Religie
Ten tweede voert hij in het boek een discussie met de science fiction (sf). Regelmatig wijst hij je op overduidelijke sf-mogelijkheden die zich uit het een of andere aspect van het model aan je opdringen. Terugreizen in de tijd bijvoorbeeld. Maar alleen om dan onmiddellijk die fantasie de kop in te drukken: het idee kan wel iets voor sf zijn, maar niet voor ons heelal, want daartegen verzetten zich bepaalde andere aspecten van het model. Door sf er zo bij te halen, schijnt datgene in het boek wat geen sf is, automatisch ook nog meer ‘echt waar’ te worden.
Modeltekening van een ‘zwart gat’
Hawkings derde discussie is die met de religie. Hij is met God niet klaar. Al klinken zijn opmerkingen geestig, ze hebben toch ook iets van een worsteling, al was het maar met de vraag wie van hen beiden de beste is. In 1947 kwam George Gamow met zijn boek One Two Three... Infinity waarin hij de micro- en de macrokosmos op een speelse manier aan gewone mensen uitlegde. ‘We kunnen natuurlijk de toekomst niet voorspellen,’ merkte Gamow destijds daarin op, maar: ‘we beschikken nu over veel beter gefundeerde redenen om te veronderstellen dat onze elementaire deeltjes werkelijk de basiseenheden zijn die niet verder gedeeld kunnen worden.’ De quarks waren toen nog niet gevonden. Hij heeft dus mis gegokt.
Ook Hawking schijnt echter weer te willen aantonen dat de huidige kennis bijna volledig en definitief is, alsof de kennisontwikkeling in onze tijd wél volgens een natuurwet zou verlopen. Tegen het einde van het boek schijnt hij even de wetenschapsprofeet te spelen: ‘Als we een dekkende theorie (van het universum) ontdekken, zullen we allemaal, filosofen, wetenschappers maar ook gewone mensen (daar zijn ze dan. Hawkings “gewone” mensen die in dit verhaal al figureerden), kunnen deelnemen aan de discussie over de vraag waarom wij, en het heelal, bestaan.’ Hoe betrouwbaar die ene, allesomvattende beschrijving van Het heelal zou kunnen zijn, kan een gewoon mens zich eenvoudig voorstellen door te denken aan de betrouwbaarheid van zoiets simpels als de weersvoorspellingen voor de volgende maand. Nee, het kan geen profetie zijn, het moet Hawkings grap zijn. Andere knappe koppen denken dat het niet eens mogelijk zal zijn een leeftijd voor het heelal eenduidig te bepalen. Het natuurkundige tijdsbegrip dat hierbij in het geding is, is in elk geval abstract: het is een technisch tijdsbegrip dat los staat van de individuele tijdsbeleving. Het wiskundige spel met een dergelijk tijdsbegrip, gesteund door metingen van afgeleide grootheden, kan niettemin bijzonder boeiend zijn, zoals Hawking aantoont.
Het gaat ook helemaal niet om het vinden van een allesomvattende theorie, het gaat om het zoeken, het gaat in ieders ‘brief time of history’ om de tijdsbesteding en dat laat Hawking eigenlijk wel zien.
■