Afgeprijsd
Muriel Spark schreef naast een groot aantal romans ook zeventien korte verhalen. Ze werden gebundeld in The Stories of Muriel Spark (Martyrium, 314 p. f 12,50). Prachtige stukken, bijvoorbeeld ‘Miss Pinkerton's Apocalypse’, waarin een antiek Chinees vliegend schoteltje het luchtruim van een huiskamer binnendringt. Gelukkig weet Miss Pinkerton heel wat van servies. Voor The Bone People kreeg de Nieuwzeelandse schrijfster Keri Hulme in 1985 de Booker Prize. Het is een roman over een eenzaam aan de kust wonende vrouw bij wie het jongetje Kerewin aan komt lopen dat alleen in gebarentaal spreekt (Martyrium, 450 p. f 9,90). Het boek gaat over liefde op de grens van de westerse en de Maori-cultuur. Met het toneelstuk The Glass Menagerie verwierf Tennessee Williams in 1944 grote roem. In dit stuk trekt de gevoelige, gehandicapte Laura zich terug in de wereld van haar glazen speelgoedbeestjes. Haar moeder vlucht in romantische herinneringen aan een glorierijke jeugd. Beider illusies zijn breekbaar (Martyrium, 115 p. f 4,90). De prozaverhalen die Williams schreef zijn te vinden in Tennessee Williams' Collected Stories met een inleiding van Gore Vidal (Martyrium, 565 p. f 17,50). In ‘Tent Worms’ doet een man een poging met fakkels van krantepapier een rupsenplaag in een lange rij struiken rond zijn zomerhuisje te bestrijden. Hoestend van de rook kijkt zijn echtgenote toe, waarbij ze zich afvraagt hoe lang hun vakantie, hoe lang hun huwelijk nog zal duren. Sons and Lovers (1913) van D.H. Lawrence is een autobiografisch boek. Het bevat twee verhalen. Het ene handelt over de strijd tussen een mijnwerker en diens vrouw van betere afkomst, in het tweede stuk wordt een door moederlijke bezitsdrang geremde ontwikkeling van kind tot kunstenaar beschreven. In een editie met een uitgebreid
essay over Lawrence (Martyrium, 622 p. f 14,90). The Scorpion God van Nobelprijswinnaar William Golding bevat drie verhalen (Martyrium, 178 p. f 5,90). Net als in al het werk van Golding proberen de personages zich ook hier staande te houden in een volstrekt vijandige omgeving.
Prachtig uitgegeven werd Lewis Carrolls Alice's Adventures Underground. Ditmaal geen versie in drukletters, maar in het volmaakt leesbare handschrift van Carroll, dat fotografisch werd herdrukt. De schrijver maakte er zelf tekeningetjes bij. Een wonderlijk mooi boekje, naar vorm en inhoud (Martyrium, f 9,90). Geheel andere avonturen worden beschreven in Jack Londons Alcoholische herinneringen (De Slegte, 209 p. f 2,95). London is niet echt blij met de drank: ‘Ik betreur het dat Koning Alcohol overal in de maatschappij waarin ik geboren werd zo'n goed leven leidde. Anders zou ik nooit kennis met hem gemaakt hebben en ik ken hem al zeer lang.’ Vrijwel altijd afgeprijsd verkrijgbaar zijn The Complete Works of William Shakespeare nu zelfs in twee edities (De Slegte, 904 p. f 9,95). Ook in het Engels volstrekt leesbaar. Ik ril altijd weer opnieuw bij de voorspellingen van de drie heksen in Macbeth op dat winderige. Schotse heideveld:
All hail, Macbeth! Hail to thee, thane of Glamis!
All hail, Macbeth! Hail to thee, thane of Cawdor!
All hail, Macbeth! That shallt be king hereafter.
Een wel zeer uitgebreide keuze uit de Engelse literatuur is te vinden in deel twee van The Norton Anthology of English Literature (Martyrium, 2550 p. f 19,90). Keuzes uit teksten van Byron tot Beckett, van Coleridge tot Joyce.
Ook boeken over schrijvers of hun werk zijn vaak afgeprijsd verkrijgbaar. Bijvoorbeeld Bernard Benstocks James Joyce, Robert Millers Oscar Wilde, James Lundquists J.D. Salinger (Martyrium, f 6,90). Wat betreft de Nederlandse literatuur zijn er de ‘Synthese-deeltjes’ over de romans van Marcellus Emants, J. van Oudshooms Willem Mertens' Levensspiegel, Antieke motieven in de moderne Nederlandse Letterkunde, de Griekse romans van Simon Vestdijk, de jeugdboeken van Guus Kuijer, Het verboden rijk van Slauerhoff, en het gedicht ‘De Wandelaar’ van Martinus Nijhoff (Martyrium, f 5,90) Willem Brakman schreef een groot aantal romans en verhalen. Geen gemakkelijk proza, maar met schitterende volzinnen en zeer veel humor. Brakman neemt de lezer mee door een wonderlijke wereld die veel kan betekenen. Wat precies, dat valt soms moeilijk te beslissen, maar hij zet je aan het denken. Wat heeft bijvoorbeeld Jack de Ripper in De biograaf (1975) met vis te maken, en de toneelspeler Dudok, het onderwerp van de biograaf, met Jack de Ripper? (De Slegte, 186 p. f 4,95). Verder werd van Brakman de historische roman De gehoorzame dode (De Slegte, 296 p. f8,95) afgeprijsd, alsmede de verhalenbundel Vijf manieren om een oude dame te wekken (De Slegte, 123 p. f 11,90). Simon Vestdijk schreef veel historische romans: De filosoof en de sluipmoordenaar is er een van (De Slegte, 166 p. f9,95). Over de onopgehelderde sluipmoord op de imperialistische achttiende-eeuwse koning van Zweden Carl XII. Hoofdpersoon is eveneens een biograaf, Voltaire, die het raadsel rond deze vorstelijke dood probeert te ontsluieren. Een eilandje van pijn is een combinatie van een roman en een dagboek,
door de voortreffelijke, maar merkwaardig ondergewaardeerde, schrijver Willem G. van Maanen. In het dagboek zie je de roman ontstaan. Fascinerend (De Slegte, 239 p. f 8,95). De Vlaamse literator Karel van de Woestijne werd vooral bekend door zijn gedichten. Toch schreef hij ook ragfijne verhalen, waarvan een aantal in de bundel De bestendige aanwezigheid is opgenomen (De Slegte, 137 p. f 4,95). Met een van de mooiste verhalen uit de Nederlandse literatuur: ‘De boer die sterft’. De laatste zintuiglijke waarnemingen vanuit een zuiver sterfbed. In 1984 verscheen Jan Wolkers' brievenroman De onverbiddelijke tijd, waarin de hechte vriendschap tussen twee mannen wordt beschreven. ‘Steeds zie ik ons samen opdoemen in mijn geest. Er is geen angst want ik weet dat we elkaar niet kwijt kunnen raken.’ (De Slegte, 186 p. f 14,90.)
‘Hij kwam bijna nooit op straat, behalve op dagen dat er een veiling van zeldzame curieuze boeken werd gehouden. Dan was hij niet meer die trage, bespottelijke man; er verscheen een gloed in zijn ogen, hij liep, hij holde, werd één en al beweging en kon zijn vreugde, onrust, angst en leed slechts met moeite bedwingen. Hijgend en buiten adem kwam hij thuis, hij nam het dierbare boek ter hand, koesterde het met zijn blikken en bekeek het, had het lief zoals een vrek een schat, een vader zijn dochter, een koning zijn kroon.’ Deze regels over hoe een stumper door een boek tot een echt mens kan uitgroeien zijn afkomstig uit het mooie korte verhaal van Gustave Flaubert Bibliomanie (De Slegte, 46 p. f 3,95). Hij schreef het op zijn zestiende.
ATTE JONGSTRA