Meer dan een huis met geesten
Een introductie van hedendaagse Latijnsamerikaanse schrijfsters
Mexicaanse Tango door Angeles Mastretta Vertaling Jean-A. Schalekamp Uitgever: Wereldbibliotheek, 272 p., f 32,50
Brekend Licht Verhalen van schrijfsters uit Latijns-Amerika Samenstelling en vertaling Marieke de Bakker en anderen Uitgever: Wereldbibliotheek, 236 p., f 29,50
Vreemde vliegende voorwerpen en andere verhalen door Cristina Peri Rossi Vertaling Jacqueline Hulst Uitgever: Het Wereldvenster, 147 p., f 27,50
Wisseling van Wapens door Luisa Valenzuela Vertaling Elisabeth van Eisen Uitgever: Wereldbibliotheek, 125 p., f 22,50
Maarten Steenmeijer
In een toespraak van 1936 voorspelde Victoria Ocampo (oprichtster van het epoque makende Argentijnse tijdschrift Sur) dat het nog zeker drie generaties zou duren voordat Spaans-Amerika in staat was een volwassen vrouwenliteratuur voort te brengen. Wat ontbrak was voldoende ‘training, vrijheid en traditie’. Vrouwen waren dubbel gehandicapt. Zij hadden niet alleen te kampen met de voor elke Spaans-Amerikaanse schrijver geldende handicaps als het uiterst kleine lezerspubliek (analfabetisme), de gebrekkige infrastructuur van de uitgeverswereld en de schaarse onderlinge contacten, maar moesten bovendien het hoofd bieden aan de grote weerstanden in hun naaste omgeving en de hardnekkige vooroordelen bij de uitgevers.
Ocampo sprak profetische woorden, want drie generaties later lijkt het inderdaad zover te zijn: de Spaans-Amerikaanse literatuur is niet langer meer een exclusieve mannenaangelegenheid. En net als twintig jaar geleden met de boom werkt de emancipatie met terugwerkende kracht: ook de eenlingen van vroeger krijgen nu eindelijk de kans op een groter publiek.
Langzaam maar zeker dringt er ook het een en ander door tot Nederland. Tot nu toe heeft Isabel Allende bijna alle aandacht naar zich toe getrokken. Dank zij haar is de emancipatie in elk geval in commerciële zin een feit: Het huis met de geesten wist in korte tijd de verkoop van Honderd jaar eenzaamheid naar de kroon te steken.
Deze inhaalmanoeuvre van de vrouwenliteratuur wordt met veel inzet voorzien van voetnoten door de feministische literatuurkritiek, met name in Engeland en de Verenigde Staten. Zoals bij elke ideologisch getinte literatuurkritiek krijgen de critici het soms benauwd in het keurslijf waarin ze zichzelf hebben gesnoerd. Zo probeerde de gerenommeerde comparatiste Susan Bassnett onlangs aan te tonen dat Het huis met de geesten een feministische roman is. Een sisyfusarbeid. Zoals bekend is twee derde van het boek een doorslag van een door een man geschreven roman - Honderd jaar eenzaamheid -, terwijl in de overige pagina's de sentimentele gemeenplaatsen het winnen van de authenticiteit. Liefde en schaduw, haar tweede roman, legde nog veel duidelijker het traditionele, clichématige karakter van Allendes schrijverschap bloot.
Mexicaanse tango, de eerste roman van de Mexicaanse schrijfster Angeles Mastretta (1949), doet in meer dan één opzicht aan Het huis met de geesten denken. Ook hier is de vertelster een wilskrachtige, intelligente vrouw die met gemengde gevoelens tegen een door mannen bestierde samenleving aankijkt, ook hier zijn de contouren van de historische context duidelijk zichtbaar en lijkt de vlot leesbare tekst eropuit te zijn de lezer geen moment af te leiden van het kleurrijke verhaal. Mastretta's roman is echter veel bescheidener en evenwichtiger opgebouwd, en is in psychologisch opzicht niet zo rechtlijnig als Allendes verhaal. In plaats van drie generaties beslaat Mexicaanse tango niet meer dan een half vrouwenleven. Ook is het boek gespeend van elk spoortje magisch-realisme, terwijl de romantische clichés een veel gelukkiger plaats hebben gevonden dan in het werk van Allende: niet in het levensverhaal van de hoofdpersoon zelf, maar in de prachtige Mexicaanse smartlappen waarnaar zij luistert. Ze doen met hun schaamteloze sentimentaliteit denken aan de Argentijnse tango's, zoals de Nederlandse titel van Mastretta's roman suggereert. Die wijkt overigens sterk af van de oorspronkelijke titel, die naar een van de liedjes in het boek verwijst: Arráncaine la vida. Een letterlijke vertaling zou inderdaad een weinig fraaie titel hebben opgeleverd: Ruk het leven van me weg.
Cristina Peri Rossi
Mexicaanse tango bracht ook Colometa van Mercè Rodoreda in gedachten, eveneens een in de ik-vorm geschreven roman over een jonge vrouw die op jonge leeftijd in een huwelijk belandt dat haar voor de ene onaangename verrassing na de andere doet staan. Catalina Guzmán, de hoofdpersoon uit Mexicaanse tango, mist echter de rechtlijnige onnozelheid van Colometa, die te sullig is om een hele roman te kunnen dragen. Catalina ontpopt zich al snel als een vrouw om van te houden: ze is sterk, intelligent, veelkleurig, moedig, nuchter, geestig, gevoelig en warm, zonder ook maar een moment bovenmenselijke proporties te krijgen.