Waar blinde beesten schreeuwen in de duisternis
De machteloosheid van een desperado-journalist
Generation of swine Tales of Shame and Degradation in the '80s door Hunter S. Thompson Uitgever: Summit Books, 304 p., f 44,90 Importeur Van Ditmar
Ad van Iterson
‘Hij is slecht. Hij is een minne oplichter. Hij heeft iets walgelijks over zich. Hij heeft geen vrienden en niemand wil 's nachts op straat met hem worden gezien. Hij heeft een zeer-efficiënte geest - net als Albert Speer. Hij haalt trucs uit die elke kameel die wel eens door het oog van een naald is gekropen, tot een amateur degradeert. Hij zal waarschijnlijk de geschiedenis ingaan als de gemeenste yuppie die ooit heeft geleefd.’
Aan het woord is Hunter S. Thompson en degene die hij zo hard om de oren slaat, is George Bush, de huidige vice-president van de Verenigde Staten en presidentskandidaat voor de Republikeinen. Ik had deze bloemlezing met gemak tien keer zo lang kunnen maken. Want dat is wat Thompson in Generation of Swine doet: schelden en nog eens schelden. Niet alleen op Bush, overigens. Alle republikeinen krijgen ervan langs. Nixon was genetisch crimineel, Agnew was fout geboren, Ford was zó volstrekt corrupt dat hij miljoenen verdiende met Nixon het presidentiële pardon te verlenen, en Reagan begint de duidelijk Spaanse fysieke trekken aan te nemen van de Somoza-familie, de vroegere dictators van Nicaragua.
Deze laatste twee voorbeelden geven het misschien al aan: het is niet steeds helemaal duidelijk waar Thompson het over heeft. Had Nixon of de partij miljoenen te vergeven? Is die beschuldiging dan ooit eerder geuit? En wat is dat met Reagan? Je kan veel van de man beweren, maar dat hij er steeds Spaanser begint uit te zien, nee, dat kan ik met de beste wil van de wereld niet zien.
Generation of Swine is een verzameling nieuwscommentaren die Thompson de afgelopen twee jaar in de San Francisco Examiner heeft gepubliceerd en die voor een belangrijk deel betrekking hebben op de aanloop naar de aanstaande presidentsverkiezingen. Hij haalt heel wat overhoop, in die 1500-woorden-stukjes, toch is het leidmotief in elke zin herkenbaar. In deze wereld draait het maar om één ding: macht, dat wil zeggen, machtsmisbruik. Machtsmisbruik van de medische specialisten, van de presentators, van de televisiepredikanten, van de rechters, maar vooral dus machtsmisbruik van de politici.
Maar, alsof er zoiets als rechtvaardigheid bestaat, al deze machtswellustelingen komen onherroepelijk ten val. Iedereen gaat een keer ‘belly up’ - met de buik omhoog. Uiteindelijk wordt iedereen lid van The Loser's Club. Iedereen eindigt ‘la bas’, waar de beesten allemaal blind zijn en de gedoemden de hele nacht schreeuwen in de duisternis.
Dat van die beesten en gedoemden is een verwijzing naar het Boek Openbaring. Het is Thompsons favoriete citeerbron, op een afstand gevolgd door Mein Kampf en zijn eigen werken. Veel van de motto's boven zijn columns zijn afkomstig uit Johannes' meesterwerkje, maar ook in menig terloops bijzinnetje blijkt Thompsons liefde voor de Apocalyps. Gorbatsjov, bijvoorbeeld, wordt verduidelijkt als de man met het teken van het beest. Reagan is trouwens ook een bewonderaar van het Boek Openbaring, aldus Thompson. Maar er is een verschil: Thompson houdt ervan vanwege, zoals hij zelf zegt, de scherpe en gruwelijke kracht van de taal. Reagan echter gelóóft alles wat er staat. Hij citeert eruit met dezelfde hersenloze dweperij als waarmee Jimmy Carter Bob Dylan aanhaalde, meent Thompson, die het liefst in één klap een aantal vliegen tegelijk neermept.
Hunter S. Thompson blijft zijn image trouw, om het eens positief te zeggen. Ook in deze stukjes presenteert hij zich als een journalist van het type desperado - de eenling in strijd tegen de rest van de wereld. Met alle romantiek van dien. De professionele houding, bijvoorbeeld. De journalistiek, dat is de ‘business’ waar hij ‘in’ is. Herhaaldelijk sluit hij een alinea af met: ‘We are, after all, professionals’. Tegelijkertijd echter koestert hij, een wilde, maar in het romantische patroon passende haat jegens het vak. Het is een armoedig beroep en een verslaving erger dan heroïne. Nog eerder zal de zon ten oosten van Casablanca ondergaan dan dat een journalist op de omslag van People komt. Een groepsfoto van de tien beste journalisten van Amerika, op welke dag ook genomen, zou een gedenkteken worden voor de menselijke lelijkheid. Thompson zelf is al zijn halve leven bezig uit die modderpoel te komen, maar hij zit er nog steeds middenin.
De reden daarvoor kom je niet te weten. Iedereen wordt uitgekleed door Thompson, maar hijzelf blijft de grote onbekende. Hij vertelt wel allerlei bijzonderheden over zichzelf - dat hij Dunhill rookt, dat hij Chivas drinkt, dat hij een tas draagt van Spaans leer - want hij is enorm ijdel. Maar wat hem beweegt, waarover hij droomt, van wie hij houdt, waar hij vandaan komt... geen woord. Wat natuurlijk zijn goed recht is.