Tennis
1 | ‘'t Gaat er hard van langs,’ ontdekte Gerrit Jan. ‘Onze Erica speelt ook uitstekend. Hoe staat het Jef?’
‘2-5 voor Reep en Lenie. Ze gaan er gloeiend aan.’
‘Onze Erica,’ dacht Ella. Ze had de laatste tijd meer gezien, dat Robbert zich voor Pit interesseerde. (...) Maar och nee, dat bestond niet. Pit snauwde en grauwde altijd en dat werd eerst misschien wel even aardig gevonden, maar op den duur hielden jongens toch meer van een lief, vrouwelijk meisje. |
2. | De volgende dag kwam ie.
We hadden getennist, en Betty, Matty, Jan van Ratburgh en ik, hingen met spierpijn en cocktails over 't balconhek, en waren bezig met afternoon-tea.
In de verte naderde iets zwarts, en toen 't dichterbij kwam, was 't m'n vriend Ankerblom in een te klein jacquet, een te grote zwarte dophoed en handschoenen (geel). |
3. | Tussen de openingen in dat groen zag je het rode veld en daarop flitsten witte gedaanten heen en weer. Het leek een reservaat, voor een heel bijzondere mensensoort, een zorgeloze, voor wie elke dag een mooie zomeravond is, met heel veel bomen in de verte en vlakbij. |
Oplossing Geletterd 99 van 24 september (Hotel):
1. | ‘Nog steeds kende madame Brulot een woord of vijf, zoals yes, no, money, room en dinner’: Willem Elsschot, Villa des Roses. |
2. | ‘- Marie! zei tante. Weet je wat ik so ghek van jou vind?’: Louis Couperus, De Boeken der Kleine Zielen. |
3. | ‘Het begint met gegiechel van kamermeisjes op de gangen en het eindigt met familiaar doen tegen de gasten’: Doeschka Meijsing, ‘Königshof’, uit: De hanen en andere verhalen. |
Winnaar: E. Jansen, Delft
Dit is de laatste aflevering van Geletterd