebben betreden van Truman Capote en Tom Wolfe, wier werkwijze te beschrijven valt als het presenteren van feiten met behulp van literaire stijlmiddelen als spanning en wisseling van point of view. Van Aschs wil haar down and out-ervaringen uit de wereld van de psychiatrische klinieken graag als faction beschouwd zien (‘wat toch een samentrekking is van fiction en facts’) zonder daarbij aangesproken te willen worden op de feitelijkheid: de lezer wordt verzocht Intermezzo te lezen als ‘een roman’. Het etiket ‘literatuur’ verhinderde de redacties van de ‘non-fictie’-bijlagen van NRC Handelsblad en de Volkskrant niet om Intermezzo toch maar te rekenen tot de niet verzonnen boeken, waar reden voor is doordat de eerste twee hoofdstukken van het boek als reportage in Haagse Post werden geplaatst. ‘Alles wat in mijn boek staat is waar, dat wil zeggen dat er niets in mijn boek staat wat ik niet heb meegemaakt,’ licht de schrijfster desgevraagd toe. ‘De reden dat ik mijn boek als roman de wereld heb ingestuurd, is dat ik de mensen die erin voorkomen heb willen beschermen.’ Dat er desondanks verschil blijft tussen waarheid en werkelijkheid wil Van Aschs, geconfronteerd met de door psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo bevestigde feiten, best toegeven: ‘Ik ben zelf vier weken in die kliniek geweest. In Intermezzo heb ik daar drie maanden van gemaakt, ja. Dat had je toch ook wel meteen aan mij kunnen vragen?’
‘Kerst betekent toch de ondergang van een groot aantal dieren,’ vindt ‘de uitgeversknecht van de Arbeiderspers’ Martin Ros. Bij wijze van protest tegen ‘het eetbeestfeest’ bereidt Ros een voordracht voor van Het rijk van de walvis, Heathcote Williams' lange ode op dat geheimzinnige en intelligente wezen. Ros leert het gedicht niét van buiten (‘Ik ben geen acteur’), maar belooft het lange gedicht ‘ernstig en gedragen’ te zullen voorlezen, ‘en er zijn ook lichtbeelden en authentieke opnamen van walvissenmuziek.’ De door Ros verzorgde avond - gepland in het Amsterdamse Paradiso op 21 december - is geheel op propaganda uit: ‘Ten eerste voor het buitengewone gedicht van Heathcote Williams, dat meer aandacht verdient dan het gekregen heeft, en ten tweede omdat de ondergang van de walvis een paradigma is voor álle bedreiging van dierenlevens. Met Heathcote Williams bemoeit de literatuur zich daar nu eindelijk eens mee.’
Zonder potboilers gaat het niet? De bezorgde vraag dringt zich op na kennisname van het najaarsaanbod van literaire cassetteboekenuitgeverij I.C., die met de gesproken memoires van Xaviera Hollander de soft porno in huis haalt. Het fonds van I.C. kenden we als hoog-literair: tot hiertoe werden de stemmen van Annie M.G. Schmidt, Renate Rubinstein, Kees van Kooten, Remco Campert, Karel van het Reve, Maarten 't Hart, Leo Vroman, Rutger Kopland en Guus Kuijer op cassette uitgebracht. What next? Erotische avonturen van taxichauffeurs, wellicht? Daaraan wil I.C.-uitgever Maurits Rubinstein liever nog niet denken. Hij verdedigt de twee, inderdaad als publiekstrekkers bedoelde nieuwe uitgaven - behalve het ‘eerste erotische cassetteboek’ De Happy Hooker presenteert A.C. Baantjer zijn nieuwe verhaal De Cock en de grijnzende wurger met eigen stem - ‘om de markt open te breken’; ‘Een blad als De Telegraaf heeft onze cassettes nog nooit gesignaleerd. Door nu met Xaviera Hollander te komen, maken ze hun lezers misschien attent op onze andere cassettes, die voor hun publiek toch ook interessant zijn.’ De jonge uitgever pleit voor clementie: ‘We hebben er wel lang over moeten nadenken, hoor. En dat we nu met De familie Doorsnee op cassette komen, en met Rijmpjes en versjes uit de oude doos, daaruit blijkt toch wel dat we gevoel hebben voor kwaliteit?’
Vertaler Henk Raaff, verbaasd zijn jaren geleden vervaardigde vertaling van Söderbergs Dokter Glas nieuw aangekondigd te zien als ‘speciaal in opdracht van de Hema vervaardigd’, bereidt zich voor op gerechtelijke procedures. Via zijn advocaat, Germ Kemper, ligt inmiddels een claim bij uitgeverij Bzztôh, de producent van het Hema-uitgaafje. De eis is een betaling van f 10.000,- óf het uit de handel nemen van de oplage, voor minder verzoent Raaff zich niet met het ‘kruideniersuitgaafje à f 6,75’. Ook thrillerschrijver Martin Koomen was verbaasd een eigen geschrift aan te treffen bij de Hema. Zijn voor de kleurenbijlage van Vrij Nederland geschreven verhaal over Conan Doyle siert bij wijze van voorwoord de laaggeprijsde ‘Hema-editie’ van Sherlock Holmes Compleet. ‘Klopt,’ zegt uitgever Peter Loeb, die de uitgave produceerde. Zijn Hema-uitgave is een heel ander geval dan het boekje van Bzztôh weet Loeb: ‘Daar hebben ze Maarten 't Hart voor het voorwoord met honderd gulden afgescheept. Wij hebben destijds Martin Koomen f 1500,- of f 2000,- betaald, dat herinner ik me niet meer precies, maar dat is toch royaal betaald? We hebben Sherlock Holmes nu vier jaar in druk in verschillende edities: een voor onze eigen imprint, voor de boekenclub, en een voor een Belgische distributeur. Auteursrechtelijk is dat toch niet verkeerd?’ Martin Koomen herinnert zich een beduidend lager bedrag, plus de verzekering dat alle licentie-uitgaven buiten de overeenkomst vielen. ‘Er is niets aan de hand,’ sust Loeb: ‘Als Martin Koomen vindt dat hij voor deze aparte Hema-uitgave nog weer wat hoort te krijgen, moet hij maar een voorstel komen doen.’ Hoe lucratief wordt het voor auteurs, vertalers en schrijvers van voorwoorden om de boekenafdeling van de Hema te bezoeken? |
|