Hybridisch
In De markiezin ontmoeten twee verwante vrouwen elkaar. De een woont ergens afgelegen en komt niet graag buiten. Maar dat is geen bezwaar, want om dat probleem op te lossen bestaat de telefoon. Om en om zijn de twee vrouwen in De markiezin aan het woord, de een met haar telefonische monoloog, de ander met haar herinneringen. De wereld van Charlotte Mutsaers is een even lieflijke als grimmige: hybridisch. In een schijnbaar idyllische sfeer gebeuren daarin dingen die uit de sprookjes van Grimm afkomstig zijn en er worden even sprookjesachtige remedies voor aangedragen, zoals die parodie van een granieten kapitein. De stukjes van Mutsaers zijn anekdotische flarden, gevist uit haar herinnering en vanuit een originele hoek bekeken. Ze hebben allemaal een bizarre, vervaarlijke, ontgoochelende kant, maar (à la de markiezin) laconiek beschreven. Het is een animistische wereld, want alle levenloze voorwerpen krijgen de geest (zoals de ‘varkensleren harmonikatas’) of worden vergeleken met iets levends, zoals het begin van het stukje over het noodweer dat de watersnood inluidt: ‘Er wordt onophoudelijk aan de deur gerammeld. Hele kudden schapen roffelen met doffe hoefjes over het dak. Boven op zolder laten ze de ene badkuip na de andere leeglopen. Met de bezems slaan ze op de ramen. Er loeit een stier in de schoorsteen. En waarom fluisteren ze achter het behang?’ De herinneringen van Mutsaers zijn stuk voor stuk beschrijvingen van ontgoochelingen: ze dacht dat het anders was, maar de liefde blijkt veel gewriemel en gehannes, de vader houdt haar voor een onnozele (hij geeft haar een briefje voor de politie mee als ze alleen naar een andere stad gaat: ‘Dit is mijn dochter. Zij heeft een verdwaalmanie net als haar moeder’), ooms die vreemd doen, water in een kruik dat ook voor de thee wordt gebruikt. Deze onverwachte en grillige sprongen van het leven worden in het
Russisch skatsjok genoemd, een woord waarvan Mutsaers aan het begin haar eigen verklaring geeft.
Door deze herinneringen loopt een anekdotisch verhaal over de vader dat enige onnadrukkelijke nostalgie bevat, wars van melodrama, want daar hield die vader ook helemaal niet van. Zijn sterfbed, waarover in drie stukjes wordt verteld, is er een van ingehouden zwarte humor. De telefonische berichten van de nieuwe vriendin ver in het land, hebben een verwante eigenzinnige toon. Zoals het stukje ‘Balance of power’ dat waard is in zijn geheel geciteerd te worden: ‘- Als het waar is dat je de hele mensheid op kunt delen in beulen en slachtoffers, dan vraag ik jou: Waar staan wij eigenlijk?
Maar ik hoef het je niet te vragen, want het antwoord weet ik allang: Wij zijn onze eigen beul (des te erger voor het slachtoffer) en ons eigen slachtoffer (des te erger voor de beul). Het voordeel hiervan is dat de weegschaal tenminste niet door zal slaan. Nooit zal jij mijn beul kunnen worden en ik jouw slachtoffer of jij mijn slachtoffer en ik jouw beul.
Niet dat dit nu meteen tot onze grote versmelting hoeft te leiden, maar in het kader van onze betrekkingen is het wat je noemt mooi meegenomen, want zeg nou zelf: Wij zijn toch precies even dol op wolven als op lammetjes?’
Wanneer de twee elkaar uiteindelijk weer eens zien (aan het slot van De markiezin), versmelten ze wel degelijk, want ze hebben zoveel met elkaar gemeen dat het soms moeilijk is ze uit elkaar te houden. In het laatste stukje is het ook niet meer duidelijk wie wie is. Zeker is dat ze allebei heel erg aan voorwerpen en dingen hechten en daarin eigenlijk hun leven willen projecteren, omdat de dingen blijven en het vlees tot stof vergaat. In dit vergaan van mensen, en het blijven van de dingen, zit een geheim van De markiezin dat ik niet heb kunnen oplossen. Het geheim gaat terug tot een opmerking van de Franse dichter Paul Valéry, gemaakt tegenover André Breton, die hem gebruikte in zijn Surrealistisch manifest van 1924. Valéry had gezegd dat men een roman nooit kon beginnen met de zin: ‘De markiezin ging om vijf uur uit.’ Er is iets met de tijd in deze zin. Harry Mulisch werd er zo door geïntrigeerd dat hij er in zijn boek De toekomst van gisteren een even scherpzinnige als verstrekkende verhandeling over ten beste gaf. Is de markiezin onsterfelijk? In ieder geval is De markiezin een origineel bedacht en geschreven werkje, een laconiek commentaar in woorden-/dingen.
■