om als priester of profeet op te treden, als een Thomas Mann. Dat is de reden.’
De erotiek en de seksualiteit spelen een vooraanstaande rol in uw werk, evengoed in Modern droomboek als in Het Poolse complex of De kleine apocalyps. Niet zelden zijn erotische ontmoetingen cruciale ogenblikken, bijvoorbeeld de ontmoeting van de incognito reizende Poolse vrijheidsstrijder Romuald Traugutt met zijn als hoer vermomde vrouw in dat hotel in Het Poolse complex.
‘Dat is een goed voorbeeld. De vrouw houdt erg veel van die vrijheidsstrijder, die later in Warschau wordt geëxecuteerd. Seksueel is die samenkomst nochtans een mislukking, want hij heeft lang geen vrouw meer gehad en is te snel. Mij interesseert de liefde als biologisch verschijnsel niet. Zoals zoveel andere dingen in het menselijk leven - arbeid, opvoeding et cetera - is de liefde interessant als ze de weerspiegeling is van een strijd tussen de mensen. Een psychologische strijd. In de liefde kan men veel andere stromingen zien, kan men zaken duidelijk maken. Bijvoorbeeld machtswellust, politiek ook. In bed vertelt Traugutt zijn vrouw wat hem bezielt. Hij zegt: “Er is geen andere weg als we niet in de achting willen dalen, verkommeren en omkomen in de minachting van andere volkeren.“ Daar heb je het dus weer. Bij ons is de politiek altijd levendig in de liefde aanwezig geweest, lees er Henryk Sienkiewicz maar op na. In zijn historische romans zijn de geliefden altijd van een verschillende wereldbeschouwing, ze behoren tot verschillende politieke richtingen. Voor ons is de libertijnse liefde zoals die bij jullie wordt gepraktizeerd altijd een te grote luxe geweest. Liefde is zeer diep in ons maatschappelijk leven ingeplant. Dat is wat mij interesseert. Ik zal nooit de schrijver van de nieuwe vrije liefde zijn.’
In Maansopgangen zegt u van uzelf dat u een erotomaan bent.
‘Dat is dan misschien een ongelukkige vertaling. Neen, neen. Zoals gezegd leven we diep in de Poolse traditie. In Polen, en ook in Rusland denk ik, heerst een vrouwencultus. Wat doen de mannen? Ze zijn voortdurend bezig met opstanden, en ze worden dan naar Siberië gestuurd. Ze verdwijnen in de gevangenissen. En het zijn voortdurend de vrouwen die dat moeilijke alledaagse leven moeten torsen. Zij zijn het die moeten werken, koken, pakjes naar de gevangenis brengen. De vrouwen zijn de materiële basis van ons leven. Neem een kroeg waar duizenden bezopen hooligan-bandieten samen zijn. Daar zou geen man kunnen werken. Hij zou direct worden omgebracht. Alleen een vrouw kan zo'n bende beheersen. De vrouwen zijn barman hier. Geen wonder dat in Polen de vrouwen het voorwerp van een cultus zijn. In Polen is het nog altijd gebruikelijk dat vrouwen met een handkus worden begroet. Neem bijvoorbeeld de Maria-cultus. Dat is niet alleen een religieuze, maar ook een maatschappelijke cultus.’
Beschouwt u zichzelf als een dissidente schrijver?
‘Neen. Dat is een Russische term, die hier geen bestaansgrond heeft. Het heeft geen zin om onze boeken bij de Samizdat onder te brengen, zoals men dat in het Westen doet. Samizdat is een Russische uitvinding. Je krijgt een manuscript in handen, het bevalt je, je maakt op de schrijfmachine drie kopieën en je geeft het aan anderen door. Wij hadden in de ondergrondse onze eigen drukkerijen. De Polen zijn overal tegen alles. In Rusland is dissident een negatieve benaming, het betekent dat er één iemand is die met miljoenen anderen niet akkoord gaat. Dissidenten waren in Rusland uitsluitend enkelingen, de Russische anarchisten bijvoorbeeld. Bij ons is het hele volk dissident.’
Maar toch zegt u - het herinnert aan Heinrich Heine - de censuur nodig te hebben. In Maansopgangen schrijft u: ‘En ik? Ik ga een land met censuur zoeken, waar je tot het einde van je leven eigentijdse romans met toespelingen kunt schrijven.’
‘Voor elke Poolse schrijver is de censuur een slechte bondgenoot. De censuur is niet alleen maar een ambt in Warschau, in de Misjastraat. Het zou te simpel zijn de zaken zo voor te stellen. Censuur is overal aanwezig in de maatschappij waarin ik leef. Wat de gemiddelde Pool aan de literatuur bevalt is haar patriottische inhoud, het optimisme, het happy end. De Poolse literatuur heeft altijd in dienst van de maatschappij gestaan. Dat is zowel het edele als het trieste lot van de Poolse literatuur, dat ze altijd moest dienen. Altijd moest om de vrijheid gestreden worden. De literatuur moest altijd bijspringen. Ook die invloed is een vorm van censuur. Er zijn dus andere censuren dan die van het systeem. We zijn een katholieke maatschappij, dus hebben we ook een katholieke censuur, die veel belangrijker is dan de ambtelijke censuur. De katholieke censuur hangt altijd in de lucht, ze zit in onze hersenen. Er is de censuur van mijn vrienden. Ze controleren nauwgezet wat ik doe en schrijf. Als ik een film maak is mijn producent de censor. Hij geeft me immers het geld. Dat is elders in de wereld natuurlijk ook zo, maar in Polen is het een supplementaire censuur. En dan heb ik nog een eigen censuur, die van mijn smaak, mijn ziel, mijn fobieën en voorkeuren.’
De Polen lezen liever uw slechte dan uw goeie boeken, zei u eens.
‘Ik probeer ook tegen mijn maatschappij in te schrijven. Mijn voorbeeld blijft Gombrowicz. Dat gevecht is noodzakelijk voor de mentale gezondheid van de Polen. We hebben veel discussie en controverse nodig. We hebben immers niet alleen goede, maar ook zeer veel slechte eigenschappen. Het is mijn mening dat in de literatuur daarover alles gezegd moet kunnen worden.’
Is het de opgave van de literatuur om uw landgenoten te irriteren, te provoceren? Om de mythe van de literatuur als romantische dienst aan het vaderland aan te tasten?
‘Ik zit in een conflict, maar in een vruchtbaar conflict met deze maatschappij. Veel lezers haten me. Ze houden niet van mij, godzijdank. Ik geloof dat onze literatuur na de oorlog zo veelzijdig, kleurrijk is geworden, dat zij beter dient dan de domme patriottische, te simpel geschreven literatuur. Ik geloof dat we ook pornografische literatuur nodig hebben, avonturenromans, alle genres dus, en niet alleen pathetische dingen. Door de literatuur zou men een diagnose kunnen maken van alle ziekten waaraan dit land lijdt. Dat is mijn droom van onze literatuur.’
Gelooft u dat de nieuwe politiek van Gorbatsjov een gunstige weerslag zou kunnen hebben op het maatschappelijke en culturele klimaat in de Middeneuropese staten en in Polen Zelf?
‘Ik ben sceptisch. Ik zeg altijd dat onze secretarissen-generaal stuk voor stuk een beetje gek zijn. Waarom draagt Jaruzelski die donkere bril? Het probleem met Gorbatsjov zou nu precies kunnen zijn dat de man té normaal is. Hoe dan ook, we blijven een staat op rollen. Voor de oorlog waren we Midden-Europa, nu zijn we Oost-Europa. Vroeger waren Wilna en Lemberg Pools, nu Stettin en Breslau. Dat leidt tot maatschappelijke onrust. We kunnen onze toekomst niet bepalen. Al onze maatschappelijke en intellectuele ervaringen brengen ons tot scepticisme. Ook biologisch leven we in erg moeilijke omstandigheden. Hoe lang kan men in zulke moeilijke condities nog leven? We houden het al veertig jaar uit. En al veertig jaar ontbreekt iets, leven we in een permanente crisis.’
D̀at ziet men aan de gezichten van de Poolse vrouwen, die lelijk geworden zijn?
‘Altijd zegt men in Europa dat de Poolse vrouwen mooi zijn. Dat is niet meer waar. Ze moeten zeer hard werken, ze hebben geen geld voor make-up. De Poolse vrouw is een dikke dame met twee zakken. Ze moet altijd wat dragen. Ze moet acht uren werken, koken en wassen en ook nog een lieveling zijn. De ecologische omstandigheden zijn erbarmelijk. Van alle volkeren in Europa hebben de Polen de minste bossen. Traditioneel was Polen het land met de grootste bossen, maar die zijn nu in West-Duitsland groter dan hier. Onze rivieren zijn compleet vervuild. Het alcoholisme viert hoogtij. De situatie is erg slecht. Deze maatschappij is zeer moe. De Polen haten leugens. Het belangrijkste is de waarheid. Die hebben ze altijd met geweld achterhaald. Ze leven dus al heel lang moreel oncomfortabel, in een voor hun mentaliteit kunstmatige situatie.’
■