Een kinderlijk jochie van dertig
Veel gevoelens, geen introspectie in autobiografie van Michael Jackson
Moonwalk door Michael Jackson in samenwerking met Jacqueline Kennedy Onassis Vertaling Louis Du Moulin Uitgever: Centerhoek, 208 p., f 24,90
Jaap Boots
Michael Jackson met ET, foto genomen vóór de neusoperatie
James Brown, een van Michael Jacksons grootste voorbeelden
In 1962 trad The godfather of soul, de toen negenentwintigjarige James Brown met de befaamde Famous Flames op in het Apollo Theater in New York. De opname van dat optreden is een van de meest legendarische live-platen uit de soulgeschiedenis geworden, James Brown Live at the Apollo, Volume 1. Op die plaat staat onder andere de ballade Lost someone, een hartverscheurende song of need, waarin James Brown behoorlijk ‘uit zijn bol gaat’. Maar Lost someone is om meer dan een reden interessant. Tijdens een van de vele vocale improvisaties waaraan het nummer rijk is, geeft James Brown namelijk een heel treffende samenvatting van waar het bij soul om draait: Now I want you to know, I'm not singing this song only for myself now, I'm singing it for you too. And when I say something that make you feel good inside, when I say that little thing, I say that little pop that might sting you in your heart now, I wanna hear you scream. I wanna hear you say: AAAAAAUUUUWWW!!!. En na het instemmende ‘aaaauuuwwu’ van het publiek voegt Brown eraan toe: And I believe my work will be done. En zo is het. Pas als het hart geraakt is, is de soulman klaar met zijn werk.
Een van James Browns werktuigen om het publiek te raken was zijn ‘echtheid’. Hij gaf zich altijd met hart en ziel in zijn shows. Hij liet zich op zijn knieen vallen, kroop bijkans huilend over het podium, danste, zoals de Amerikanen zeggen, ‘his ass off’ en zong en schreeuwde of de duivel hem op de hielen zat. Niet voor niets kreeg hij de bijnaam the hardest working man in showbusiness. ‘Live, on stage, James Brown came up with his own four-dimensional conjugation of the verb ‘to be’, schrijft Gerri Hirshey in haar boek Nowhere to Run, the story of soul music. ‘He lived until he seemed nearly dead.’
In de jaren dat Brown regelmatig optrad in de Apollo werd hij vanuit de coulissen vaak gadegeslagen door een klein zesjarig jongetje dat deel uitmaakte van de toen nog volslagen onbekende teenybopperband The Jackson Five. Michael Jackson lette op iedere draai, elk pasje en elk gebaar van de meester. Hij zong elk liedje mee en zoog alle indrukken op als een spons met ogen.
In een interview dat Gerri Hirshey jaren later met Michael Jackson had, sprak deze uit wat hij zo bewonderde in James Brown. ‘I never dared speak to him, but I consider James Brown my greatest teacher. (...) The man gets out of himself. James Brown is magic.’ In zijn onlangs verschenen autobiografie Moonwalk bevestigt Jackson zijn schatplichtigheid aan James Brown. ‘Geen volgspot kon hem bijhouden als hij over het podium gleed. Je kon hem alleen maar in het volle licht zetten. Zo goed als hij wilde ik worden.’
Hij is een aardig eind in de richting gekomen, dat snotjochie uit Gary (Indiana). Inmiddels lijkt hij James Brown op alle fronten geevenaard of verbeterd te hebben. Hij kan arrangeren, produceren, songs schrijven en zingen en dansen als de beste. Zijn door Pepsi-Cola gesponsorde Bad-tournee bracht kortgeleden nog miljoenen op de been. Hij heeft ontelbare platen verkocht (alleen van Thriller, zijn vorige, al veertig miljoen - een wereldrecord), en - wat belangrijker is - hij heeft het gezicht van de zwarte popmuziek voor altijd veranderd door als een van de eersten blanke pop en rock met zwarte soul en funk te mengen, een kruisbestuiving die zo vruchtbaar is gebleken dat hij zich zonder twijfel tot de allergrootsten in de popmuziek mag rekenen.