Een andere blik op Izebel van Tyrus
Guus Kuijer actualiseert het bijbelverhaal
Izebel van Tyrus door Guus Kuijer Uitgever De Arbeiderspers, 198 p., f 29,50
Wim Vogel
Het werkt altijd. Je laat een bekende geschiedenis vertellen door een personage dat tot dan toe zweeg. Zijn verhaal, zijn visie relativeert het bekende. Een ander perspectief ondermijnt het grote gelijk. Zo ontnam Marnix Gijsen de kuise Suzanna veel van haar ongerepte aureool door haar geschiedenis te laten vertellen door haar man. Joachim van Babylon. Anders dan in het Oude Testament komt zij daarin naar voren als een harde, een ongenaakbare vrouw met wie het moeilijk samenleven is. En hoe relativeerde Simon Vestdijk in De nadagen van Pilatus niet het bijbelse beeld van de Romeinse landvoogd, het gedrag van Maria Magdalena, het optreden van de eerste christenen in Rome: informatie die afweek van wat ik tot dan toe gehoord en gelezen had.
Guus Kuijer past in zijn roman Izebel van Tyrus dezelfde truc toe. Vraag aan Maarten 't Hart wie zij was en hij zal antwoorden: ‘Izebel van Tyrus? Dat is die hoer van Sidon, die slet die haar leven lang is achtervolgd door de profeet Elia en die volkomen terecht door honden verscheurd wordt.’ Flarden van haar leven kom je tegen in het boek Koningen en in de Kronieken, beide in het Oude Testament.
Bij Kuijer is Izebel zelf aan het woord. Zij zit in een torenkamer, wacht op de terugkomst van Jehu, de vermoedelijke moordenaar van haar man Achab, koning van Israël, en zij schrijft in de dagen die haar resten haar memoires. Zij laat weinig heel van dat bijbelse beeld: een hoererende vrouw die afgoden aanbidt, die Israël in het verderf wil storten, die de vloer aan veegt met profeten. Wat haar geschiedenis zoals Kuijer die vertelt, bijzonder maakt is haar actualiteit. De houding van Israël betreffende de buurlanden, minderheidsgroeperingen en de Palestijnen lijkt niet wezenlijk veranderd. Dat geldt ook het dogmatische karakter van het joodse geloof zoals dat toen door sommige profeten en nu door sommige joodse leiders wordt uitgelegd.
De manier waarop in het Oude Testament de ene slachtpartij na de andere wordt beschreven, wijkt niet af van die in andere mythologieën. Wat mij in Kuijers verhaal wel weer opviel was het gemak waarmee profeten die honderdduizenden slachtoffers goedpraten, alsof met God aan je kant, zoals Bob Dylan in de jaren zestig zong, alles is toegestaan. Ook valt op dat toen en nu politiek en geloof mannenzaken waren en zijn waar vrouwen niets mee te maken dienen te hebben.
Uit haar memoires die Izebel van Tyrus aan het papyrus toevertrouwt, blijkt dat dat laatste haar het meest kwalijk werd genomen door Israël. Zij was een vrouw die haar man (en uitsluitend haar man) gepassioneerd en onvoorwaardelijk liefhad, die zich mengde in politieke en godsdienstige discussies en die van mening was dat iedere groepering recht had op haar eigen god of goden. Haar tegenspeler is de profeet Elia die als een klit in haar geschiedenis zit. Bijbelvaste lezers zullen ook zonder Kuijer weten dat door zijn toedoen op de berg Karmel een slachting plaatsvond waarbij vierhonderdvijftig Baalpriesters het leven lieten. Izebel zegt naar aanleiding van die daad Elia de wacht aan en tekent daarmee feitelijk haar vonnis. Haar leven neemt een tragische wending. Haar man sneuvelt, haar dochter ontpopt zich als een harde, gewetenloze machtswellustelinge, haar oudste zoon is simpel, haar andere krachtig en rechtlijnig, maar ook hij wordt net als zijn vader Achab vermoord door Jehu, de opperbevelhebber van het leger.