Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Kathleen The Life of Kathleen Ferrier 1912-1953 door Maurice Leonard voorwoord van Elisabeth Schwarzkopf Uitgeverij Hutchinson, 274 p. Importeur Nilsson & Lamm, f 65,65Jannetje KoelewijnEen van de mooiste plaatopnamen van de alt Kathleen Ferrier die ik ken is die van het lied Der Abschied, uit Mahlers Das Lied von der Erde, dat ze in mei 1952 in Wenen opnam, samen met de tenor Julius Patzak en dirigent Bruno Walter. Ondanks de gebrekkige weergavetechniek klinkt haar stem sterk en krachtig, maar tegelijkertijd zo onvoorstelbaar kwetsbaar en gevoelig dat ik er iedere keer weer door van mijn stuk raak. Nu ik de biografie die Maurice Leonard van haar schreef gelezen heb, word ik bij het luisteren bovendien sentimenteel: in die tijd was Kathleen Ferrier al doodziek, en dat had ik me voorheen nooit goed gerealiseerd. Het jaar voor deze opname (de laatste die van haar is gemaakt) was ze in het Londense University College Hospita! aan borstkanker geopereerd, en sindsdien was het voor de artsen die haar behandelden een wonder dat ze nog optrad. Laat staan dat ze naar Oostenrijk vloog voor een uitputtende, acht dagen durende opnamesessie. Als er iets was dat Kathleen Ferrier kenmerkte, dan was het haar wilskracht. De middelbare school kon ze niet afmaken omdat ze op haar veertiende moest gaan werken, als telefoniste op het postkantoor in Blackburn, en geld voor muzieklessen bleef er nauwelijks over. Ze moest haar talent vrijwel op eigen kracht ontwikkelen. In haar jonge jaren was ze een goede pianiste, maar echt succes had ze niet. En in het begin van haar carrière als zangeres waren de kritieken nooit onverdeeld positief. ‘Het kost Miss Ferrier moeite om haar woorden helder verstaanbaar te laten klinken,’ schrijft de Manchester Guardian op 6 oktober 1942 (ze is dan dertig jaar). En hoewel de criticus haar stem prachtig vindt, beoordeelt hij haar interpretatie als te vlak en nogal karakterloos. | |
VerlamdKathleen Ferrier verdroeg zulke commentaren slecht (zoals ze aanvankelijk ook gesprekken over, bijvoorbeeld, honoraria slecht verdroeg - ze begon te huilen zodra ze eigenlijk met haar vuist op tafel zou moeten slaan) maar ze liet zich niet van de wijs brengen. Pas rond haar vijfendertigste verbreidde haar roem zich wereldwijd. Op zich is dat niet vreemd: lage vrouwenstemmen komen gewoonlijk pas rond die leeftijd tot volle wasdom. De tragiek van Kathleen Ferrier is dat haar dagen toen al waren geteld. Op 6 februari 1953 trad ze voor het laatst op: als Orpheus in de Engelse versie van Glucks Orfeo ed Euridice, onder leiding van dirigent Sir John Barbirolli. Het was de tweede voorstelling van de vier die op het programma stonden. Na de première hadden de kranten bol gestaan van de complimenten (‘Wonderful achievetnent’ en ‘Certain passages touched the sublime’), en Kathleen Ferrier was vastbesloten deze serie af te maken, al was het maar om Barbirolli, met wie ze goed bevriend was, niet in de steek te laten. Helaas: tijdens de tweede acte van de opera raakte plotseling haar linkerbeen verlamd. Ze kon zich bijna niet meer bewegen van de pijn. Maar het publiek merkte er niets van. Kathleen Ferrier zong door tot het einde van de voorstelling. De volgende dag, in het ziekenhuis, bleek dat haar dijbeen was gebroken: zo sterk waren haar botten aangetast door de straling waarmee de artsen de voortwoekerende kankergezwellen probeerden te bestrijden. De biograaf die het leven van iemand met zo'n onvoorstelbaar sterk karakter wil beschrijven, van iemand die bovendien, voor zover bekend, in haar hele leven geen vlieg heeft kwaad gedaan, bijna nooit klaagde en geen kapsones had (hoewel ze voor allebei genoeg reden had), die biograaf moet ervoor waken dat zijn boek niet te zoetsappig wordt. Jammer genoeg heeft Maurice Leonard dat niet gedaan. Daardoor heeft Kathleen, The Life of Kathleen Ferrier 1912-1953 (geautoriseerd door haar nog levende zuster Winifred Ferrier) veel weg van een hagiografie. Dat is vooral jammer omdat de auteur met zo'n rozerode levensbeschrijving het tegendeel van zijn doel bereikt: irritatie in plaats van bewondering. Soms gaat Leonard zelfs zo ver in zijn verering dat hij mythen begint te scheppen. Anderhalf jaar voor haar dood, schrijft hij, kreeg Kathleen Ferrier op een dag het overlijdensbericht van de celliste Kathleen Moorhouse: borstkanker. Kathleen Ferrier, die bijna nooit over haar eigen ziekte sprak, raakte in een depressie. Na dat bericht, schrijft Leonard, ging de zangeres in haar eentje wandelen, in de dichte mist, en ze bleef treuren totdat ze onderweg een groepje bloeiende krokussen zag. Op dat moment voelde ze zich weer krachtig worden en besloot ze something positive te doen. Ze kocht een boek over tuinieren. Het verhaal kan best waar zijn, maar de presentatie ervan - alsof Leonard er zelf bij is geweest - bevalt me niet. Zonder distantie en met wierook omgeven. Toch is Kathleen een mooi boek. Maar dat is het ondanks de schrijver, in plaats van dank zij. Kathleen Ferrier was een buitengewone zangeres, die uiteindelijk een tragisch leven heeft geleid, maar die ook intelligent was en veel gevoel voor humor bezat - zoals uit haar brieven blijkt. Gelukkig heeft Maurice Leonard daar veel uit geciteerd. ■ |
|