Het dilemma van de identiteit
Jood zijn in Israël en in Nederland
Verzonken Heimwee Joods hier, Israëlisch daar door Yaél Koren en Constant Vecht Uitgever Balans, 197 p., f 27,50
Selma Leydesdorff
Onder joden bestaat grote verwarring over de eigen identiteit. Sommigen ontkennen het bestaan ervan, of betogen dat mocht er al zo iets zijn als een joodse identiteit, deze zo snel mogelijk moet verdwijnen. Doen joden immers niet al eeuwenlang hun best op te gaan in de hen omringende cultuur? Anderen wijzen op de eigen geschiedenis, op de religie of op de culturele traditie. Hun scepsis over de mogelijkheid van integratie wordt beargumenteerd met een verwijzing naar de lange geschiedenis van het antisemitisme in Europa. Het definitieve bewijs is de grote moord op de joden die nog maar één generatie geleden gepleegd is. Het debat over deze twee wegen voor de toekomst van het jodendom is ouder dan die generatie, en is al terug te vinden in de geleerde tractaten van joodse verlichtingsdenkers die wilden dat joden uit de besloten omgeving te voorschijn kwamen en gebruik maakten van de nieuwe vrijheid die de samenleving in de tijd van de Franse Revolutie hen bood. Ook het zionisme is voor velen geen oplossing. De nog steeds bestaande onzekerheid over een ‘juist’ antwoord leidt ook tot meningsverschillen over de mate waarin een eigen joodse cultuur gehandhaafd moet worden, en natuurlijk over de vraag naar wat die joodse cultuur eigenlijk is.
In feite is het bovengeschetste dilemma normaal voor minderheden die een vorm proberen te vinden om binnen die samenleving te leven. Veel problemen van de tweede generatie van bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse jongeren kunnen er toe worden herleid. Maar bij joden wordt het ideaalmodel met betrekking tot integratie vertroebeld door de negatieve identiteit die het gevolg is van de oorlog en door veranderingen in het zelfbeeld als gevolg van de creatie van de staat Israël. Alom is jarenlang aangenomen dat het laatste een zeer positief gevolg heeft gehad voor het zelfbewustzijn van joden. Er kwam iets positiefs. En wie daar niet aan wilde, kon terugvallen op de aloude uitvlucht van een kosmopolitische levenswijze. Het zwerverschap werd dan gefetisjeerd tot een cultus van nergens thuis te zijn. Deze ontwrichte manier van leven maakt het overigens ook mogelijk veel en lang te klagen, en vormt bovendien een prettige ontsnapping uit verstikkende codes en netwerken.
Israël is niet langer de oplossing voor hen die hun positie als minderheid in Europa niet langer verdragen. Trots over de jonge frisse staat is vervangen door schaamte over een staat die in haar noodzakelijke defensiepolitiek tot agressor is geworden. En schaamte natuurlijk: over de militaire bezetting van ooit veroverd gebied. Het land wordt meer en meer gedomineerd door een nieuwe elite van niet uit Europa afkomstige joden voor wie andere waarden gelden. Veel Westeuropese joden voelen zich in Israël steeds minder thuis en steeds weer blijkt dat men naar Israël ook de geschiedenis van het land waar men vandaan kwam heeft meegenomen. Nederlandse joden zijn daar opeens heel Nederlands, nog steeds behorend tot dat protestants gekleurde ‘Species Judaica Neerlandica’ zoals het wel genoemd is.
In Verzonken heimwee zijn Yáel Koren en Constant Vecht op zoek naar hun eigen houding ten opzichte van dat er niet bij horen. Door een verslag te doen van de identiteitsconflicten van anderen proberen zij greep te krijgen op hun eigen worsteling. Want ook al pretendeert het boek vooral over anderen te gaan, toch blijkt het bij nadere lezing een dialoog te zijn tussen een mannelijke Nederlandse wereldverbeteraar van joodse komaf en een in Nederland opgegroeide Israëlische vrouw. Hij heeft geloofd in linkse slogans over gelijkheid om vervolgens te ontdekken dat hij jood was en zij probeert in het reine te komen met haar Israëlische achtergrond. Samen zijn zij op zoek gegan naar de overeenkomsten en verschillen in de redenen waarom zij zich een vreemdeling voelen.