Strijd om het verzet in Limburg
Pater Louis Bleijs, de Zwitserse Weg, het linkse en het katholieke verzet
De aal van oranje Een biografie van pater Bleijs door Jan van Lieshout Uitgever: Van Spijk, Venlo, 671 p., f 49,50
Paul Koedijk
De journalist Jan van Lieshout wijdt zich al meer dan tien jaar aan een rehabilitatie van het Limburgse verzet. In 1977 begon hij onder de titel ‘Uit het Zuiden geen nieuws’ een artikelenserie waarin hij aantoonde dat er tijdens de oorlog heel wat meer gebeurd is in de vaak onderschatte provincie dan uit het werk van Loe de Jong blijkt. Met zijn biografie van pater Louis Bleijs, De aal van Oranje, heeft Van Lieshout de kroon willen zetten op zijn strijd tegen de onderschatting en onderwaardering van het verzetswerk in Limburg. Bleijs was een van de leidende figuren in de ondergrondse strijd tegen de Duitsers. Hij hield zich bezig met hulp aan onderduikers en piloten, zorgde voor wapens en deed mee aan de verspreiding van illegale bladen. Namens de Landelijke Organisatie voor onderduikers (LO) reisde hij in 1944 via Zwitserland naar Londen om daar het werk van deze groep en van het katholieke verzet onder de aandacht te brengen. Afgaande op de uitzendingen van Radio Oranje leek daarover in Engeland niets bekend te zijn. Eenmaal in de Britse hoofdstad werd Bleijs, die al snel het vertrouwen van zowel Wilhelmina als Bernhard wist te winnen, een van de motoren achter de kritiek op de Zwitserse Weg, de belangrijke koeriersdienst die informatie vanuit en naar bezet gebied overbracht. Daarbij moest vooral W.A. Visser 't Hooft, secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken in oprichting en vertegenwoordiger van de verbindingslijn in Genève, het ontgelden. De doortastende pater, die tot aalmoezenier in de staf van prins Bernhard werd benoemd, beschuldigde de Nederlandse dominee van manipulatie met berichtgeving, eenzijdige voorlichting en zelfs het ‘supprimeren’ van - vooral katholieke - informatie vanuit bezet gebied. Dat zou vooral ten gunste van het ‘linkse’ verzet zijn gebeurd. Het voornemen om op een geschikt moment de bewijzen daarvoor te overleggen heeft Bleijs nooit kunnen
uitvoeren. Op 17 augustus 1945 verongelukte hij met zijn jeep bij Gorcum. De avond tevoren had hij op een vergadering nog de eenheid van het verzet beklemtoond en gewaarschuwd tegen het linkse gevaar.
Het valt eenvoudig te begrijpen waarom Jan van Lieshout met een biografie van pater Bleijs de kroon op zijn werk heeft willen zetten. De pater, van wie ‘een portret als van verdienstelijke sociaal-democraten’ er bij de sociaal-democraat Loe de Jong - de hint is duidelijk - blijkbaar niet afkon, is voor de auteur bij uitstek het symbool van de miskenning van het katholieke, Limburgse verzet. En had niet juist Bleijs al tijdens de oorlog diezelfde miskenning in Londen aan de kaak gesteld? Op zich had dit uitgangspunt tot een interessante studie kunnen leiden, maar daarvoor heeft Van Lieshout zich te kritiekloos met zijn hoofdpersoon geïdentificeerd. Ondanks een overdaad aan - soms volstrekt irrelevante - details, blijft Bleijs een eendimensionale en daardoor ongeloofwaardige figuur. Maar het gebrek aan afstand is vooral pijnlijk in de discussie over het functioneren van de Zwitserse Weg, die de auteur als het ‘pièce de resistance’ van de biografie beschouwt.
Ruim twee jaar, van de zomer van 1942 tot eind 1944, werd er via de Zwitserse Weg een enorme stroom informatie uitgewisseld die was vervat in duizenden gemicrofilmde documenten. Vanuit Nederland werden inlichtingen verstrekt over de sociale, politieke, culturele en geestelijke toestand onder de bezetting. Later kwamen daar ook militaire gegevens bij die uit spionage verkregen waren. Het omvangrijke materiaal passeerde eerst een redactie - met de ongelukkig gekozen naam Politieke Commissie - die werd beheerd door de top van het illegale blad Vrij Nederland. In Zwitserland vond dan opnieuw een beoordeling en selectie plaats door Visser 't Hooft en zijn staf. Door het groeiende politieke karakter van het verzet, dat vooral tot uitdrukking kwam in de discussies over de toekomst van het naoorlogse Nederland, kreeg de verbinding met Londen een controversieel karakter. Door verzetsorganisaties van meer ‘rechtse’ signatuur werden al snel beschuldigingen geuit dat de Politieke Commissie, waarin Vrij Nederland-hoofdredacteur H.M. van Randwijk een belangrijke rol speelde, zijn positie misbruikte om de regering in Londen een eenzijdig beeld te verschaffen van de politieke denkbeelden die bij het verzet en de Nederlandse bevolking leefden. Om daarvoor bewijzen te vinden werd er door de Ordedienst (OD) zelfs spionage gepleegd op de Zwitserse Weg.
Pater Louis Bleijs