Op hol geslagen fantasie
De kokende woede van Sony Labou Tansi
De dodelijke deugdzaamheid van Dadou door Sony Labou Tansi Vertaling Marcel Ottevanger en Pauline Sarkar Uitgever Het Wereldvenster, 197 p., f 29,90
Het teken van martial door Sony Labou Tansi Vertaling Hetty Renes, nawoord Jan Kees van de Werk Uitgever In de Knipscheer, 198 p., f 34,50
De grote eenzaamheid van Lorsa Lopez door Sony Labou Tansi Vertaling Jef Geeraerts Uitgever Manteau, 178 p., f 29,90
Alle Lansu
‘Deze wereld is de echte niet’ - dit levensgevoel is al in vele toonaarden beschreven, maar nog zelden zo uitbundig van beeld en taal als door de hier tot voor kort volkomen onbekende Kongolees Sony Labou Tansi, van wie het afgelopen jaar drie vertalingen verschenen, bij even zovele uitgevers(!). Tansi werd in 1947 geboren in het toenmalige Belgisch Congo (Zaïre) en is sinds 1960 woonachtig aan de andere oever van de Kongo-rivier, in de Republiek Kongo (de voormalige Franse kolonie). Beide landen werden in 1960 onafhankelijk. Tansi's werk is geworteld en gesitueerd in het post-koloniaJe Afrika, maar het bevat een thematiek met wereldwijde relevantie. Het is één schreeuwende aanklacht tegen machtsmisbruik en de verkrachting van het leven. Kokend van woede en bulderend van het lachen veegt Tansi zijn reet af met de wereld zoals die is. Een probleem is dat zijn fabelachtige verbeeldingskracht soms de vergelijking oproept met een buiten haar oevers getreden rivier.
In zijn debuutroman De dodelijke deugdzaamheid van Dadou (geschreven in 1976) is hij er naar mijn smaak het best in geslaagd om zijn talent in banen te leiden. De roman beschrijft de identiteitscrisis en geleidelijke ondergang van een zwarte bourgeois. Aan de buitenkant is Dadou een toonbeeld van deugdzaamheid en om die reden is hij benoemd tot directeur van een pedagogische academie voor meisjes. Hij maakt nu deel uit van de nieuwe zwarte elite, maar een gevoel van leegte achtervolgt hem. De verleiding van een aantrekkelijke leerlinge op zijn academie vormt de inleiding tot zijn ondergang. Om zijn verwarring het hoofd te bieden stort hij zich in de drank. Hij weerstaat zijn verlangen, maar haar wraak doet hem in de gevangenis belanden. Hij beziet het fiasco van zijn leven. Zijn huwelijk blijkt stukgelopen op de klippen van zijn carrièredrift. Zijn levenslust is een smeulend vuurtje geworden. ‘Vroeger rekende ik altijd op de tijd. Maar de tijd wordt impotent. De tijd krijgt geen stijve meer.’ Verlangend naar de dood, balancerend op de rand van de waanzin houdt hij bevlogen monologen. Tansi brengt Dadou's ontgoocheling in een koortsachtige, ritmische stijl onder woorden.
Wanneer Dadou uit de gevangenis ontsnapt en naar de overkant van de Kongo vlucht, belandt hij in een nieuwe nachtmerrie. Arrestaties om vermeende subversieve activiteiten zijn er aan de orde van de dag, zelfs lijken worden gearresteerd. ‘Je eigen vrouw vraagt naar je papieren als je met haar naar bed wilt.’ Het enige dat de bevolking nog rest is hoop. ‘En hoop bracht de mensen er toe te praten over de kinderen van de kinderen van hun kinderen.’ Dadou wordt gepakt door de militairen, als oud vuil gedumpt en opgepikt door de revolutionairen, de dienaars van ‘de vleesetende, allesverslindende goede zaak’. Hij is moegeleefd, maar met de moed der wanhoop klampt hij zich vast aan het leven. Hij wil nog één keer een daad stellen, een revolutionaire daad. ‘Ik heb iemand gedood omdat ze tegen me zeiden: ga hem doden. Daarna word je misselijk. Die geur van bloed. Verdomme!’ Dit gedreven geschreven debuut bevat de kiemen van de woede en de wanhoop waar Tansi's latere romans stijf van staan.
Sony Labou Tansi
J. AGOST