Grote innerlijke tegenstrijdigheden
Een Nederlandse biografie van Jean-Jacques Rousseau
Rousseau en de privatisering van het bewustzijn Carrièrisme en cultuur in de achttiende eeuw door prof.dr. J.W. Oerlemans Uitgever: Wolters-Noordhof, 254 p., f 49,50
Hans Achterhuis
Van geen enkele denker zijn waarschijnlijk meer biografieën, verschenen dan van de achttiende-eeuwse filosoof Jean-Jacques Rousseau. Om verschillende redenen is dat geen wonder. In de eerste plaats bevat zijn levensgeschiedenis zoveel smakelijke en verrassende ontwikkelingen dat ze voor elke biograaf dankbaar materiaal moet zijn. Daarnaast is Rousseau zelf al begonnen met het psychologisch duiden van zijn levensverhaal. In zijn autobiografie, de Confessions (‘Bekentenissen’), brengt hij zijn filosofische ideeën gedeeltelijk in verband met bepaalde gebeurtenissen uit zijn leven.
Deze aanpak is vervolgens door vele biografen nagevolgd. Op een manier die vaak aan de hedendaagse roddelpers doet denken, herleiden zij soms heel zijn filosofie tot bepaalde karaktertrekken of eigenaardigheden van Rousseau. Deze leed bijvoorbeeld aan een chronische blaasaandoening waardoor hij genoodzaakt was zo'n tweehonderd keer per dag te urineren. In gezelschap natuurlijk geen pretje. Rousseaus vijandigheid tegen de mondaine cultuur van de salons uit zijn tijd, die hij in een aantal geschriften schitterend verwoordde, wordt nu al gauw gereduceerd tot een filosofische rechtvaardiging van zijn persoonlijke probleem. Op dezelfde manier heeft men vaak naar Emile, zijn grote verhandeling over de opvoeding gekeken. Rousseau beschrijft hierin een ideale ‘natuurlijke’ opvoeding die een gouverneur aan zijn pupil geeft. Zelf bleef hij echter behoorlijk bij dit ideaal ten achter. Al zijn eigen kinderen liet hij te vondeling leggen. Emile wordt nu vaak uitgelegd als een soort zoenoffer dat Rousseau zou hebben gebracht om zijn schuldige geweten als ontaard vader te ontlasten. Op ongeveer dezelfde wijze is ten slotte de ambivalente houding van Jean-Jacques ten opzichte van vrouwen wel verklaard. Enerzijds is er niemand die vrouwen zozeer verheerlijkt als deze vroeg-romantische filosoof, anderzijds is er geen feller bestrijder van de gelijkheid van vrouwen, die in de achttiende eeuw aan het opkomen was. Deze tweeslachtige houding wordt vaak geheel herleid tot het gegeven dat Rousseaus moeder in het kraambed overleed. Nog het afgelopen jaar legde de Franse filosofe Sarah Kofmann, die als gastdocente aan de Universiteit van Amsterdam verbleef, met behulp van psychoanalytische begrippen uit hoezeer deze geboorte zijn hele denken had bepaald.
Er bestaat minstens één heel groot bezwaar tegen dit soort biografische benaderingen. Zij verklaren in het geheel niet waarom Rousseaus ideeën bij veel tijdgenoten - zijn roman La nouvelle Héloïse was de grootste Europese best-seller van de achttiende eeuw - zo geweldig aansloegen. Overal in Europa herkenden mensen zich in de filosofische ideeën van Rousseau. Hoe dat mogelijk is blijft vanuit een zuiver biografische benadering totaal onbegrijpelijk.
Dit bezwaar geldt niet voor een recente ‘intellectuele biografie’ die J.W. Oerlemans, hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, onlangs publiceerde. In Rousseau en de privatisering van het bewustzijn, met als ondertitel ‘Carrièrisme en cultuur in de achttiende eeuw’, verklaart ook Oerlemans veel van Rousseaus filosofische ideeën uit zijn biografie. Tegelijkertijd laat hij echter zien dat in Rousseaus persoonlijke leven zich de sociale problematiek van de achttiende eeuw weerspiegelt. De oude hiërarchische standenmaatschappij, waarin ieder een vaste plaats had, breekt dan kapot, mensen komen als individu op zichzelf te staan en streven er steeds meer naar om zo ver mogelijk op de maatschappelijke ladder te stijgen. De onvermijdelijke keerzijde van deze stijgingsambitie was een angst voor sociale daling. Volgens Oerlemans wordt Rousseaus leven gekenmerkt door een ongehoorde maatschappelijke ambitie gekoppeld aan een bijna neurotische angst voor daling. Vanuit dit gegeven vertelt hij heel Rousseaus biografie en legt hij zijn filosofische werk uit.
Aanschouwelijk onderwijs in de kennis der natuur. Rousseau determineert bloemetjes, die de kinderen geplukt hebben. Gravure van Le Barbier voorde eerste editie van ‘Emile’.